4,5 miljoen euro voor Generation R
‘Het mooie van Generation R is dat de resultaten heel bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk van opvoeden en opgroeien en daar ook naar worden doorvertaald.’ Dat zei minister Rouvoet tijdens zijn bezoek aan Generation R. Daarbij maakte Rouvoet bekend Generation R met 4,5 miljoen euro te steunen om de volgende onderzoeksfase, Focus op 9, op te zetten
Dames en heren,
Met veel plezier kom ik hier weer terug na de opening van het onderzoekscentrum in 2008. De val van het Kabinet had veel onverwachte gevolgen zoals ministers die er voor hun kinderen willen zijn. Dat laat wel zien dat J&G zijn meerwaarde heeft bewezen.
Hartelijk dank voor jullie schets van Generation R.
Er is al veel ontdekt over het opgroeien en opvoeden van kinderen en er staat ons nog een schat aan informatie te wachten.
Volgens mij beseffen we nog niet eens helemaal hoe waardevol dat is. Wat we wel weten is dat inzichten in de ontwikkeling van kinderen bijdragen aan onze missie: alle kansen voor alle kinderen. Hoe meer we weten, hoe beter we kinderen kunnen ondersteunen op hun weg naar volwassenheid. Dat had voormalig staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mevrouw Ross al goed in de gaten. Zij besloot destijds Generation R te steunen bij het opzetten van ‘Focus op 5’. Bij de opening van het onderzoekscentrum merkte ik dat ook prinses Maxima Generation R een warm hart toedraagt. Het programmaministerie voor Jeugd en Gezin is samen met het ministerie van VWS Generation R blijven ondersteunen via ZonMw. Met zeer goede resultaten begrijp ik ook van ZonMw.
Zo levert het belangrijke nieuwe inzichten op over allerlei invloeden tijdens de zwangerschap op de gezondheid van het kind en over de ontwikkeling van kinderen in de eerste levensjaren. We weten nu bijvoorbeeld dat er bij moeders met een lagere opleiding vaker sprake is van zwangerschapsvergiftiging en dat er daardoor een duidelijk negatief effect is op de groei van het kind in de baarmoeder. Dat heeft zijn weerslag op de gezondheid van jonge kinderen.
Zo is ook gebleken dat jongetjes van vaders met depressieve klachten tijdens de zwangerschap van hun partner bij zes maanden vaker angstig zijn. En dat vaders met depressieve klachten vaker huilbaby’s hebben. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden.
En zo komt er nog veel meer kennis aan als ook de gegevens van de vijfjarigen onderzocht worden. Het is in ieder geval bruikbare informatie in ons streven kinderen alle kansen te geven en te ondersteunen in het versterken van de eigen kracht van ouders en opvoeders.
Wat onze ondersteuning betreft heb ik zo nog een klein nieuwtje.
Waarom is Generation R zo belangrijk? Met de informatie van Generation R kunnen antwoorden gevonden worden op de vele vragen die we hebben over de gezondheid en het gedrag van kinderen. Waarom gaat het met veel kinderen goed? En met andere kinderen juist niet?
Welke effecten hebben leefpatronen en eetgewoonten op kinderen?
Welke rol speelt de omgeving van kinderen bij hun ontwikkeling?
En als beide ouders werk en gezin combineren, welke invloed heeft dat op de ontwikkeling van een kind?
Het zijn slechts een paar voorbeelden van de zaken waar we met informatie van Generation R meer duidelijkheid op kunnen krijgen. Informatie waar ook de overheid en Jeugd en Gezin veel aan kunnen hebben. Bijvoorbeeld als het gaat om zo’n onderwerp als de combinatie van werk en gezin en de effecten op kinderen. Zo’n onderwerp staat niet voor niets in de Gezinsnota. Het is een onderwerp dat de laatste tijd veel aandacht krijgt. En dan bedoel ik niet alleen de persoonlijke beslissingen van mijn collega’s net voor het weekend.
Hoe meer we weten over de effecten op kinderen en jongeren hoe beter we hen -én hun ouders en opvoeders – kunnen ondersteunen bij het opgroeien en opvoeden.
Het mooie van Generation R is dat de resultaten heel bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk van opvoeden en opgroeien en hun doorvertaling ook vinden. Bijvoorbeeld via de zorg voor zwangeren en straks, als de resultaten voor de vijfjarigen bekend zijn, naar de jeugdgezondheidszorg. Een mooi voorbeeld van onderzoek dat nog loopt, vind ik trouwens dat van de verschillen tussen vaders en moeders bij het spelen met kinderen en welke effecten dat heeft op een kind. U liet het net ook zien. Net als de cheating game die u liet zien. Dat ga ik thuis proberen.
Bijzonder zijn ook die 10.000 deelnemertjes en hun ouders, die steeds tijd vrij maken om aan het onderzoek mee te doen. Dat heb ik ook weer ervaren tijdens de opening van Focus op 5 in november 2008. Grenzeloos commitment. En wat te denken van de inzet en het enthousiasme van medewerkers van Generation R. Mijn complimenten.
De oudste kinderen worden binnenkort negen en zijn dan halverwege de basisschool. Ze staan voor hun puberteit. Een belangrijke, maar ook kwetsbare periode. Een goed moment om -bij wijze van spreken- een nieuwe foto van de deelnemers te maken. U bent van plan om met de kinderen ook de gezinnen waarin zij opgroeien goed in beeld te brengen. Dat spreekt mij zeer aan.
Waarom?
U wilt er met een volgende ronde onderzoek, Generation Focus op 9, graag achter komen waarom bepaalde gezondheidsproblemen of ontwikkelingsvraagstukken vooral vaak in bepaalde families of gezinnen voorkomen.
Een helder antwoord kan helpen bij het vinden van handvatten om bijvoorbeeld gedragsproblemen of chronische ziekten te voorkomen. En dat is in het belang van onze jeugd.
De medewerkers van Generation R weten de aandacht van de kinderen én hun ouders goed vast te houden. Dat blijkt wel uit de cijfers en de feiten. De deelnemers aan het onderzoek zijn soms met behulp van veel vriendelijke herinneringen, zoals ik al zei, bijzonder trouw. In de jaren dat het onderzoek loopt, hebt u meer dan 90 procent van de deelnemers vast kunnen houden. Dat is een goed teken en dat zegt iets over uw aanpak en het succes ervan. En zoals de kinderen groeien, groeit Generation R naar een volgende onderzoeksfase. U gaat zich voorbereiden op de negenjarigen. Met hen maakt u een ontwikkeling door die ik graag wil steunen. Daarom heb ik aardig nieuws.
Ik kan u vandaag namelijk vertellen dat het programmaministerie voor Jeugd en Gezin Generation R graag wil ondersteunen bij de volgende ronde van het onderzoek, Focus op 9. Het is wel crisistijd, maar het is toch belangrijk. Negen jaar is een levensfase waarin leeftijdsgenoten een steeds groter effect krijgen op kinderen.
U geeft het al aan, 9 is een belangrijke leeftijd als het gaat om de ontwikkeling van gezondheid- en gedragsproblemen voor kinderen.
Daarom stel ik een bedrag van 4,5 miljoen euro beschikbaar. Geld waarmee u de onderzoeksruimte kunt aanpassen voor de nieuwe onderzoeksronde en de medewerkers in kunt zetten die het onderzoek bij de negenjarigen uitvoeren.
En dat onderzoek moet, net als bij Focus op 5, zo goed en prettig mogelijk verlopen. Waar kinderen van 5 nog wel aandacht hebben voor handpoppen en meetboekjes, daar moet je voor kinderen van 9 iets anders en uitdagenders bedenken.
Ik weet zeker dat u daar mee uit de voeten kunt. Ik heb dat al gezien bij Focus op 5.
Ik wil u veel succes toewensen met het vervolg van Focus op 5 naar Focus op 9. U allemaal, deelnemers en medewerkers.
-0-0-0-