Balkenende houdt Europalezing
Minister-president Balkenende heeft in Den Haag de Europalezing 2009 gehouden, getiteld 'Europa: een unieke geschiedenis, een unieke toekomst'.
De toespraak is in het Engels gehouden.
Europa: een unieke geschiedenis, een unieke toekomst
Excellenties, dames en heren,
De Nederlandse schrijver Cees Nooteboom verbleef van begin 1989 tot de zomer van 1990 in Berlijn. Hij hield een verslag bij. Op 10 juni 1989 noteerde hij:
"Iemand maakt een grap: West-Berlijn, ruim een miljoen vrije mensen in een kooi. Zo voelt het niet altijd, maar vreemd genoeg wel als je er uit rijdt. Je merkt hoe de hekken tappelings toelopen, hoe je ergens ingesluisd wordt. Ineens ben je binnen, terwijl je toch juist ergens uitgaat. Een woud van lampen. Het terrein kaal, wijd maar de te nemen koers daarin streng en smal uitgezet. De formules blijven streng. Of ik kinderen bij me heb? Die heb ik niet bij me. Of ik een telefoon in mijn auto heb? Die heb ik niet. Of ik mijn zonnebril af wil zetten, mijn gezicht naar de wachter wenden. Dat wil ik, en het klopt. Ik ben ik. Nu mag ik door naar de volgende wachtpost. Tweede controle, alles zeer vriendelijk. Niets op de gezichten dan de uitdrukking van werk. En dat is het natuurlijk ook. Het zijn jonge jongens, Ze zijn beleefd, maar streng. Er komt nog een derde controle, en soms een vierde. Al die tijd rijd je als de schildpad die nooit door Achilles kan worden ingehaald. Een bord: in de DDR 0% alcohol! Traag stroom je eruit, erin. En dan ben je in het andere land van hetzelfde land."
Dit was Europa nog maar twintig jaar geleden. Verdeeldheid. Verwijdering. Dreiging. Intimidatie. Angst. Afstand.
Nooteboom schrijft erover in zijn boek "Berlijnse notities". In het eerste deel van zijn boek. Want plotseling bevond hij zich in het midden van een draaikolk van gebeurtenissen die elkaar in een adembenemend tempo opvolgden. In het midden van een door het volk afgedwongen vreedzame omwenteling. In het midden van één van de meest bepalende momenten in de Europese geschiedenis. Een moment dat ook de toekomst van Europa bepaalde.
Tijdens deze Europalezing wil ik stilstaan bij dit verleden én bij de toekomst. Wat ging er aan die 9e november 1989 vooraf? Hoe is in Europa in de afgelopen twintig jaar omgegaan met deze nieuwe werkelijkheid? En welke uitdagingen staan Europa de komende twintig jaar te wachten? Hoe ziet Europa eruit in 2029?
1989
Met de val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 kwam er een einde aan een tijdperk. Decennialang was de Muur het symbool van een verdeeld Europa. Wij tegen zij. Kapitalisme tegen communisme. Vrijheid tegen gevangenschap.
Dit was het verdeelde naoorlogse Europa dat in die ene nacht is weggevaagd. In de ochtend van 10 november was Berlijn anders. Was Duitsland anders. Was Europa anders. Voorgoed.
Het is terecht dat deze historische gebeurtenis nu - twintig jaar later - volop in de belangstelling staat. In de kolommen van tijdschriften en kranten komen de hoofdrolspelers van toen weer aan het woord. De bestuurders, maar bovenal de burgers. De val van de Muur was immers hún overwinning, hún droom die werkelijkheid werd. In vele televisiereportages komen de beelden van toen weer voorbij. De beelden van de mensen die bovenop de Muur klommen en daar dansten en schreeuwden van vreugde. De beelden van de mensen die met alles wat ze maar in handen konden krijgen die muur aan stukken sloegen. De beelden van de mensen die zonder moeite de beroemde en beruchte grenspost Checkpoint Charlie passeerden.
De gespleten stad kolkte van euforie en eenheid. Het is echter goed te beseffen dat de gebeurtenissen in Berlijn niet op zichzelf stonden. Op heel veel plaatsen in het oostelijk deel van Europa broeide en rommelde het dat jaar. In vele landen hingen veranderingen in de lucht - op economisch, sociaal en politiek terrein.
Als we ons alleen zouden concentreren op die Muur, dan zouden we geen recht doen aan Michail Gorbatsjov die met zijn glasnost en perestrojka de ijzeren greep van Moskou op het oostelijk deel van Europa versoepelde en de verhoudingen tussen Oost en West verbeterde.
We zouden geen recht doen aan de moed van de Poolse arbeiders en hun vakbond Solidariteit onder leiding van Lech Walesa.
We zouden geen recht doen aan de hervormingen in Hongarije die al op 2 mei 1989 uitmondde in het openen van de grens met het Westen. Het eerste signaal dat het IJzeren Gordijn opzij geschoven zou worden.
En we zouden geen recht doen aan de duizenden en duizenden kelen die in oktober 1989 in Leipzig scandeerden: Wir sind das Volk!
In retrospectief waren dit allemaal tekens aan de wand. En toch kwam de val van de Muur als een verrassing. Het verdwijnen van die scheidingswal ging het voorstellingsvermogen eenvoudigweg te boven.
Maar het volk snakte naar verandering. En die kwam er. Omdat het communisme vermoeid was en het volk moe van het communisme.
Bij velen van ons staan de beelden uit 1989 in het geheugen gegrift. Maar er is inmiddels ook een hele generatie mensen die aan de val van de Muur geen enkele persoonlijke herinnering heeft. Omdat ze nog te klein waren om het bewust mee te maken. Of omdat ze nog niet geboren waren. Voor hen zijn de beelden nieuw en de verhalen vers. Voor hen is deze herdenking cruciaal. Om er bewust van te worden dat Europa niet altijd één is geweest. Om te beseffen dat miljoenen mensen niet vanaf hun jongste jaren de zoete smaak van vrijheid en democratie hebben geproefd. Om de geschiedenis van Europa in het juiste perspectief te kunnen plaatsen. Want wie zijn verleden kent, kan de toekomst begrijpen.
1989 - 2009
De wereld zag er na de omwenteling anders uit. Hoe is Europa omgegaan met deze nieuwe werkelijkheid? De gebeurtenissen volgden elkaar in ieder geval in een duizelingwekkend tempo op. Al op 3 oktober 1990 was de officiële Wiedervereiniging tussen de twee Duitslanden een realiteit. Hongarije werd op 23 oktober van datzelfde jaar formeel een democratische rechtsstaat. En na de Fluwelen Revolutie konden de twee naties die al sinds 1918 samen de staat Tsjecho-Slowakije hadden gevormd weer uiteengaan. Op 1 januari 1993 was deze scheiding formeel. Een scheiding zonder tranen, zonder één druppel bloed.
Een fundamentele transformatie van Midden- en Oost-Europa kwam op gang. Politieke, economische en sociale systemen werden volledig gereconstrueerd. Het gemeenschappelijke huis van Europa - om de metafoor van Gorbatsjov maar te gebruiken - werd grondig verbouwd. Democratische rechtsstaten en sociale markteconomieën werden langzaam maar zeker opgebouwd en vervolmaakt. Internationale contacten werden aangehaald. Kernwaarden als vrijheid, democratie, identiteit en verantwoordelijkheid werden ook in deze landen de leidende principes.
Het is een uniek proces geweest. Een proces dat nergens ter wereld een precedent kent. Een proces dat de kracht en weerbaarheid van Europa heeft getoond. Stabiliteit en veiligheid hebben in de meeste Europese landen stevig wortel geschoten. En dat zonder bloedvergieten - een zeer, zeer pijnlijke episode op de Balkan begin jaren negentig uitgezonderd. De pijn van die gebeurtenissen wordt ook vandaag in Nederland nog gevoeld.
Anno 2009 kunnen we alleen maar zeggen dat de politieke, maatschappelijke en economische hervorming in Midden- en Oost-Europa een succesvol proces is geweest. Bovenal voor de burgers die jarenlang weggestopt werden achter een scheidingsmuur. Slovenie en Slowakije zijn bijvoorbeeld inmiddels lid van de Monetaire Unie. En kijk ook naar de groei en vooruitgang in Polen - het land van de vorige spreker Jacek Saryusz-Wolski.
Was het Bruto Nationaal Product van Polen begin jaren negentig nog ongeveer 30% van het EU-gemiddelde, nu is dat bijna 55%. Het percentage jongeren dat studeert is in de jaren 1990 - 2008 gestegen van 10% tot 40%. De levensverwachting van de Polen was in 1989 nog 71 jaar, maar is inmiddels gestegen tot 76 jaar. En het aantal buitenlandse reizen dat de Polen maken, steeg van 10 miljoen in 1989 tot 50 miljoen in 2008. Kortom, de levensstandaard van de Polen is de afgelopen twintig jaar met sprongen vooruit gegaan. En datzelfde beeld zien we terug in andere landen in Midden- en Oost-Europa.
Maar de val van de Muur heeft niet alleen de levens veranderd van de burgers die achter het IJzeren Gordijn woonden. Want laten we niet vergeten dat ook voor de landen die aan de 'goede' kant van de Muur lagen, de omwenteling ongekende - positieve - gevolgen had.
Ook de ontwikkeling van het Europa van de 12 - want uit zoveel landen bestond de Europese Gemeenschap in 1989 - raakte in een stroomversnelling.
Zo werd twee jaar na de Val van de Muur het Verdrag van Maastricht ondertekend. In Maastricht werd de basis gelegd voor verdere politieke en economische eenwording van de Europese Unie, voor het vrij verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal, voor die ene gezamenlijke munt - de Euro - , voor een Europese rol bij het bevorderen van een gezond begrotingsbeleid in de lidstaten en voor een gemeenschappelijk buitenlands beleid.
In 1993 reikte de Europese Gemeenschap de landen in Midden- en Oost-Europa de hand. Zij kregen het perspectief op lidmaatschap. Mits ze voldeden aan het totaalpakket van regels, normen en waarden van de Gemeenschap. De handschoen werd daadkrachtig opgepakt. Economieën werden hervormd. Democratische instituten opgebouwd. Pijnlijke maatregelen niet geschuwd. Het was een lange, zware weg.
Maar de beloning kwam op 1 mei 2004. Op die dag kwam er formeel een einde aan de breuk die ons oude continent sinds 1945 verdeelde. Op die datum traden tien nieuwe lidstaten toe tot de Europese Unie: Cyprus, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Malta, Polen, Slovenië, Slowakije en Tsjechië.
De officiële toetredingsceremonie die bij deze gelegenheid werd gehouden in Dublin staat mij nog helder voor de geest. Het was een emotionele bijeenkomst. Alle aanwezigen beseften en voelden hoe groots dit moment was. Bij verschillende leiders van toetredende landen stonden de tranen van geluk in de ogen. Het waren tranen die een tijdperk afsloten en een nieuwe toekomst inluidden. Ik zal die tranen nooit vergeten.
Dames en heren,
Niemand kon in 1989 voorzien hoe Europa er in 2009 uit zou zien. Zelfs in de stoutste dromen van toen is dit scenario nooit voorbij gekomen - dat weet ik zeker. De transformatie van Europa in de afgelopen twee decennia was ingrijpend en fundamenteel. Een transformatie die in mijn ogen met het Verdrag van Lissabon is afgerond. Dit Verdrag maakt de Europese Unie van de 27 lidstaten democratischer en daadkrachtiger. Efficiënter en eerlijker. Weerbaar en werkbaar.
Met het Verdrag van Lissabon gaat Europa een nieuwe fase in. Een fase waarin we minder naar binnen en meer naar buiten moeten gaan kijken. Noodgedwongen hebben we in Europa de afgelopen twintig jaar veel tijd en energie gestoken in onszelf. In de hervormingen. In de uitbreidingen. In de aanpassingen.
Dat was onvermijdelijk en ook goed, maar nu is het de hoogste tijd om ons te richten op de wereld om ons heen. Want ook daar is het nodige aan de hand. Ook daar buitelen de veranderingen in een ongekend tempo over elkaar heen.
De vraag is gerechtvaardigd welke uitdagingen Europa de komende twintig jaar te wachten staan. Hoe ziet Europa er in 2029 uit? Ik wil drie thema's noemen waar Europa zich de komende twintig jaar op zou moeten concentreren: Europa's rol op het wereldtoneel, het klimaatbeleid en de hervormingen die nodig zijn om de Europese economische structuur sterker, socialer, duurzamer en meer concurrerend te maken.
2029
Eerst het wereldtoneel. De financiële crisis en economische neergang laten wereldwijd diepe sporen na. Ik ben ervan overtuigd dat deze zware periode een katalysator kan zijn voor verandering. Verandering in ons economische en financiële stelsel, maar ook veranderingen in ons internationale politieke systeem. Dit is hét uitgelezen moment om een nieuw internationaal systeem te ontwikkelen dat meer recht doet aan de veranderende machtsrelaties in de wereld.
Wat betekent dit voor Europa? De Duitse politicus Egon Bahr heeft deze vraag onlangs treffend beantwoord. Hij zei: "Het is noodzakelijk dat Europa een pool in de multipolaire wereld wordt, tenminste als de EU iets meer wil zijn dan een grote en fantastische gemeenschappelijke markt."
Europa heeft zijn plaats tussen de VS, China en andere wereldspelers. Maar zo'n positie brengt wel verantwoordelijkheden met zich. Verantwoordelijkheid voor het oplossen van het klimaatprobleem en het behalen van de millenniumdoelstellingen. Verantwoordelijkheid voor de inrichting van het internationale financieel economische stelsel. Maar ook verantwoordelijkheid voor het bevorderen van veiligheid en stabiliteit.
Internationale veiligheid en stabiliteit begint aan onze eigen grenzen. De situatie in sommige grensregio's is nog zorgelijk. Ik denk bijvoorbeeld aan Bosnië-Herzegovina. Het perspectief op lidmaatschap van de EU voor landen van de Westelijke Balkan is een krachtige impuls voor de stabiliteit in dit deel van Europa. Maar net als bij de Oost-Europese landen, zijn ook nu de toetredingsnormen helder. Helder en niet onderhandelbaar.
Hoe succesvol de uitbreidingsstrategie van de Unie ook is, niet alle landen kunnen toetreden. Ook andere instrumenten moeten daarom worden ingezet om de veiligheid en de stabiliteit aan de randen van de Unie te vergroten. Ik denk aan het aangaan van samenwerkingsverbanden. Ik denk aan de Mediterrane Unie en het Oostelijk partnerschap.
Alleen samen met onze buren kunnen wij onze energievoorziening zeker stellen en illegale immigratie beperken. Het heeft geen zin om het onderscheid tussen binnen en buiten de EU te groot te maken. Niet het bouwen van muren, maar het aanleggen van bruggen biedt perspectief, welvaart en stabiliteit.
Ook wat verder van huis kan de EU stabiliteit bevorderen. De afgelopen twintig jaar is er binnen ons continent een schat aan ervaring en kennis opgedaan over hoe een democratische rechtsstaat kan worden opgebouwd - kijk naar de ontwikkelingen in de voormalige Oostbloklanden. Die ervaring en kennis kunnen we wereldwijd inzetten in gebieden waar stabiliteit, veiligheid en democratie nog ver zijn te zoeken. De waarden van een democratische rechtsstaat als exportproduct.
Ik zeg er wel direct bij dat we ook in Europa blijvend moeten investeren in onze rechtsstaat en onze democratische instituties. Omdat het onze positie in de wereld krachtiger maakt. Maar ook om de druk te weerstaan die kan ontstaan op de stabiliteit van onze politieke systemen. Laten we voor ogen blijven houden dat de EU een waardengemeenschap is. Een gemeenschap die is gestoeld op een rotsvast geloof in de democratische rechtsstaat, het waarborgen van vrijheden en het respecteren van de rule of law. Een gemeenschap die waarde hecht aan vrijheid en verantwoordelijkheid, transparantie en integriteit, respect en openheid.
Waarden waar we voor staan. Overal. Altijd.
Dames en heren,
Ik kom toe aan het tweede terrein waarop Europa zich richting 2029 zou moeten focussen: het klimaatbeleid. Over een paar weken begint de VN-Klimaatconferentie in Kopenhagen. Het Kyoto-protocol loopt in 2012 af. Nieuwe mondiale afspraken over de terugdringing van de uitstoot van broeikasgassen zijn nodig. Ambitieuze afspraken vooral.
In 2050 moet de uitstoot van CO2 met 80 tot 95% zijn verminderd. In het belang van onze kinderen. In het belang van onze aarde. In het belang van onze toekomst.
2050 lijkt ver weg, maar is dichtbij. Om deze doelstelling te halen, moeten we gewoon morgen beginnen. Morgen beginnen met handelen. Morgen beginnen met het tonen van leiderschap.
De EU is bereid dat te doen. Niet alleen om de uitstoot van CO2 drastisch aan banden te leggen. Maar ook om een redelijk deel van de financiering van het klimaatbeleid in ontwikkelingslanden op zich te nemen. Maar de Unie kan het niet alleen. Ook onze partners moeten hun bijdrage leveren. Ook de VS, Canada, Australië, China, Brazilië en India moeten over de brug komen.
In het klimaatbeleid kan en moet het ambitieuzer. Ambitie is ook het sleutelwoord bij het sterker, socialer, duurzamer en meer concurrerend maken van de Europese economische structuur - het derde en laatste thema dat ik wil noemen met het oog op Europa 2029. Alleen zo kunnen we werkgelegenheid behouden. Alleen zo kunnen we nieuwe arbeidsplaatsen scheppen.
Twee weken geleden was ik op werkbezoek in Singapore en Japan. Vorig jaar was ik in China. Als de bezoeken aan deze Aziatische landen me iets hebben geleerd, dan is het wel dat Europa goed moet oppassen om niet achterop te raken. Onze welvaart is niet vanzelfsprekend. Onze welvaart moet bevochten worden - dag in en dag uit.
De economische dynamiek in Azië is momenteel vele malen groter dan in Europa. Als de omstandigheden wijzigen, gooien bedrijven snel en gemakkelijk het roer om en gaan op zoek naar nieuwe innovaties, naar nieuwe markten, en nieuwe producten.
Om die dynamiek te beantwoorden, zal de EU zich moeten positioneren als de meest aantrekkelijke, meest innovatieve markt van de wereld. Als de voornaamste bestemming van buitenlandse investeringen, ideeën, ondernemerschap en uitwisseling. Als een markt die wordt ondersteund door een efficiënt en transparant systeem van regelgeving en toezicht.
We moeten in Europa keihard werken aan het vergroten van onze kennis en innovatieve vermogen. Aan het verbeteren van marktmechanismen en het aanmoedigen van concurrentie. Aan het bevorderen van ondernemerschap en het verminderen van administratieve rompslomp.
Er is ook nog veel werk aan de winkel op de arbeidsmarkt - zeker gezien de vergrijzing, de globalisering en het dramatische effect van de economische crisis op de werkgelegenheid.
De arbeidsparticipatie moet echt omhoog. Er is daarom behoefte aan het implementeren van maatregelen die werk laten lonen, die uitkeringsgerechtigden motiveren om aan de slag te gaan en die de arbeidsmarkt flexibeler maken.
Naast deze structuurversterkingen, zijn ook stevige macro-economische aanpassingen binnen de EU cruciaal. De economische crisis heeft serieuze macro-economische zwakheden blootgelegd in de lidstaten van de EU. Voorbeelden hiervan zijn sterk verminderende concurrentieposities, huizenmarkten die blijken te drijven op zeepbellen en verstoringen van het evenwicht van de betalingsbalans. Het duurzaam op orde brengen van de overheidsfinanciën in de lidstaten zal de komende jaren een belangrijke uitdaging zijn.
Datzelfde geldt voor het hervormen van de Europese financiële sector. Begin dit jaar heeft een werkgroep onder leiding van Jacques de Larosière buitengewoon interessante adviezen uitgebracht over de verbetering van het grensoverschrijdende toezicht. Adviezen die uitstekend passen binnen het raamwerk dat binnen de G20 is afgesproken. Adviezen dus die snel in daden moeten worden omgezet.
Dames en heren,
Als Cees Nooteboom vandaag zin in een uitstapje met zijn auto zou hebben, dan kan hij vanaf hier - zijn geboortestad Den Haag - zonder oponthoud doorrijden naar Narva in Estland, aan de grens met Rusland. Onderweg zal hij niet op een muur of IJzeren Gordijn stuiten. Onderweg zal hij geen vertraging oplopen door bureaucratisch gedoe bij grensposten. En onderweg zal hij al helemaal niet door strenge grenswachten worden geïntimideerd.
Tussen 1989 en 2009 ligt een wereld van verschil. Vandaag heb ik daar met u over gesproken. We kunnen zonder overdrijven stellen dat Europa een unieke geschiedenis heeft. De laatste twintig jaren waren in ieder geval uniek. Uniek en onvergetelijk. Maar ik geloof ook dat er voor Europa een unieke toekomst in het verschiet ligt. Een toekomst als wereldspeler. Een toekomst als marktspeler.
De bedenker van het wereldwijde web, Tim Berners-Lee zei onlangs in een Nederlandse krant: "De toekomst heeft veel meer te bieden dan het verleden." Ik zeg hem dat graag na. Maar ik zeg ook: op basis van het verleden, heeft Europa de toekomst.
Dank u wel.