Patiënt centraal stellen levert echt resultaat op

Diabeteszorg is in Nederland hét paradepaardje voor de aanpak van chronische ziekten. Dat zei Ab Klink, demissionair minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, op 26 maart 2010 in zijn toespraak op Nationale Diabetesdag in Utrecht.

Dames en heren,

Het doet me genoegen u weer te ontmoeten. Ik hoorde wel dat we op tijd weg moeten, want de musical Josef staat hier straks weer. U weet wel, van die jongen met die gekleurde jas.
Nou, wij zijn met elkaar misschien niet zo muzikaal, maar wel minstens zo kleurrijk. Als u even om u heen kijkt, ziet u huisartsen, diëtisten, praktijk ondersteuners, verpleegkundigen, medisch specialisten, apothekers – ik vergeet er vast een paar.
Ik zou zeggen: welkom in de wondere wereld van de diabetespatiënt.
Je zult er maar helemaal zelf je weg in moeten zoeken! En dan maar hopen dat je ogen en voeten op tijd worden gecontroleerd…
Dit, dames en heren – al die verschillende zorg voor één aandoening - is dus de reden waarom samenwerking en samenhang zo broodnodig zijn.
Gelukkig zijn velen van u daar al volop mee bezig. Steeds meer huisartsen organiseren zich in zorggroepen. Dat is een fantastische ontwikkeling. Als u nog niet meedoet, zou ik willen zeggen: stap in! Mis die trein niet!
Maar het gaat natuurlijk niet alleen om samenwerken als zorgverleners onder elkaar. Het is minstens zo belangrijk dat de patiënt daarin de hoofdrol krijgt.
De patiënt centraal. Dat is de kern van nieuwe diabeteszorg.
En dat kan ook niet anders. Want diabetes hebben is hard werken. Mensen zeggen wel eens dat het een baan is. Maar eigenlijk is het nog meer.
Je bent er zeven dagen per week mee bezig, en 24 uur per dag. En dan niet, zoals bij een ministerschap, voor een kabinetsperiode of nog korter. Het is voor de rest van je leven. [En je bent nooit demissionair]
Dat kun je dus niet uitbesteden. Dat vraagt om eigen verantwoordelijkheid. Gezond leven, therapietrouw, je bloedsuikerspiegel in de gaten houden. Ofwel: zelf-management.
Heel belangrijk dus dat patiënten en zorgverleners sámen een zorgplan maken. Waarbij de zorgstandaard dan de kwaliteit garandeert.
We zien dat dit werkt. Ik haal graag de onderzoeken van professor Bilo aan van de Isala Klinieken en het UMC Groningen: de zorg voor mensen met diabetes is zó sterk verbeterd dat er steeds minder complicaties zijn en dat mensen echt een beter leven hebben.
Vanuit Den Haag doen we ons uiterste best om het voor u mogelijk te maken om die verbeteringen door te voeren. Daarom richten we het zorgsysteem in vanuit de vraag van de patiënt. Daarom spreken we nu af WAT er moet gebeuren, en niet meer primair WIE dat moet doen.
Daarom betalen we niet meer voor al die losse verrichtingen, maar voor de som der delen: voor de kwaliteit. Dát is prestatiebekostiging.
Het doorbreken van de schotten tussen de eerste en de tweede lijn hoort daar onlosmakelijk bij. Zodat bijvoorbeeld de huisarts en de internist samen in één zorgplan passen. En we laten zien wat dit nu eigenlijk oplevert. Zodat we de kwaliteit van de zorg kunnen blijven verbeteren.
Dames en heren, ik besef dat ik veel van u vraag. Anders werken, anders betaald worden, samenwerken, de patiënt centraal, transparantie. Het vraagt een compleet nieuwe manier van denken. Het is niet minder dan een cultuuromslag.
Maar het gaat al heel goed!
Diabeteszorg is in Nederland hét paradepaardje voor de aanpak van chronische ziekten. U bent het voorbeeld voor velen.
Kijk maar naar de begeleiding van mensen met een verhoogd risico op hart- en vaatziekten: dat gebeurt nu ook met zorgplannen en zorgstandaarden, en kan ook al integraal worden bekostigd. COPD zal dit jaar nog volgen, en ook voor hartfalen zijn we goed op weg.
We doen heel veel ervaring op, en dat is hard nodig.
Want mijn beleid voor chronisch zieken is geen vernieuwing om de vernieuwing. Het gaat mij om de patiënt. Die wordt er écht beter van.
En het gaat mij ook om het belang van ons allemaal.
Want we zijn dan wel goed op weg met de zorg voor chronisch zieken. We slagen er maar niet in de groei van het aantal mensen met diabetes af te remmen.

Gisteren heb ik een rapport van het RIVM in ontvangst genomen.
Dames en heren, het aantal diabetespatiënten zal tot 2025 waarschijnlijk verdubbelen. We dan gaan richting de 1,3 miljoen! Dat is toch een wrange constatering. We hadden immers gehoopt de stijging te kunnen beperken tot 15 procent.
Maar diabetes lijkt niet te stuiten. Dat komt niet alleen door de vergrijzing. Dat komt niet alleen door eerdere opsporing en betere overleving.
Dat komt ook door dat we er kennelijk nog niet in zijn geslaagd de sleutel tot preventie te vinden. Daar moet echt nog een flinke slag worden gemaakt.
Ik heb daarom ook grote verwachtingen van het Nationaal Actieplan Diabetes waarin preventie en zorg worden opgepakt.
Het is nu nog te pril om resultaten te benoemen, maar het moet ons toch lukken het tij te keren.
Dat is, nogmaals, ook een maatschappelijk belang.
Want we zien die verontrustende stijging bij alle chronische aandoeningen.
Artrose, COPD, hartziekten – ze zitten allemaal in de de top tien van meest voorkomende ziekten.
We leven nu in een land met 4,5 miljoen chronisch zieken. En dat worden er steeds meer.
Als we al die mensen op de oude manier blijven behandelen, dan is dat gewoon niet meer betaalbaar.
En het is trouwens ook niet meer te doen. We stevenen de komende 15 jaar af op een tekort van bijna een half miljoen werknemers in de zorg.
Dan moet je dus de handen ineen slaan en inzetten op kwaliteit en doelmatigheid. Dat is niet alleen het beste voor de patiënt, maar je bespaart ook op kosten en arbeid. Of, om met de Amerikaanse president Obama te spreken: saving lives and saving costs. Door minder complicaties. Minder ziekenhuisopnamen, minder dubbele diagnoses. Minder fouten. Minder overbehandelen. Door doelmatig werken en veel meer ICT.
Dames en heren, we willen het niet alleen anders doen. We moeten het anders doen. We hebben geen keuze. De agenda waar we voor staan – die groeiende zorgvraag en daar tegenover minder geld en minder arbeidskrachten  -  die agenda dwingt ons tot verandering.
Laten we inzetten op de baten van goede zorg. Want die zijn er volop. Een voorbeeld: datzelfde RIVM-rapport meldt dat steeds meer chronisch zieken zich gezond voelen en goed functioneren.
We bieden mensen dus meer goede jaren, ook als ze ziek zijn. Jaren waarin mensen ook actief kunnen blijven op de arbeidsmarkt. Heel belangrijk als je iedereen hard nodig hebt.
Zelfmanagement en samenhangende zorg werpen echt hun vruchten af. Ga er dus vooral mee door. En als u nog niet meedoet: stap in.
Ik wil tot slot nog even ingaan op de woorden van de vorige spreker, die ons heeft verteld hoe het in Denemarken staat met de diabeteszorg.
Ik herken veel in de uitdagingen die Allan Flyvbjerg heeft benoemd.
Neem transparantie. Een absolute must. Als je laat zien wat je resultaten zijn, geef je burgers de kans om te kiezen en kunnen verzekeraars scherper inkopen. Transparantie verhoogt de kwaliteit en is essentieel voor prestatiebekostiging. Maar dan moet je wél goede maatstaven hebben om die kwaliteit te meten. Bij welke bloedwaarden vinden we dat het goed gaat met een patiënt? Dat soort indicatoren zijn we nu aan het koppelen aan de zorgstandaarden.
Ook het op één lijn krijgen van de mensen in het veld, wat Allan Flyvbjerg noemde, is een voorwaarde voor succes. De kracht om veranderingen door te voeren zit bij u, bij de mensen die het moeten gaan dóen. Integrale zorg bieden werkt alleen als alle partijen hun verantwoordelijkheid nemen. Zoals Denemarken een taskforce van professionals heeft, zo werken ook bij ons deskundigen uit de wereld van patiënten, aanbieders en verzekeraars samen. Vorige week hebben zij mij nog een voorstel aangeboden om de zorgstandaarden voor chronische ziekten te harmoniseren.
Het werken met zorgstandaarden wordt daardoor overzichtelijker. U zult hier zeker meer over gaan horen.
Dan toch nog over die ICT. Dat we daar veel te weinig gebruik van maken, geldt helaas voor Nederland evenzeer als voor Denemarken. Naar mijn stellige mening staan we wat dit betreft echt nog in de kinderschoenen. Ik verwacht veel van elektronische patiëntendossiers. Maar ik zie in de praktijk nog te veel stagnatie. De echte cultuuromslag heeft nog niet plaatsgevonden. En dat is wèl nodig. Zeker in het licht van de ontwikkelingen die ik u heb geschetst.  
We kunnen nog heel veel winst behalen met ICT en met doelmatiger werken. Ik vind dat we verplicht zijn dat te doen, want het alternatief is: de rekening van de stijgende zorgkosten bij de burger neerleggen. Dat is niet alleen slecht voor de koopkracht, maar ook een schijnoplossing die de zorg niet goedkoper, beter of doelmatiger maakt.

Dames en heren, we zijn allemaal hard aan het werk.
De tijd van nadenken over ziektemanagement, integrale zorg en prestatiebekostiging ligt achter ons. We zijn het nu aan het dóen.
En tegelijkertijd moeten we constateren dat deze grote operatie veel energie en doorzettingsvermogen van alle partijen vereist. En dat over een periode van jaren.
Laten we allemaal ons doel voor ogen houden: betere zorg voor de patiënt, minder complicaties. Een beter leven voor mensen met een aandoening  die niet meer over gaat. Daar gaat het u om. Daar gaat het mij om.

Ik wens u veel succes en doorzettingsvermogen!