Minister neemt 'Ik ga naar papa' in ontvangst
'Ieder kind met een ouder in de gevangenis moet veilig en onbedreigd op kunnen groeien.' Dat zei minister Rouvoet bij het in ontvangst nemen van het boek ‘Ik ga naar papa’ van de stichting Exodus op 23 september 2009.
Geachte aanwezigen,
Met genoegen neem ik vandaag het boek ‘Ik ga naar papa’ van de stichting Exodus in ontvangst. Een therapeutische boek gericht op de situatie van kinderen van wie een ouder is gedetineerd.
Het boek sluit mooi aan bij mijn visie over ‘ondersteuning van moeders en kinderen tijdens en na detentie’, die ik in juli naar de Tweede Kamer heb gestuurd. Die visie is weliswaar specifiek gericht op de kwetsbare positie van kinderen van moeders in de gevangenis, maar ik heb natuurlijk net zo veel oog voor kinderen met een vader in detentie. Ook daarom sta ik hier. Om mijn standpunt te onderstrepen dat ieder kind met een ouder in de gevangenis veilig en onbedreigd moet kunnen opgroeien. Ik ben ook erg benieuwd naar de ervaringen van de kinderen die straks aan het woord komen.
‘Ik ga naar papa’ is geschreven door Martine Delfos, die u zojuist gehoord heeft. Een prominente kinderpsycholoog met al heel wat boeiende publicaties op haar naam. En ook dit keer: veel lof voor de heldere en toegankelijke tekst. Overigens ook hulde voor de ontwapenende tekeningen van Sjeng Schupp, die de tekst krachtig ondersteunen.
Dit boek is in eerste instantie bedoeld voor kinderen. Om kinderen te helpen begrijpen wat het voor jezelf en voor je omgeving betekent als een ouder – in dit boek de vader van Elvira – in de gevangenis zit. Het kan kinderen helpen om te gaan met de moeilijke en soms nare werkelijkheid. Maar ook vaders en moeders, pleegouders, scholen of hulpverleners kunnen veel opsteken van het verhaal en vooral van de heldere uitleg over het gedrag van het kind en de tips die in de marge worden gegeven.
Het is natuurlijk ook niet niks als je vader in de gevangenis zit. Kinderen zijn soms boos en vaak ook verdrietig wanneer zij hun vader niet thuis hebben. Want een kind ziet zijn gedetineerde vader meestal niet als een crimineel, maar als papa. Met wie het misschien samen naar de kermis ging, of de eendjes ging voeren, of die op het voetbalveld langs de lijn stond te juichen.
‘Ik ga naar papa’ maakt op sprekende en overtuigende wijze duidelijk wat er allemaal kan gebeuren wanneer je vader in de gevangenis zit. Voor welke dilemma’s de overige gezinsleden kunnen komen te staan. Wat er in de kinderhoofdjes kan omgaan. Hoe de buitenwereld naar je kijkt.
In het boek is het de kleine Elvira, die aanvankelijk niet eens weet dat haar vader in de gevangenis zit. Ze maakt zich zorgen. Ligt papa in het ziekenhuis? Vraagt ze dan ongerust.
En in het boek volgt dan de tip: ‘Volwassenen introduceren een moeilijk onderwerp vaak door iets leuks te doen. Kinderen schrikken dan vaak van de overgang. Hun schrik komt niet van het onverwachte, want dan zouden ze gewoon opkijken en luisteren. Hun schrik komt van het aanvoelen dat er wat moeilijks gaat komen.’
Kijk, daar heb je wat aan.
Als Elvira’s moeder dan eindelijk bij een onverwacht gebakje opening van zaken geeft, wil haar dochter op bezoek bij papa. Tegelijk dient zich dan weer een ander probleem aan. Bezoek aan de gevangenis is lastig. Veel regels, weinig gewoon contact en pottenkijkers. Vervelend voor de bezoeker, maar begrijpelijk wegens het veiligheidsaspect. Bezoektijden vallen niet altijd op tijdstippen dat kinderen niet naar school hoeven. Of de gevangenis is ver verwijderd van de woonplaats van een kind. Of de ouder van het kind wil of kan niet naar de gevangenis reizen. Allemaal obstakels. En ook op dat vlak staan nuttige aanwijzingen in het boek, bijvoorbeeld hoe je kinderen voorbereidt op een bezoek aan de gevangenis en welke regels daar gelden.
De stichting Exodus speelt ook een stevige rol bij het overwinnen van obstakels, bijvoorbeeld met het Ouders, Kinderen en Detentieproject. Een mooi initiatief waar veel kinderen baat bij hebben.
Tenslotte wil ik van de gelegenheid gebruik maken om mijn waardering uit te spreken voor de vele vrijwilligers die dit project en nog veel andere initiatieven van Exodus mogelijk maken bij de opvang en begeleiding van gedetineerden en aan ex-gedetineerden. Zonder vrijwilligers zou dat allemaal niet mogelijk zijn. Het is een vorm van actief burgerschap, dat door mij en heel het kabinet wordt gestimuleerd. Belangeloze inzet voor de maatschappij. En daarom vind ik het een leuk gebaar, dat alle vrijwilligers van Exodus het boek ‘Ik wil naar papa’ krijgen aangeboden. Als concrete blijk van waardering.
Ik wens u allen veel succes met uw belangrijke werk.