Persconferentie na ministerraad 4 september 2015

Inleidend statement:
We hebben vanmorgen, voorafgaand aan het kabinetsberaad, gesproken over het komende Nederlandse voorzitterschap van de Europese Unie. De datum van 1 januari 2016 komt met rasse schreden dichterbij. Wij willen een praktisch en sober voorzitterschap, waarbij we ons vooral richten op groei en banen, het versterken van de interne markt: het Europa van de dingen en niet van de dingetjes. Daarbij zullen zonder enige twijfel ook allerlei zaken op ons af komen, in dat voorzitterschap, die je niet altijd van tevoren precies kunt voorspellen. Ook dat is onderdeel van een voorzitterschap. Een paar grote thema's zijn natuurlijk nu al te bevroeden, zoals te zijn het bestrijden van het jihadisme, de grote toestroom van vluchtelingen naar Europa. Dat zullen zeker thema's zijn die ook in ons voorzitterschap zullen spelen. En we zijn daarbij ook realistisch, want ook als voorzitter van de Europese Unie ben je nog steeds één van de 28. Je kunt in zo'n voorzitterschap geen ijzer met handen breken, maar we zullen wel proberen om de Europese samenwerking op een praktische manier een belangrijke stap verder te brengen.

Dan hebben we in de ministerraad natuurlijk ook gesproken over de vluchtelingenstroom. Afgelopen week hebben we verschrikkelijke beelden voorbij zien komen. En laten we met elkaar vaststellen dat achter al deze menselijke drama's een heel complex en tegelijkertijd buitengewoon urgent vraagstuk schuilgaat. En dat vereist dus ook, is onze overtuiging, een geïntegreerde Europese aanpak. Dat betekent dat we ons voor de taak gesteld zien om te zoeken naar een nieuw instrumentarium. We lossen dit probleem niet op met het bestaande instrumentarium. En dat betekent dus ook dat we langs alle mogelijke sporen geïntegreerd naar dit probleem moeten kijken, zowel nationaal als zeker ook in Europees verband. En daar gaan we de komende tijd mee verder.