Lintje voor de Moeder van de Nederlandse sport
Erica Terpstra vertrekt als voorzitter van de sportkoepel NOC*NSF. Namens minister Klink speekt SG Geert van Maanen haar toe: ‘Jij zat met het rood, wit, blauw tussen allemaal grijze mannen!’
Dames en heren, beste Erica,
We hebben in Nederland sporters die niet alleen beroemd zijn vanwege hun sportprestaties, maar ook vanwege hun taalgebruik. Johan Cruijff is natuurlijk de bekendste, maar ik denk ook aan Louis van Gaal –vooral nu we hem Duits horen praten - en sinds kort Erben Wennemars, als sportverslaggever. Maar iemand die in dit bijzondere rijtje niet mag ontbreken is natuurlijk Erica Terpstra.
Erica is te herkennen aan haar woordgebruik. Zeg kanjer en iedereen denkt: Erica Of wat te denken van fan-tas-tisch en machtig mooi! Spreek de woorden uit en je ziet Erica voor je.
Maar Erica is natuurlijk veel meer. Niet voor niets wordt ze ‘de moeder van de Nederlandse sport’ genoemd. Dat is een uitstekende omschrijving. Want zoals elke liefdevolle moeder, maakt Erica geen onderscheid. Haar gehele kroost is haar even lief. En haar kroost is uitgebreid!
Iedere sporter kan op haar steun rekenen.
Laatst las ik een interview met haar, waarin ze zei: Hoe kun je een gouden plak van zwemmer Pieter van den Hoogenband vergelijken met een clubmedaille van een gehandicapt jochie dat aan zijn ouders voor het eerst laat zien wat hij wél kan in plaats van niet?
Voor Erica zijn Pieter van den Hoogenband en de gehandicapte zwemmer even grote kanjers. En we weten allemaal dat ze allebei tijdens een wedstrijd even enthousiast worden aangemoedigd door Erica. Dat is Erica ten voeten uit.
Alle kanjers zijn gelijk, en dat geldt ook voor mensen buiten de sport. Toen Erica staatssecretaris van VWS was – zij is trouwens verantwoordelijk voor de S in de naam van het ministerie – kreeg iedereen aandacht van haar. Ambtenaren die haar begeleidden bij een bezoek aan een instelling of tijdens een congres, hadden het daar wel eens moeilijk mee. Zij moesten er immers voor zorgen dat Erica op tijd ergens was en op tijd haar toespraak hield. Maar voordat Erica in de zaal kwam waar ze werd verwacht, had ze al met verschillende mensen gesproken. De portier, de garderobemedewerker, de koffiejuffrouw, iemand die toevallig in de buurt was, ze konden allemaal rekenen op een hartelijk woord. Het maakte de organisatoren en de ambtenaren zenuwachtig, maar de mensen die ze had aangesproken vonden het prachtig.
Over haar periode als staatssecretaris gesproken: ze wist in die tijd het sportbudget van de overheid te verdubbelen. Dat deed ze door een debat te organiseren met de fractievoorzitters van de politieke partijen en ze uitspraken te ontlokken over het belang van de sport. Dat leidde ertoe dat Paars I in 1998 het budget met 100% verhoogde!
Als voorzitter van NOC*NSF was Erica niet anders dan als staatssecretaris. Ze bracht mensen bij elkaar en wist daardoor veel voor elkaar te krijgen. En ze was prominent aanwezig tijdens sportwedstrijden. Erica rende tijdens de Olympische Spelen van hot naar haar om zoveel mogelijk sporters aan het werk te zien. Om ze toe te juichen, aan te moedigen, te stimuleren. Of om ze te troosten, als dat nodig was.
Heel Nederland kent Erica als de enthousiaste supporter van het land. Gestoken in haar favoriete kleur oranje heeft ze menig sporter naar een medaille geschreeuwd.
Dat heeft overigens ook geregeld tot verbaasde blikken geleid van buitenlanders. Eén van de eerste keren dat Erica internationaal van zich liet spreken als enthousiaste supporter was in 1994. Tijdens het WK-vollybal in Athene. Nederland speelde in de finale tegen Italië en Erica nam als staatssecretaris Sport plaats op de VIP-tribune. Als enige vrouw tussen allemaal mannen in het grijs en gewapend met een rood- wit –blauwe plumeau. Vanaf de eerste service liet Erica van zich horen. Aanvankelijk leidde dat tot verbaasde blikken van de mannelijke bobo’s, maar als snel sloeg haar enthousiasme over en ontdooide de mannen. Ook zij begonnen de sporters aan te moedigen. Na afloop was Erica het stralende middelpunt van alle bestuurders. Ook al had Nederland de finale verloren.
We zijn nu 16 jaar verder. En nog steeds is een vrouwelijk sportbestuurder op de VIP-tribune een uitzondering. Over de gehele wereld zijn maar drie vrouwen voorzitter van het Nationaal Olympisch Comité van hun land.
En ook onder de Nederlandse sportbonden zijn maar weinig vrouwelijke bestuursleden. Dat kunnen we ook hier vaststellen. Hoe dat komt, daar zal ik nu niet op ingaan. Maar aan het geweldige voorbeeld dat Erica al die jaren is geweest, kan het niet liggen.
Ik wil dan ook graag een paar van haar aansprekende successen uit de afgelopen zeven jaar noemen.
- Onder Erica is er een nauwe band ontstaan tussen top- en breedtesport en tussen de verschillende landelijke sportorganisaties. Uiteindelijk heeft dat geleid tot het Olympisch Plan 2028.
- Erica heeft sport nooit als iets geïsoleerd beschouwd. Ze heeft altijd overtuigend gewezen op het maatschappelijk en gezondheidsbelang van sport. FC Twente is een goed voorbeeld en veel bedrijven zijn er van doordrongen dat een goede werknemer een sportende werknemer is.
- Erica heeft de gehandicaptensport geïntegreerd in de reguliere sport. Mensen met een beperking hoeven voor de meeste sporten niet meer naar een aparte vereniging, maar kunnen gewoon hun favoriete sport bedrijven bij de sportvereniging om de hoek. Bovendien konden de Paralympics op net zoveel steun van haar rekenen als de Olympische Spelen.
- De Nederlandse sport heeft een herkenbaar gezicht gekregen in het buitenland en dat is NOC*NSF ten goede gekomen.
U weet allemaal dat er nog veel meer te vertellen is over wat Erica in de sport heeft gerealiseerd. Maar ik wil het hier bij laten en graag overgaan naar iets anders. Daarvoor wil ik Erica uitnodigen naar voren te komen.
Beste Erica; Je hebt geregeld gezegd dat elke dag dat je op Papendal kwam om te werken, een cadeautje voor je was. Daar komt nu, na zeven jaar, een eind aan. Maar jouw afscheid van NOC*NSF wil volgens mij niet zeggen dat je de sport definitief verlaat. Ik ben er van overtuigd dat we zowel met betrekking tot de sport, als daarbuiten, nog veel van je zullen horen. Ik kan me niet voorstellen dat we in Nederland ‘de moeder van de sport’ nu definitief kwijt zijn.
Dit is echter wel het moment om te onderstrepen dat jij heel belangrijk bent geweest voor de Nederlandse sport. Daar kan niemand in Nederland omheen. En dat is ook aan de koningin niet onopgemerkt voorbij gegaan.
Beste Erica; het heeft hare majesteit de Koningin behaagd jou te bevorderen – je bent immers al Ridder – tot Officier in de orde van Oranje Nassau.