Inleidend statement persconferentie na ministerraad 6 november 2020
Inleidend statement van minister-president Rutte tijdens de wekelijkse persconferentie na afloop van de ministerraad. Over de aanslag in Wenen, de bedreiging van leraren en het belang van de Amerikaanse verkiezingen. Bekijk de hele persconferentie via YouTube. Of lees de letterlijke tekst van de persconferentie.
Inleidend statement persconferentie na ministerraad 6 november 2020
Minister-president Rutte:
Begin deze week werden we wederom opgeschrikt door een verschrikkelijke aanslag. In Wenen nam een jonge schutter tientallen voorbijgangers onder vuur, waarbij vier dodelijke slachtoffers vielen en meer dan twintig gewonden. Naar het zich laat aanzien handelden de dader en zijn mogelijke handlangers vanuit een radicaal-islamitisch motief. Er zijn helaas mensen en groeperingen op deze wereld die haten wat wij zo’n beetje als ons hoogste goed beschouwen: onze democratische rechtsstaat, de vrijheid om je te kunnen uitspreken. Ik heb namens Nederland onze onvoorwaardelijke steun uitgesproken aan Oostenrijk, aan de regering, aan het land. En steun betuigd met de slachtoffers van deze afschuwelijke aanslag.
De vreselijke gebeurtenissen in Oostenrijk en eerder in Frankrijk, waaronder de moord op Samuel Paty, hebben helaas ook hun weerslag in Nederland gekregen. Het feit dat er nu, op dit moment, leerkrachten worden bedreigd omdat ze in hun lessen aandacht besteden aan de discussie rond spotprenten, is absurd en mogen we niet tolereren. Onze docenten moeten alle ruimte hebben om de kernwaarden van onze samenleving over te brengen op hun leerlingen. En het kan niet zo zijn dat juist zij vanwege het bespreekbaar maken van misschien wel het belangrijkste grondrecht, de vrijheid van meningsuiting, dat zij moeten vrezen voor hun veiligheid en zelfs moeten onderduiken. We staan als kabinet vierkant achter deze leraren en hun scholen. De impact op de betreffende leraren, hun collega’s, maar ook op leerlingen en ouders is enorm. Het geeft een vreselijk gevoel van onveiligheid, en dat zou zeker op school niet zo moeten zijn. En ik wil op deze plek benadrukken hoe wezenlijk het is, voor ons allemaal, om een onderwerp als de vrijheid van meningsuiting zonder enige druk van buitenaf te kunnen bespreken in onze klaslokalen. Want ja, het kan ingewikkeld zijn als iemand een mening heeft die schuurt met jouw wereldbeeld of met jouw religieuze overtuigingen. Maar die ander mag dat zeggen, in alle vrijheid. Niemand heeft het recht om niet beledigd te worden. Want zonder de vrijheid van meningsuiting, en de onbelemmerde uitwisseling van opvattingen en ideeën, stokt onze vooruitgang, dan stokt onze samenleving. Grondrechten als de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van onderwijs zijn kernwaarden waarop onze democratische en open samenleving is gestoeld. Zo staat het ja in de wet, maar belangrijker is dat we deze waarden ook met elkaar delen en ze verinnerlijken. En er is geen betere plek om die normen en waarden zorgvuldig op onze jongeren over te brengen dan juist in het onderwijs. Daarom is het zo belangrijk dat leraren in volledige vrijheid over deze onderwerpen kunnen doceren, en juist daarom is het zo erg dat het een leraar is die wordt belet het werk te doen. De les, de klas, de school. Nee meer nog dan de school, de klas, de les: de leraar. En zijn of haar rol bij de opleiding en vrijheid tot een ongedeeld burgerschap is essentieel, heilig zo u wilt, in onze open samenleving. Voor intimidatie, bedreiging en geweld is geen plaats.
Tot slot wil ik een kort woord zeggen over de verkiezingen in de Verenigde Staten. Het is spannend. Dat zeggen is een understatement. En de uitdrukking nek-aan-nek race lijkt zo’n beetje uitgevonden voor deze strijd om het Amerikaanse presidentschap. Uiteraard volgen wij allemaal in Nederland deze verkiezingen met grote interesse. De Verenigde Staten zijn voor ons land, voor heel Europa van groot belang voor onze veiligheid, voor onze economie. En we herinneren ons allemaal, en als we het ons niet herinneren dan weten we het, dat het de Amerikanen waren die uiteindelijk ons na te Tweede Wereldoorlog, of aan het eind van de Tweede Wereldoorlog hebben bevrijd. Samen met de Canadezen, samen met anderen. En die trans-Atlantische betrekkingen zijn gestoeld op gedeelde normen en op gedeelde waarden. En daarom zullen wij, wat ook de uitslag is van die verkiezing, blijven inzetten op die relatie met de Verenigde Staten. En het gezamenlijk optreden van de Verenigde Staten en Europa is in ons beider belang. Ik heb daar in mijn jaren als minister-president aan mogen werken met zowel Barack Obama als met Donald Trump. En wie ook deze verkiezingen wint, ik zal daar van mijn kant mee doorgaan, want de grote vraagstukken, de geopolitieke vraagstukken die op dit moment op ons afkomen, die zijn zo groot, die kunnen we alleen gezamenlijk het hoofd bieden. Zowel met Trump als met Biden.