‘Mét jongeren praten en niet óver jongeren’
Dat zei minister Rouvoet bij de presentatie van de notitie ‘Onze jeugd van tegenwoordig‘ aan schoolkrantredacties op 15 juni 2009 in Nieuwspoort, te Den Haag.
Beste redacteuren en verslaggevers,
Hartelijk welkom hier in Nieuwspoort waar we de notitie ‘Onze jeugd van tegenwoordig’ presenteren. We hebben de schoolkrantredacties als eerste uitgenodigd, omdat deze notitie óver jullie gaat en alleen met inbreng van jullie generatie geschreven kon worden. Natuurlijk heb ik voor andere nota’s ook gesproken met de nationale Jeugdraad, maar deze vorm is echt nieuw.
Ik heb de afgelopen twee jaar vele jongeren en kinderen gesproken. In scholen en buurthuizen, op een campus, en in een reboundcentrum. Van het platteland in Friesland tot in wereldstad Rotterdam.
Ik zat aan een iftar-maatijd, heb jeugddebatten geleid, en zelfs ge-speeddate. Ik hoorde veelvuldig dat jullie gelukkig zijn en veel vrijheid hebben. Maar ook dat jullie behoefte hebben aan structuur en regels. En in een wereld van overvloedige informatie best wat hulp willen bij het maken van keuzes. Maar ik zie dat ouders, opvoeders en andere volwassenen in je omgeving niet altijd voldoende inspelen op die behoeften.
Redacteuren en verslaggevers, jullie horen bij een generatie die volgens wetenschappers slimmer, sneller en socialer is dan de vorige. De generatie Einstein groeit op in een mediatijdperk met een overvloed aan informatie. Een tijd waarin je je huiswerk doet op een laptop met je i-pod in je oren, terwijl je op MSN of hyves via drie verschillende chats met je vrienden praat. Een tijdperk met een totaal andere dynamiek dan die waarin je ouders jong waren en hun huiswerk deden.
Met deze notitie wil ik een realistisch beeld schetsen over jullie, voor je ouders en opvoeders, voor beleidsmakers en voor al die volwassenen op school, de sportclub of in de wijk. Hoe ziet jullie wereld er uit, wat is leuk en waar is het soms moeilijk?
Waarom? Omdat ik volwassenen wil aanmoedigen zich verder in jullie te verdiepen. Mét jullie te praten en niet óver jullie. Juist als ze je belevingswereld niet meteen herkennen. Want alleen dan kunnen ze je bijstaan als het moeilijk is, grenzen stellen en richting geven, zodat jij kunt je ontplooien op jouw weg naar volwassenheid.
De veelgehoorde uitdrukking ‘De jeugd van tegenwoordig’ schept naar mijn mening afstand. Bijna alsof jongeren geen deel uit maken van de samenleving. Terwijl jullie de volwassene zijn in de maatschappij van morgen. Daarom heeft deze notitie uitdrukkelijk de naam ‘ONZE jeugd van tegenwoordig’.
Niet in de eerste plaats bedoeld om het gedrag van jongeren te veranderen, maar ook om de houding van de samenleving ten opzichte van jongeren te veranderen. Want wie spreekt over ‘onze jeugd’ toont ook de bereidheid zich medeverantwoordelijk te voelen voor opgroeiende jongeren en hun ontwikkeling.
Redacteuren en verslaggevers,
Met jullie branding is duidelijk iets niet in orde. De kranten staan bol van stereotypen en negatieve berichten over wat er allemaal mis gaat met jongeren: alcoholmisbruik bij pubers in skinny jeans, jonge slachtoffers van uitgekookte pooierboys, breezersex en comazuipen als meest favoriete hobby, gameverslaving, criminaliteit, noem t maar op. En daar zijn schijnbaar slechts twee oplossingen voor: ‘keihard aanpakken’, of ‘hoofdschuddend de schouders ophalen’. Beide vind ik tekenen van onverschilligheid en desinteresse als er verder niet wordt gekeken naar wat er in jullie omgaat.
De mosquito, dat apparaatje dat met hoge zoemtoon hangjongeren afstand op afstand moet houden. Dat vind ik zo’n voorbeeld van onverschilligheid. Jongeren gaan dan ergens anders heen, maar wat er verder met hen gebeurt en wat de oorzaken zijn van dat hangen. Daar wordt niet meer naar gekeken. En hangen is trouwens helemaal niet zo slecht. Maar die mosquito vind ik een maatregel die ophoudt waar ik juist zou willen beginnen.
Volwassenen hebben altijd al geklaagd over jongeren. Mijn ouders deden dat, en zelfs al bij de ouden Grieken heerste het idee dat ‘de jeugd niet deugt’. Mijn punt is dat elke generatie opgroeit in een ander tijdperk met zijn eigen ontwikkelingen, mode, cultuur en gedragsregels. Verschillen in beleving tussen ouderen en jongeren zullen altijd blijven bestaan, net als de klachten over de volgende generaties, simpel weg omdat de tijd niet stilstaat. Mensen niet stilzitten en jongeren zich blijven ontwikkelen. Maar het kan niet zo zijn dat je je daarom niet meer in elkaar verdiept, je schouders ophaalt of je terugtrekt.
Je kent die populaire zanger Bono wel. Hij zei eens: ‘het tegenovergestelde van liefde is niet haat, maar onverschilligheid.’ Mijn punt is, een onverschillige houding brengt jongeren niet verder. Liefde en betrokkenheid wel.
Klagen mag, maar praten nog liever, en dan wel op basis van feiten en realistische beelden. En niet óver jullie, maar mét jullie! Want anders heeft niemand er iets aan.
Dat begint bij weten hoe jullie wereld in elkaar zit, wat jullie bezighoudt en wat je nodig hebt. Het huidige beeld van jongeren, dat ik al even naar voren bracht, ligt ver van de dagelijkse werkelijkheid van de meeste van jullie. Want met zeker 85 procent gaat het gewoon goed. Nederlandse jongeren blijken volgens de VN zelfs de gelukkigste in Europa te zijn. En dat moet zeker zo blijven.
Natuurlijk schijnt op het pad naar volwassenheid lang niet altijd de zon. Je komt uitdagingen tegen, je leert experimenteren, je grenzen verleggen. En zo hoort het ook! Dat is de essentie van opgroeien en opvoeden. Meestal gaat het goed en soms loopt het minder goed. Slechts een klein aantal jongeren heeft problemen of geeft overlast. Maar zoals ik al eerder heb gezegd, niet iedere jongere met een probleem is een probleemjongere.
Om daar goed mee om te gaan is het belangrijk dat ouders, opvoeders of andere volwassenen jouw leefwereld begrijpen en je op weg te helpen als je het pad even kwijt bent.
Verslaggevers en redacteuren,
Als minister voor jeugd en gezin, vind ik het mijn taak iedereen te informeren over hoe het nou echt staat met onze jeugd, met jullie. Ik begin door deze notitie naar de Tweede Kamer te sturen en ‘m op de website www.opvoeddebat.nl te zetten.
Zelf vergelijk ik deze notitie met een tijdscapsule. Want het geeft heel duidelijk weer wat jullie anno 2009 bezighoudt. Alleen deze tijdcapsule begraven we juist niet voor komende generaties.
We presenteren hem vandaag aan de samenleving. Aan ouders, opvoeders, hulpverleners, trainers, leraren, vrijwilligers: aan alle volwassenen die jongeren om zich heen hebben. Zodat zij zich beter kunnen verdiepen in jullie werkelijke leefwereld, mét jullie kunnen praten in plaats van over jullie, jullie kunnen sturen. Want ik ben er van overtuigd: jongeren hebben baat bij de levenswijsheid van volwassenen om zelf volwassen te worden.
Maar betrokkenheid, en dat is ook een oude wijsheid, kan niet van één kant komen. Je moet er zelf ook iets aan doen: Respect hebben voor de levenswijsheid en het gezag van ouderen bijvoorbeeld. Dat is jullie investering in een samenleving waarin jullie morgen de volwassen zijn. Jullie kunnen meebepalen hoe die samenleving eruit ziet door er aan deel te nemen. Door je in te zetten voor anderen. Of dat bij de sportvereniging is, in je wijk, of bij oma in het bejaardenhuis. Dat maakt niet uit.
De samenleving heeft jouw inspirerende frisse blik nodig, net zoals jij de levenswijsheid van ouderen. Die uitruil kan de samenleving alleen maar versterken.
Dat brengt mij bij mijn nieuwtje: Om betrokkenheid tussen ouderen en jongeren te stimuleren stelt het kabinet vanaf dit jaar tot en met 2011 elk jaar 6 miljoen euro extra beschikbaar voor de vrijwillige inzet voor en door jongeren en gezinnen.
Dat is in totaal 18 miljoen euro om in gemeenten, zoals dat zo mooi heet, de sociale netwerken rondom kinderen, jongeren en gezinnen te versterken. Hoe de maatschappij werkt, leer je niet alleen op school of thuis. Dat leer je ook op de sportvereniging, bij de scouting, in kerk of synagoge, of op het plein. Die faciliteiten bestaan vaak op de drijvende kracht van vele vrijwilligers.
Professionals en gemeenten moeten meer gebruik kunnen maken van de vrijwillige inzet voor en door jongeren en gezinnen. Denk aan coachingsprojecten of aan projecten waarbij jongeren mee helpen de wijk in te richten. Daar is het geld, die 3 keer 6 miljoen euro voor bedoeld.
Beste redacteuren en verslaggevers,
Ik sluit af. Met deze notitie wil ik de betrokkenheid van volwassenen bij jongeren stimuleren. Dat kan als volwassenen jullie wereld beter leren kennen. En dan hoeven ze niet alles goed te vinden, in tegendeel zelfs. Volwassenen hebben de verantwoordelijkheid grenzen te stellen en richting geven. En altijd vanuit de beweegreden jullie klaar te stomen voor een toekomst in de samenleving.
Wederzijds respect tussen generaties draagt bij aan betrokkenheid, daar begint ook de sociale samenhang. En draagt bij aan de verbinding tussen mensen, én helpt een positiever beeld te schetsen van ONZE jeugd, van jullie.