Nieuwe regels tegen vechtcontracten Wmo
Geen vechtcontracten onder de reële kostprijs meer in de Wmo-hulp voor ouderen en mensen met een beperking.
Dat regelt een voorgestelde Algemene Maatregel van Bestuur van staatssecretaris Martin van Rijn (VWS).
Zekerheid voor cliënten en medewerkers
Van Rijn: “We hebben te vaak gezien dat onverantwoord marktgedrag en vechtcontracten een race to the bottom veroorzaken. Medewerkers en cliënten plukken daar de zure vruchten van, omdat ze hun baan of vertrouwde hulp kwijtraken. Met deze nieuwe spelregels roepen we dat een halt toe. Gemeenten kunnen vechtcontracten hiermee buiten de deur houden. We willen zekerheid voor cliënten en medewerkers: goede zorg en een fatsoenlijk loon.”
Fatsoenlijk loon
De nieuwe Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) regelt dat wethouders een reële kostprijs moeten vaststellen voor verschillende vormen van Wmo hulp in hun gemeenten. Dan gaat het onder andere om huishoudelijke hulp, begeleiding en dagbesteding voor ouderen die dat nodig hebben. Die kostprijs moet gebaseerd zijn op een fatsoenlijk loon voor medewerkers, goede kwaliteit en continuïteit van zorg voor cliënten. Gemeenten kunnen daarmee ook beter sturen op vernieuwing van de ondersteuning thuis, zoals het combineren van huishoudelijk hulp en begeleiding.
Afspraken Van Rijn, FNV, CNV en VNG
De AMvB vloeit voort uit de afspraken die Van Rijn, FNV, CNV en VNG op 4 december 2015 hebben gemaakt en nadere raadpleging van de VNG en de sociale partners. Het kabinet legt de AMvB voor aan de Eerste en Tweede Kamer. Vervolgens wordt de AMvB voorgelegd aan de Raad van State.