Fiscale nieuwsflits 30 december 2009
Deze fiscale nieuwsflits bevat drie berichten over Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Belastingdienst; Loonheffingen: pensioen en beschikbare-premieregelingen; inkomstenbelasting: giften en ANBI's
IB: giften en ANBI's
Dit besluit vervangt het besluit van 27 november 2008, nr. CPP2008/2130M met het beleid over de giftenregeling en de aanmerking als Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI). In onderdeel 3a is een nieuwe goedkeuring opgenomen in verband met de nieuwe ANBI-regeling per 1 januari 2010.Dit besluit behandelt het beleid over de giftenregeling en de aanmerking als ANBI. Het besluit zal binnenkort worden geactualiseerd. Vooruitlopend hierop is een nieuwe goedkeuring opgenomen in onderdeel 3a in verband met de nieuwe ANBI-regeling per 1 januari 2010. Bestaande ANBI’s kunnen hun verklaring om als ANBI aangemerkt te blijven opsturen vóór 6 januari 2010. In alle andere gevallen vervalt de ANBI-status per 1 februari 2010. De overige onderdelen van het oude besluit zijn niet gewijzigd en worden binnenkort geactualiseerd.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst (2009, 20091) en werkt terug tot en met 16 december 2009; de datum van het besluit.
Besluit van 16 december 2009, CPP2009/2371M, Wet IB 2001 6.32 t/m 6.40 en Uitv reg ib 2001 41a t/m 41d en Sw 1956 32
Wijziging Besluit Bestuurlijke Boeten Bd
In dit besluit legt de staatssecretaris zijn beleid neer voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij de heffing van rijksbelastingen waarop Hoofdstuk VIIIA van de AWR van toepassing is. Het besluit betreft een wijziging van het besluit van 25 juni 2009, nr. CPP2009/1062M (Besluit Bestuurlijke Boeten
Belastingdienst) vanwege (voorgenomen) wetswijzigingen.
Het betreft:
• fiscaal stimuleringspakket en overige fiscale maatregelen 2009 (o.a. wijziging van art. 67n AWR; zie §§ 5, 7, 8 en 25)
• Belastingplan 2010 (o.a. art. 67a; zie § 21, art. 67c AWR; zie §§ 15, 24 en 28, en art. 67ca AWR; zie § 24b)
• implementatie richtlijnen BTW-pakket (o.a. wijziging van art. 37a Wet OB; zie de §§ 31a, 31b en 32)
De §§ 2, 23, 24a, 25, 26, 28 en 38 zijn op enkele punten (redactioneel) aangepast.
In het Belastingplan 2010 worden per 1 januari 2010 enkele wettelijke boetemaxima geïndexeerd (verhoogd). De landelijke automatiseringssystemen moeten hieraan worden aangepast. Voor de omzetbelasting, assurantiebelasting en motorrijtuigenbelasting kan het zijn dat tijdelijk nog de lagere, voor belanghebbende gunstigere, wettelijke boetemaxima worden gehanteerd.
Voor nog niet onherroepelijk vaststaande boetebeschikkingen en nog op te leggen boeten waarop een eerdere versie van dit besluit van toepassing is, geldt het volgende: 'voorzover het in dit besluit neergelegde beleid gunstiger is dan mijn eerdere beleid heeft belanghebbende recht op toepassing van dit gunstigere beleid'.
Dit besluit treedt inwerking op 1 januari 2010 en wordt in de Staatscourant gepubliceerd (nr. 2009, 20226).
Besluit van 24 december 2009, CPP2009/2156M, Awr 67a t/m 67p en 68
LH: pensioen en beschikbare-premieregelingen
Dit besluit is een actualisering van het besluit over beschikbare-premieregelingen van 23 oktober 2007, nr. CPP2007/552M. Hierbij is gebruikgemaakt van de gelegenheid 'netto-staffels' te publiceren.
In deze netto-staffels zijn geen vaste kostenopslagen meer verwerkt. De publicatie van deze staffels draagt bij aan betere transparantie van kosten in pensioenregelingen. In dit besluit zijn ook enkele aanwijzingen opgenomen van premie- en kapitaalovereenkomsten als pensioenregeling. Deze zijn nodig gebleken na de invoering van de Pensioenwet (PW) en als reactie hierop de ontwikkeling van nieuwe pensioenvormen. De aanwijzingen gelden ook voor pensioenregelingen die niet onder de PW vallen (zoals regelingen voor de digra). Als dit besluit voor het karakter van een pensioenovereenkomst verwijst naar de PW, moeten dergelijke regelingen overeenkomen met het karakter van de regelingen die wel onder die wet vallen.
De invoering van de PW per 1 januari 2007 leidt in de praktijk tot de ontwikkeling van zowel individuele als collectieve premieovereenkomsten, waarbij de fiscale kwalificatie van de pensioenovereenkomst niet eenduidig is. Deze ontwikkeling geeft aanleiding tot verduidelijking van de fiscale regels rond pensioenregelingen die volgens de PW worden aangemerkt als een premieovereenkomst en tot aanwijzing van sommige soorten daarvan.
Dit besluit kwalificeert door middel van aanwijzing verschillende soorten premieovereenkomsten. De aanwijzingen als pensioenregeling in dit besluit zijn gebaseerd op art. 19d, onderdeel a Wet LB en vinden plaats in overeenstemming met de minister van SZW. Mede in verband met de datum van inwerkingtreding van de PW is de datum van de inwerkingtreding van dit besluit daarmee gelijk getrokken.
In onderdeel 2.2 staat een beschrijving van de soorten premieovereenkomsten die bij de behandeling van de PW aan de orde zijn geweest. De onderdelen 3 tot en met 5 behandelen de fiscale kwalificatie van die soorten premieovereenkomsten, waarbij in onderdeel 4 wordt ingegaan op de kapitaalovereenkomst. Verder wijst de staatssecretaris in onderdeel 6 een tweetal soorten afwijkende premieovereenkomsten aan als pensioenregeling. Voorwaarden en bijzonderheden die bij de aanwijzingen gelden zijn te vinden in de bijlagen bij dit besluit.
Dit besluit treedt (mede in verband met de invoering van de PW) met terugwerkende kracht in werking tot en met 1 januari 2007. Het besluit wordt in de Staatscourant geplaatst (nr. 2009, 20523).
Besluit van 21 december 2009, CPP2009/1487M, Lb 1964 18a t/m 18h