Uitwisseling van Duitse en Nederlandse DNA-gegevens succesvol
Minister Hirsch Ballin van Justitie en de Duitse minister van Binnenlandse Zaken Schäuble hebben in Berlijn bekendgemaakt dat een eerste gezamenlijke vergelijking van DNA-profielen bijna 600 hits heeft opgeleverd in Duitsland, en aan Nederlandse kant ruim 1000. Met profielvergelijking kunnen justitie en politie te weten komen of een onbekend spoor, dat bijvoorbeeld in Duitsland is aangetroffen, een link heeft met een onderzoek in Nederland.
Deze gegevensuitwisseling is een belangrijke stap in de bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit. In de afgelopen weken zijn alle technische voorbereidingen getroffen om uitwisseling van DNA-informatie tussen Nederland en Duitsland mogelijk te maken. De resultaten van deze eerste vergelijking zullen in de komende weken nader worden bekeken.
De geautomatiseerde vergelijking van DNA-gegevens was mogelijk omdat onlangs in Nederland het zogeheten Verdrag van Prüm in werking trad. Daarin zijn afspraken vastgelegd over Europese samenwerking op het gebied van terrorismebestrijding, openbare orde en binnenlandse veiligheid. De succesvolle DNA-vergelijking tussen Duitsland en Nederland laat zien dat het Verdrag van Prüm werkt. Het bevestigt nog eens het belang van verdergaande grensoverschrijdende samenwerking.
Het Verdrag van Prüm biedt niet alleen ruimte voor uitwisseling van DNA-gegevens, maar bijvoorbeeld ook voor vingerafdrukken en gegevens uit voertuigregisters. Om misdaad te voorkomen, de handhaving van de openbare orde en veiligheid te bevorderen en het risico op terroristische aanslagen te verkleinen, hebben de verdragslanden verder afgesproken elkaar niet-persoonsgebonden informatie en persoonsgegevens te verstrekken. Deze informatie kan zowel spontaan als op verzoek worden gegeven, bijvoorbeeld bij grote, internationale evenementen.
Het Verdrag van Prüm maakt het verder mogelijk dat (politie) ambtenaren van de aangesloten landen gezamenlijk optreden. In specifieke noodsituaties kunnen (politie)ambtenaren bevoegd buiten de eigen grens optreden. Nederland, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg, België, Spanje en Oostenrijk hebben als eerste het verdrag ondertekend.
Het NFI ontwikkelde (samen met Duitsland en Oostenrijk) de software die de uitwisseling van gegevens mogelijk maakt tussen de verschillende landen. Daarnaast zorgde het NFI voor de realisatie van 'testsets', dat zijn sets van DNA-profielen waarmee nagegaan kan worden of de software die de landen gebruiken goed werkt. Nederland treft nu voorbereidingen voor uitwisseling van DNA - gegevens met Oostenrijk.