Toespraak bij Slachtofferhulp Nederland
Minister-president Balkenende heeft in Utrecht een toespraak gehouden bij het 25-jarig bestaan van Slachtofferhulp Nederland.
Mijnheer Smit, dames en heren,
In de ruim zeven jaar dat ik nu premier ben, heb ik veel gesproken met slachtoffers en nabestaanden van geweldsmisdrijven en rampen. Soms op speciale bijeenkomsten in het Catshuis. Soms op lotgenotendagen waar ik te gast mocht zijn. Maar vaak ook direct nadat zich ergens een fatale gebeurtenis had voltrokken, zoals eerder dit jaar na het neerstorten van het toestel van Turkish Airlines.
Deze gesprekken behoren zonder meer tot de meest indringende ervaringen die ik als premier heb opgedaan. Want wat zeg je tegen de ouders van een vermoord kind? Wat zeg je tegen een politieagent of ambulancemedewerker die tijdens het werk te maken kreeg met bedreiging en geweld? En wat zeg je tegen iemand voor wie het leven na Koninginnedag 2009 nooit meer hetzelfde zal zijn?
Wat zeggen we als samenleving tegen deze mensen? En wat doen we voor hen? Om die vragen draait het in het werk van Slachtofferhulp Nederland, al 25 jaar lang.
Om te beginnen wil ik mijn grote waardering en bewondering uitspreken voor al die vrijwilligers en professionals die zich in die 25 jaar hebben ingezet voor de rechten van het slachtoffer. Ik heb de drukproeven van dit mooie boek eerder mogen doorbladeren en ik ben alleen maar meer onder de indruk geraakt van uw inzet en professionaliteit. Uit alle interviews spreken twee dingen: een enorme betrokkenheid en tegelijkertijd een hele praktische en doelgerichte instelling.
Een van de vrijwilligers van het eerste uur, mevrouw Ineke van de Ruit, heeft het over 'Werken met je hart en je verstand.' Dat lijkt me een uitstekende typering die meteen ook veel zegt over de kracht en het succes van Slachtofferhulp. Het begint met het hart, met emotionele hulp. Maar meteen daarna volgt de rationele kant van de zaak, de formulieren en juridische procedures. Op beide terreinen is ondersteuning nodig, zodat slachtoffers hun negatieve ervaringen een plaats kunnen geven en op eigen kracht verder kunnen.
Natuurlijk is elk verhaal van elk slachtoffer uniek. Geen enkele beproeving is hetzelfde en geen enkel mens reageert hetzelfde. Toch is er ook een constante in alle verhalen. Niemand kiest er immers voor slachtoffer te zijn. Het overkomt je en ineens ziet de wereld er totaal anders uit. In zo'n situatie is het voor iedereen belangrijk om gehoord te worden. Letterlijk, doordat er iemand is die naar je luistert. Maar ook figuurlijk, doordat er recht wordt gedaan aan alle emotionele en materiële schade. U, mijnheer Smit, zegt het in dit boek terecht. Slachtoffers hebben behoefte aan vier belangrijke zaken: 'erkenning, adequate hulp, recht en compensatie.'
De vraag is uiteraard: is er in die 25 jaar genoeg ten goede veranderd? Krijgen slachtoffers inderdaad in alle gevallen waar ze recht op hebben? Het eerlijke antwoord is: ja en nee. Ja, er is veel vooruitgang geboekt, vooral ook door de inzet en vasthoudendheid van Slachtofferhulp Nederland. Maar nee, het werk is nog niet af. Laat ik vandaag, zoals dat past bij een jubileum, heel kort met u terug- en vooruitblikken.
Onwillekeurig zullen velen van u vandaag terugdenken aan het begin. Aan de tijd dat er in de samenleving en de rechtsgang nog nauwelijks bewust aandacht was voor het slachtoffer. Wat toen startte als een vorm van 'burenhulp' - ik leen de term van u mijnheer Smit - is nu uitgegroeid tot een volwassen en moderne organisatie van 300 professionals en 1500 goed getrainde vrijwilligers. Een geoliede machine die op Koninginnedag 2009 eens te meer zijn bestaansrecht heeft bewezen. In no time waren de telefoons bemand en de hulpverleners ter plaatse. Daarvoor spreek ik vandaag opnieuw mijn grote waardering en respect uit. Wat u op die dag hebt gedaan, is niet alleen fantastisch, maar ook exemplarisch voor uw professionaliteit.
Die groei en professionalisering van Slachtofferhulp staat natuurlijk niet op zichzelf. Het weerspiegelt het feit dat er de laatste 25 jaar veel meer aandacht is gekomen voor de rechten van het slachtoffer. In politiek en beleid. In de hoek van de politie en het Openbaar Ministerie. En niet in de laatste plaats: ook in de rechtszaal. Ik noem alleen maar het spreekrecht voor slachtoffers - een enorme vooruitgang.
Een verandering die ik heel in het bijzonder toejuich, is de sterk verbeterde ondersteuning van nabestaanden. De casemanagers van Slachtofferhulp werken daarvoor tegenwoordig nauw samen met politie en justitie. En terecht, want mensen die van het ene op het andere moment een geliefde verliezen door een misdrijf verdienen het allerbeste.
En dan de toekomst. U weet het, als de Eerste Kamer ermee instemt, treedt volgend jaar de 'Wet versterking positie slachtoffer in het strafproces' in werking. Dat is ook voor Slachtofferhulp een nieuwe kroon op het werk. Voor het eerst krijgen slachtoffers een duidelijke plaats in de wet en worden hun rechten helder vastgelegd. Bijvoorbeeld het recht op relevante informatie. Ooit vertelden de ouders van een vermoord kind mij dat zij niet eens waren geïnformeerd toen de dader weer op vrije voeten kwam. Dat was voor deze mensen onverteerbaar en de oorzaak van opnieuw heel veel verdriet en pijn. Dit soort missers - want dat zijn het - moet de nieuwe wet voorkomen. Een prima ontwikkeling
Nieuw is ook dat de overheid straks via een voorschotregeling moeilijk inbare vorderingen van slachtoffers op daders overneemt. Ik hoef u niet uit te leggen hoeveel slapeloze nachten dat kan schelen. Niet vanwege het geld, maar vanwege het eindeloze gesoebat en alle onprettige confrontaties met een onwillige dader. De voorschotregeling maakt daar een einde aan en helpt zo mensen het leven weer op te pakken. En daar is deze wet ook precies voor bedoeld.
Ik zeg daar wel dit bij. Versterking van de positie van slachtoffers en nabestaanden is niet alleen een kwestie van wetten en regels, maar ook van houding en gedrag van alle betrokken functionarissen. In gesprekken met slachtoffers en nabestaanden hoor ik helaas te vaak dat er op dit punt nog veel verbeterd kan worden. Tijd, aandacht en het voortdurend besef van de bijzondere positie van het slachtoffer, daar komt het op aan. Niet omdat het moet van de wetgever, maar vanuit menselijk oogpunt.
Een laatste belangrijke ontwikkeling voor de toekomst die ik in dit verband wil noemen, zijn de slachtofferloketten. Daardoor krijgen mensen één aanspreekpunt. Niet meer van het kastje naar de muur, niet meer tien keer hetzelfde verhaal vertellen, maar één iemand die naar je luistert en die vervolgens voor je aan het werk gaat.
Het slachtofferloket staat nog min of meer in de kinderschoenen, maar het idee erachter en de manier van werken, spreken mij enorm aan. Feitelijk gaat het om een bundeling van krachten en expertise van politie, justitie en Slachtofferhulp. Achter het slachtofferloket staat het slachtoffer en zijn hulpvraag centraal, dwars door de traditionele rollen en competenties van de betrokken organisaties heen.
En precies daarin ligt naar mijn overtuiging de toekomst van een nog betere slachtofferzorg. In organisaties die bereid zijn informatie te delen en die gebruik maken van elkaars kennis en kunde. Die samenwerking kan en mag nog veel intensiever worden en dat lijkt me meteen een mooie opdracht op weg naar het zesde lustrum. Niet alleen voor Slachtofferhulp Nederland, maar voor alle partners in de veiligheidsketen. Samen weet u meer. Samen kunt u meer. Dus samen bereikt u meer.
Dames en heren,
Eleanor Roosevelt zei ooit: 'Justice cannot be for one side alone, but must be for both.'
Is dat niet een hele mooie samenvatting van 25 jaar Slachtofferhulp?
U hebt ervoor gezorgd dat er recht wordt gedaan aan de positie van slachtoffers. U hebt ze niet alleen een luisterend oor geboden, maar ook een gezicht gegeven en een stem. Of zoals u het een paar maanden geleden in De Telegraaf zei, mijnheer Smit, 'Het slachtoffer (…) hoeft het gelukkig niet meer te doen met de kruimels die van tafel vallen.' Dat is de winst van 25 jaar Slachtofferhulp.
Na vandaag gaat het werk gewoon door en we blijven op u rekenen. Want wat kunnen we als samenleving anders tegen slachtoffers zeggen dan dit: 'Wij luisteren naar u, wij ondersteunen u en wij helpen u de draad weer op te pakken.' Dat is, om het met de titel van dit boek te zeggen, hun Goed Recht.
Dank u wel.