Bijna vijfhonderd internationale DNA-matches door Verdrag van Prüm

Sinds de ratificatie van het verdrag van Prüm in 2008 heeft de Nederlandse DNA-databank voor Strafzaken in totaal bijna vijfhonderd matches met de lidstaten Duitsland, Oostenrijk, Slovenië, Luxemburg en Spanje gerapporteerd. Bij een match komt een profiel in de Nederlandse DNA-databank overeen met een profiel in een van de buitenlandse databanken, waarmee sinds de ratificatie van het Verdrag van Prüm profielen kunnen worden vergeleken. De Nederlandse DNA-databank is ondergebracht bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI).

Prüm: per omgaande resultaat

Door de ratificatie van het Verdrag van Prüm is in juli 2008 de geautomatiseerde internationale vergelijking van DNA-profielen mogelijk geworden. Het Verdrag van Prüm, dat inmiddels is omgezet in EU-wetgeving, geeft de aangesloten Europese lidstaten het recht om DNA-profielen die aanwezig zijn in de DNA-databank van een lidstaat, volledig geautomatiseerd te vergelijken met de DNA-databanken van andere lidstaten. Het NFI leverde een stevige bijdrage aan de ontwikkeling van de software die deze vergelijking mogelijk maakt.

De eerste vergelijking naar aanleiding van het Verdrag van Prüm leverde een enorme hoeveelheid resultaten op uit de deelnemende landen. In totaal werden meer dan 230.000 DNA-profielen ontvangen en ruim 40.000 ter vergelijking verstuurd naar de deelnemende landen. Inmiddels levert het Verdrag van Prüm circa één match per dag op.

Nederlandse DNA-databank voor Strafzaken

Ook het aantal matches in de Nederlandse DNA-databank voor Strafzaken groeide in 2008. Waar in 2007 per week 63 matches tussen sporen en personen werden gemeld, zijn dat er in 2008 per week meer dan 78. Een stijging van meer dan 20%. Het aantal opgenomen DNA-profielen van personen nam in 2008 met 27.186 toe, van 45.695 tot 72.881. Het aantal sporen nam toe met 4824. De in 2005 en 2006 opgelopen achterstanden bij de opname van veroordeelden in de DNA-databank zijn in 2008 helemaal weggewerkt.

De match in de Puttense moordzaak is in 2008 de meest spraakmakende match geweest die via de DNA-databank is gevonden.

Tjark Tjin-A-Tsoi , algemeen directeur van het NFI, toont zich verheugd met het grote aantal matches: “Het grote aantal matches in 2008 - circa 80 per week - toont aan dat DNA-onderzoek een buitengewoon krachtig instrument is voor het opsporen van criminelen en het uitsluiten van onschuldigen. Het toont ook aan dat de match in het kader van de Puttense moordzaak slechts het topje van de ijsberg was.”

Ontwikkelingen

In 2008 besloot de directie van het NFI, zoveel als wettelijk mogelijk is, de DNA-databank in eenzelfde positie te plaatsen voor de overige geaccrediteerde laboratoria die zich in Nederland met forensisch DNA-onderzoek bezighouden.