Rouvoet en provincies eens over andere aanpak jeugdzorg voor twee jaar
Minister Rouvoet en de provincies (verenigd in IPO) en stadsregio’s zijn akkoord over een tweejarig afsprakenkader. Voor de jeugdzorg is in 2010 een budget beschikbaar van 1.135 miljoen euro. In 2011 gaat het om 1.156 miljoen euro. Met deze afspraken wordt twee jaar bestuurlijke en financiële rust gecreëerd in de jeugdzorgsector.
Zorg voor alle kinderen
Aan alle kinderen wordt de zorg geboden die nodig is. Kinderen in crisissituaties worden direct geholpen. De inzet is dat kinderen binnen negen weken worden geholpen. Langer wachten kan als dat volgens Bureau Jeugdzorg verantwoord is.
Trendbreuk door andere aanpak
In 2010 en 2011 wordt ingezet op het terugdringen van de groei van de vraag naar jeugdzorg. Ambulante jeugdzorg zonder indicatiebesluit wordt mogelijk, met het doel om kinderen en gezinnen eerder te helpen met lichtere zorg en het beroep op meer specialistische zorg te beperken. Provincies, gemeenten en jeugdzorginstellingen spreken af hoe de meer preventieve jeugdzorg op lokaal niveau en zwaardere vormen van jeugdzorg op provinciaal niveau beter kunnen aansluiten. Provincies krijgen maximale ruimte bij het besteden van geld.
Ook zijn er afspraken gemaakt die moeten leiden tot een afname van de vraag naar zwaardere vormen van jeugdzorg. De gemeenten zijn daarbij een onmisbare partner. De minister gaat in gesprek met de VNG om binnen het bestuursakkoord tussen Rijk en gemeenten tot ondersteunende afspraken te komen over de inzet van gemeenten op het terrein van preventie, vroegsignalering en lichte pedagogische hulp. In samenhang daarmee zullen de provincies met gemeenten concrete afspraken maken om de groeiende vraag naar dure geïndiceerde (tweedelijns) jeugdzorg verder te beperken, en de uitstroom te bevorderen.
Pleegzorg en gezinshuizen
De provincies en stadsregio s zijn er de afgelopen drie jaar in geslaagd om een efficiencywinst van 17% te boeken. Met de minister hebben ze afgesproken dat ze een uiterste inspanning doen om nog efficiënter te werk te gaan. Samen zetten de provincies en minister zich er de komende jaren voor in dat meer kinderen die geïndiceerde zorg nodig hebben gebruik kunnen maken van pleegzorg en gezinshuizen in plaats van in relatief dure residentiele zorg. Rouvoet ondersteunt de provincies daarbij door de positie van pleegouders te versterken, hun financiële vergoeding te verhogen en een wervingscampagne te starten. De uitstroom van jongeren uit zwaardere vormen van zorg wordt verbeterd, het werken met bewezen methoden wordt verder gestimuleerd en de efficiency wordt verbeterd.