Toespraak minister-president ter gelegenheid van Wereldvoedseldag
Minister-president Balkenende heeft ter gelegenheid van Wereldvoedseldag een toespraak gehouden over de noodzaak van maatschappelijk verantwoord ondernemen in tijden van crisis.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen in tijden van crisis
Toespraak van minister-president Balkenende op de conferentie 'Partnering for prosperity' in Den Haag ter gelegenheid van Wereldvoedseldag
De toespraak is gehouden in het Engels
Dames en heren,
Door de crisis zakken dit jaar wereldwijd 55 tot 90 miljoen mensen door de extreme-armoedegrens van 1,25 dollar per dag. En dat terwijl er nu al 1 miljard mensen zijn die honger lijden. Terwijl nu al elke paar seconden ergens ter wereld een kind sterft aan de gevolgen van ondervoeding. En terwijl we nu al weten dat de vraag naar voedsel in 2050 verdubbeld zal zijn door een groeiende wereldbevolking. Dat is de harde realiteit van deze 29e Wereldvoedseldag.
Mijnheer Sijbesma, mijnheer Bakker, mijnheer Polman, ik stel het bijzonder op prijs dat u als steunpilaren van het World Food Programme op deze dag uw krachten bundelt en de samenwerking zoekt met anderen. Tegelijkertijd verrast het mij niet, want adel verplicht. TNT, DSM en Unilever nemen in hun eigen sector al jarenlang de eerste plaats in op de internationale Dow Jones Sustainability Index. Dat is een erkenning om trots op te zijn. Een erkenning die veel zegt over de mate waarin u en uw mensen verantwoordelijkheid nemen voor de wereld waarin u opereert.
TNT deed dat bijvoorbeeld in 2005 door er bij de Southeast Asia Tsunami snel voor te zorgen dat het World Food Programme logistiek uit de voeten kon. Unilever heeft zich verbonden aan een programma waarin onderwijs, voeding en hygiëne aan elkaar gekoppeld zijn. En DSM biedt het World Food Programme kennis en praktische hulp bij de verrijking van voedsel.
Natuurlijk doet u nog veel meer. Maar deze prachtige voorbeelden tonen duidelijk aan hoe iedereen vanuit zijn eigen expertise een bijdrage kan leveren. Zo maakt u samen u het verschil. Dat verdient een groot compliment, zeker in crisistijd. Want wat zou het gemakkelijk zijn voor het internationaal opererende bedrijfsleven om juist nu de ogen sluiten voor alles wat niet bijdraagt aan de volgende kwartaalcijfers. En wat is het goed dat er bedrijven zijn die ook in moeilijke omstandigheden vasthouden aan hun kernwaarden, wat er ook gebeurt.
In 1970 schreef de wereldberoemde econoom en Nobelprijswinnaar Milton Friedman een klassiek geworden essay over maatschappelijk verantwoord ondernemen. 'De titel was: 'The Social Responsibility of Business is the firm is to Increase its profits.' Daar moesten managers zich op richten en als een bedrijfsactiviteit toevallig ook nog positieve maatschappelijke effecten opleverde, was dat mooi meegenomen.
Dat is natuurlijke een erg smalle opvatting van wat maatschappelijk verantwoord ondernemen is en ik waag te betwijfelen of er veel economen zijn die het nog steeds zo zouden formuleren. Maatschappelijk verantwoord ondernemen is geen nevenactiviteit. Het is geen marketingtool. En het mag al helemaal geen middel zijn om een schuldgevoel af te kopen. Die tijd ligt achter ons.
Tegelijkertijd had Friedman in de kern ook gelijk, want zonder gezonde bedrijfsresultaten is maatschappelijk verantwoord ondernemen niet eens mogelijk. Mijn punt is, dat winst maken en maatschappelijk verantwoord ondernemen vandaag de dag twee kanten van dezelfde medaille zijn. U, mijnheer Polman, zei het laatst heel treffend : 'Increasingly, successful organizations need to operate under long-term sustainable business models and reflect this in all their activities. Met andere woorden: maatschappelijk verantwoord ondernemen is geen accessoire, maar core business.
Zoals zo vaak gaan koopman en dominee ook hier hand in hand. Al gaat de dominee in dit geval wel voorop, want het is ontegenzeglijk een feit dat de huidige crisis een sterke morele en ethische dimensie heeft. Die gaat niet alleen over de doorgeslagen bonuscultuur in de financiële wereld, maar ook over onze verantwoordelijkheid voor de armsten op deze wereld. Zij dreigen het zwaarst getroffen te worden door een crisis waar zij part noch deel aan hebben. Ik zei het onlangs op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties en ik herhaal het hier: 'In rich countries, the crisis means the loss of jobs and assets. In developing countries, it means rising child mortality and rising hunger. So in rich countries the crisis is serious. In poor countries it is a matter of life and death.'
Het is aan u en mij om inhoud te geven aan de morele plicht die hieruit voortvloeit. Voor de overheid betekent dat bijvoorbeeld dat we juist nu onze afspraken over ontwikkelingshulp na moeten komen. Het zou onjuist en oneerlijk zijn om de rekening van ons begrotingstekort neer te leggen bij de allerarmsten. Voor bedrijven die direct of indirect zaken doen met ontwikkelingslanden geldt hetzelfde. Uw verantwoordelijkheid voor het leven van de mensen daar is groter dan ooit, want in crisistijd komt het erop aan. Is maatschappelijk verantwoord ondernemen echt verankerd in uw bedrijfsstrategie of niet? Dat is de vraag en zoals de Engelsen zeggen: the proof of the pudding is in the eating.
Natuurlijk zitten veel bedrijven in zwaar weer. En natuurlijk is dit een tijd om op de kleintjes te letten. Maar een crisis als deze dwingt ook tot bezinning op de toekomst en het is duidelijk dat de continuïteit van een bedrijf steeds meer samenhangt met de maatschappelijke acceptatie van bedrijfsactiviteiten. En hier komt de koopman om de hoek kijken, want in mijn waarneming versterkt de crisis de trend dat consumenten en potentiële werknemers tegenwoordig naar meer kijken dan de prijs van een product of het optiepakket op hun leaseauto.
Het zat eigenlijk al besloten in de woorden van de heer Polman die ik net aanhaalde. Succesvolle bedrijven zijn steeds vaker bedrijven die maatschappelijk verantwoord ondernemen in het hart van hun strategie en activiteiten hebben liggen. TNT, DSM en Unilever weten het al jaren: een hoge ranking in de Dow Jones Sustainability Index is absoluut een concurrentievoordeel. Geloofwaardig en verantwoord gedrag leidt tot vertrouwen, helpt klanten te winnen en te binden en is daardoor goed voor de winstgevendheid en financiële positie van een bedrijf op lange termijn.
Ik geef u een heel concreet en persoonlijk voorbeeld. Laatst at ik in 'the Red Tomato' een New Yorks restaurant dat vorig jaar - dus midden in de crisis - zijn deuren opende. Alles, maar dan ook werkelijk alles in deze zaak is duurzaam geproduceerd en georganiseerd. Van het eten en de wijn, de meubels en de bedrijfskleding tot de afvalverwerking en de bloemen op tafel. En wat denkt u? Terwijl het afgelopen jaar in New York het ene na het andere restaurant omviel, is the Red Tomato een hit. En waarom? Omdat consumenten duurzaamheid belangrijk vinden.
Het mes snijdt dus aan twee kanten en dat is vandaag meteen mijn belangrijkste boodschap aan u. Ja, maatschappelijk verantwoord ondernemen is een kwestie van ethiek en een morele plicht, maar het is ook goed voor de zaken. Dat is in crisistijd op zijn minst iets om rekening mee te houden - om het met een understatement te zeggen.
Ik besef dat deze boodschap de directe thematiek van Wereldvoedseldag overstijgt en dat is bewust. Als we vandaag namelijk één ding goed moeten zien, dan is het dat Millenniumdoel 1 - het uitbannen van extreme armoede en honger - niet los kan worden gezien van de andere Millenniumdoelen. Natuurlijk, noodhulp en voedselprogramma's zijn op heel veel plaatsen in de wereld bitter hard nodig en daar moeten we vooral onze steun aan blijven geven. Maar de oorzaken nemen we daardoor niet weg. Daarvoor is meer nodig. Onderwijs en huisvesting bijvoorbeeld. Voldoende schoon drinkwater en sanitaire voorzieningen. En fatsoenlijke arbeidsomstandigheden en een gezond leefklimaat.
Voor al deze onderwerpen zijn in internationaal verband de nodige afspraken gemaakt. Denk alleen maar aan de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Maar het probleem is vaak dat regeringen en leveranciers in ontwikkelingslanden buitenlandse investeerders zo hard nodig hebben, dat ze het niet zo nauw nemen met alle afspraken. Dat is misschien begrijpelijk, maar daarom nog niet gewenst.
Wat zou het dan ook een fantastisch signaal zijn als alle Nederlandse bedrijven in het buitenland consequent uitdragen dat een bewuste omgang met mens en milieu een voorwaarde is om zaken met elkaar te doen. Onze gastheren van vanavond bewijzen dat zo'n houding commercieel succes niet in de weg hoeft te staan. Dat morele appel doe ik daarom op u - en over uw hoofden heen op alle Nederlandse ondernemers die in het buitenland actief zijn.
Ik beloof u op mijn beurt dat u de overheid aan uw kant vindt om van 'Partnering in prosperity' een succes te maken. De filosofie onder het kabinetsbeleid is dat maatschappelijk verantwoord ondernemen een zaak is van de onderneming. Wij zijn er om de randvoorwaarden te creëren en steun te verlenen aan goede initiatieven. Dat doen we bijvoorbeeld via beleid gericht op duurzame internationale handelsketens. Stap voor stap brengen we die dichterbij, samen met u en samen met onze internationale partners. Een ander en concreter voorbeeld is dat alle Nederlandse bedrijven die de OESO-richtlijnen onderschrijven op steun van de regering kunnen rekenen bij het binnenhalen van buitenlandse opdrachten. Dus als er op uw terrein weer eens een handelsmissie naar het buitenland gaat, sluit u dan vooral aan.
Dames en heren,
Terug naar het begin. Vandaag, op Wereldvoedseldag 2009, staan we stil bij de impact die de crisis heeft op de levens van de allerarmsten op de wereld. Morgen en alle dagen daarna moeten we weer handelen en laten zien dat we onze verantwoordelijkheid nemen. Ik hoop dat de crisis ook voor u een extra aansporing is to rise to the occasion. Ook vanuit de gedachte dat what we do for them we do for ourselves.
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is meer dan ooit een serieuze zaak in plaats van een bijzaak. Het is meer dan ooit een succesfactor in uw toekomstige bedrijfsresultaten. Maar bovenal: het is meer dan ooit nodig.
Dank u wel.