Rouvoet investeert in onderzoek 9-jarigen
Demissionair minister Rouvoet investeert 4,5 miljoen euro in het onderzoek “Generation R” waarmee Erasmus MC gedragsproblemen bij jongeren onderzoekt. Hiermee wordt een volgende fase in het onderzoek mogelijk.
‘Het mooie van Generation R is dat de resultaten heel bruikbaar zijn in de dagelijkse praktijk van opvoeden en opgroeien en daar ook naar worden doorvertaald,’ aldus Rouvoet. ‘Bijvoorbeeld via de zorg voor zwangeren en straks, als de resultaten uit het onderzoek naar vijfjarigen bekend worden, naar de jeugdgezondheidszorg. Het programmaministerie voor Jeugd en Gezin wil daarom graag de volgende ronde van het onderzoek steunen’.
Generation R spoort gedragsproblemen op bij kinderen
Generation R houdt zich bezig met vroege opsporing van gedragsproblemen bij kinderen. Frank Verhulst, afdelingshoofd Kinder- en Jeugdpsychiatrie van het Erasmus MC: ‘In dit onderzoeksgedeelte richten we ons vooral op stoornissen die gebaat zijn bij vroege behandeling, bijvoorbeeld door middel van de opvoeding, verandering van de leefomgeving of medicatie. Het gaat dan vooral om agressief gedrag, om hyperactief gedrag, zoals ADHD, en om angststoornissen.’
Binnen Generation R wordt langs drie wegen onderzoek gedaan. Om een goed beeld te krijgen, worden de kinderen geïnterviewd, geobserveerd en worden ouders en leerkrachten gevraagd vragenlijsten in te vullen.
Investering maakt volgende fase mogelijk
‘Deze investering stelt ons in staat om de volgende fase van Generation R te realiseren’, aldus Vincent Jaddoe, directeur van Generation R. ‘In deze fase zullen wij alle 10.000 deelnemertjes uitgebreid onderzoeken wanneer zij de leeftijd van negen jaar bereiken. Wij noemen de nieuwe onderzoeksfase daarom “Focus op 9”. Dit is het vervolg op de onderzoeksfase “Focus op 5”, waarin alle deelnemertjes uitgebreid werden onderzocht toen zij vijf jaar werden. Wij proberen er zo achter te komen waarom bepaalde gezondheidsproblemen of ontwikkelingsvraagstukken bij sommige kinderen meer voorkomen. Een antwoord daarop kan helpen bij het vinden van handvatten om bijvoorbeeld gedragsproblemen of chronische ziekten te voorkomen.’