Toespraak staatssecretaris De Vries 'Maak jezelf zichtbaar'
Staatssecretaris De Vries (Defensie) heeft op 11 maart 2010 het congres 'Maak jezelf zichtbaar' van het Defensie Vrouwen Netwerk geopend. Het doel van de themadag was de positie en de zichtbaarheid van (geüniformeerde) vrouwen te verbeteren.
Let op: Alleen gesproken woord geldt!
Dames en heren,
We leven in het jaar 2010.
140 jaar nadat Aletta Jacobs als eerste vrouw werd toegelaten om te studeren aan de HBS.
92 jaar nadat Suze Groeneweg als eerste vrouw werd gekozen in ons parlement.
88 jaar naar de invoering van het actief vrouwenkiesrecht.
In de 21ste eeuw is de situatie natuurlijk enorm verbeterd. Niemand kijkt meer gek op van een vrouwelijke minister. En ook in het bedrijfsleven staan vrouwen aan de top.
Toch staan we hier vandaag niet tevreden met de armen over elkaar. De meest opvallende barrières zijn geslecht. Maar over barrières in de schaduw kun je nog lelijk struikelen. En juist die barrières laten zich soms lastig opsporen en opruimen.
Ik heb het dan bijvoorbeeld over een typische mannencultuur. Waar aandacht voor meer vrouwen wordt weggezet als ‘gezeur’.
Maar ook over arbeidsvoorwaarden. Waar deeltijdwerken – óók voor mannen – nog altijd niet bespreekbaar is. Of slecht voor je carrière.
Dat speelt in veel beroepsgroepen. Ook in de geüniformeerde beroepen. De brandweer, de politie, de krijgsmacht. Organisaties die u hier vandaag vertegenwoordigt.
De meest gehoorde negatieve reactie op genderbeleid is vaak: waarom die extra aandacht voor vrouwen? Als vrouwen hier willen werken, dan kloppen ze wel op de deur. Of: het gaat toch prima zo? Waarom zouden we per se meer vrouwen moeten hebben?
Mijn antwoord is dan:
Stel je voor, je stuurt je kind naar school. En acht jaar lang zijn alle leraren vrouw. Zou je dat ok vinden?
Ik niet.
Niet voor niets is het spreekwoord: It takes a village to raise a child.
Diversiteit is goed. Diversiteit is gezond.
Op school. In een ziekenhuis. Bij de politie. Bij de brandweer. En bij de krijgsmacht.
Actief vrouwenbeleid heeft niets te maken met voortrekken, alleen omdat je meer vrouwen wilt. Actief vrouwenbeleid is nodig. Simpelweg omdat je als evenwichtig samengestelde organisatie beter presteert.
Bij de krijgsmacht zijn daar heel heldere voorbeelden van. Bijvoorbeeld uit Afghanistan. Daar zouden we ons werk niet kunnen doen zonder vrouwelijke tolken. Of de vrouwelijke voetpatrouille.
Onze vrouwelijke militairen leggen contact met de Afghaanse vrouwengemeenschap. Zij zorgen zo voor cruciale informatie. Die bijdraagt aan de veiligheid van onze troepen. Die bijdraagt aan het bereiken van betere resultaten in de dorpen.
Maar ook in een eenheid is het goed om een vrouwelijke commandant te hebben. Die een uitdaging net even van een andere kant bekijkt.
Wat mij betreft dus: meer vrouwen bij Defensie. Meer topvrouwen bij Defensie.
Daarom heb ik drie dagen geleden speed-dates gehouden met tachtig van onze hoogste vrouwelijke militairen. En daarom sta ik vandaag hier. Ik wil meer vrouwen met balken en sterren bij mij aan tafel.
Daarom mag de majoorsopleiding van mij niet vol zitten als een talentvolle vrouw zich aanmeldt.
Daarom heb ik gezegd dat we elk jaar twee vrouwen opleiden voor generaal.
Daarom ook heb ik in januari het Charter Talent naar de Top ondertekend. Waarmee we ons als Defensie verplichten te laten zien wat we doen en wat het oplevert. Als stok achter de deur.
Als staatssecretaris spoor ik ook het management bij Defensie aan. Om te zorgen dat we moderne arbeidsvoorwaarden bieden. Voor mannen én vrouwen. Om te zorgen dat zij niet afhaken als ze een jong gezin hebben. Om te zorgen dat we talent in de peiling houden. En voordragen voor bevordering.
Hierbij kunnen we best eens flexibeler kijken naar de criteria. Als een goede vrouwelijke generaals-kandidaat een afwijkende loopbaan achter de rug heeft. Moeten we haar dan omwille van een gegroeide traditie passeren voor de 'generaalsopleiding' HDV?
Of moeten we zeggen: we leven in het jaar 2010. Dit zijn de gevraagde competenties. Deze vrouwelijke militair voldoet daaraan. We gaan het aan?
Ik denk het laatste. Flexibeler kijken naar onze talentvolle vrouwen. Meer maatwerk. Zonder afbreuk te doen aan kwaliteit.
Daarmee ligt de bal bij mij. Aan mij de taak af en toe stevig op het gaspedaal te staan binnen Defensie.
Daarmee ligt de bal bij het management. De commandanten moeten op de werkvloer kansen bieden en daarmee soms de weg van de meeste weerstand bewandelen.
Daarmee ligt ook de bal bij de vrouwelijke militair. Want als wij dan de bal voor het doel leggen – is het aan jullie om in te schieten.
Ook als dat betekent dat je bijvoorbeeld een paar jaar commandant in het hoge noorden moet worden. En je familie en vrienden daardoor een tijdje lastiger kunt zien. Sommige plaatsingen horen erbij. Ook als ze wat minder goed uitkomen in je privé-leven. Ook als dat betekent dat je er andere dingen voor moet laten. We vragen dan van al onze militairen. Man en vrouw.
Laat Defensie daar niet in de steek. Wij kunnen de bal op die stip leggen. Maar jullie moeten hem inschieten.
En als we dan even uitzoomen. Naar Defensie, brandweer en politie. Dan is een intrigerende vraag hierbij natuurlijk: wat kun je als vrouw zelf doen om eerder op de radar te komen? Zeker in deze van oudsher ‘mannenbolwerken’.
De titel van het congres vandaag geeft daar een goede voorzet voor. ‘Maak jezelf zichtbaar’.
Hoe doe je dat?
Een aardig voorbeeld daarvan is vandaag in jullie midden. Ik doel op Maartje Aleman, in het dagelijks leven brandweercommandant. Zij won in 2009 de "LOF Working Mom" verkiezing. Maartje maakte de overstap van bedrijfsleven naar de brandweer om actief een rol te vervullen in de samenleving. Ik begreep dat ze vanmiddag ook in het discussiepanel zit, misschien kan zij een bron van inspiratie zijn!
Welke opties er nog meer zijn om je talent zichtbaar te maken, zult u vandaag uitgebreid horen in de vele workshops.
Ik denk dat we daar allemáál veel van kunnen leren.
Ik wens u een leerzame en inspirerende dag toe.