Politiekorpsen doen te weinig aan positie van vrouwen en allochtonen bij politie
Hoewel de aandacht voor meer vrouwen en allochtonen bij de politie sterk is toegenomen, doen veel politiekorpsen er in de praktijk nog te weinig aan. Het aantal vrouwen op hogere niveaus in de korpsen is nog niet op orde, en het aantal allochtonen op hogere niveaus is minimaal. De korpsen gebruiken maar een derde van de maatregelen die zij zelf hadden bedacht en afgesproken, onder meer gericht op het vergroten van het aantal vrouwen en allochtonen. Als er niets verandert, zullen de doelstellingen over vrouwen en allochtonen bij de politie in 2011 niet gehaald worden. Forse, extra inspanningen zijn nodig.
Dat blijkt uit onderzoek van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV), dat minister Ter Horst naar de Tweede Kamer stuurt. Ter Horst is zeer ontevreden met de tot nu toe bereikte resultaten en verwacht van de politiekorpsen dat zij de afgesproken doelstellingen halen. In een overleg onlangs met voorzitter Van Aartsen van het Korpsbeheerdersberaad zijn de doelstellingen over het aantal vrouwen en allochtonen bij de politie bevestigd en zijn de afspraken om het doel te bereiken aangescherpt. Ter Horst zal haar precieze reactie op het inspectierapport binnenkort naar de Tweede Kamer sturen.
De Inspectie OOV heeft gekeken hoe de politiekorpsen afgesproken maatregelen inzetten om de werving en het behoud van vrouwen en allochtonen te verbeteren en hun goede carrièremogelijkheden te bieden. Gemiddeld gebruiken de korpsen maar een derde van die maatregelen. Enkele voorbeelden:
- Slechts de helft van de politiekorpsen (en de Politieacademie en de ondersteunende organisatie Voorziening tot Samenwerking Politie Nederland) heeft het beleid over het werven van vrouwen en allochtonen en het bieden van carrièremogelijkheden vastgelegd in een personeelsplan. Dit was wel afgesproken. Bovendien zijn de personeelsplannen van de korpsen op dit terrein zeer verschillend van vorm en inhoud.
- Ongeveer de helft van de korpsen heeft streefcijfers voor het werven van vrouwen vastgelegd, en maar de helft heeft dat gedaan voor allochtonen. Voor de doorstroom van vrouwen naar hogere functies heeft slechts een enkel korps streefcijfers geformuleerd.
- Een aantal politiekorpsen geeft aan de afgesproken streefcijfers over het aantal vrouwen en allochtonen waarschijnlijk niet te zullen halen. Andere korpsen moeten nog een grote kloof overbruggen om de streefcijfers wel te halen. Ondanks veel inspanningen hebben de korpsen nog geen goede methode gevonden om allochtonen enthousiast te krijgen voor het werken bij de politie. De resultaten blijven dan ook achter bij de doelstellingen (landelijk gemiddeld 8,5 procent allochtonen in 2011).
- De politie doet nog weinig aan talentenprogramma's voor politiemensen in de hogere schalen. Die talentenprogramma's zouden bedoeld zijn voor álle politiemensen (mannen en vrouwen, autochtonen en allochtonen), maar zouden ook een instrument moeten zijn om vrouwen en allochtone politiemensen carrièremogelijkheden te bieden. De meeste politiekorpsen nemen geen specifieke maatregelen om de carrières van vrouwen en allochtonen te bevorderen.
- De leidinggevenden binnen de korpsen moeten een actieve rol vervullen om vrouwen en allochtonen te werven en te behouden. In sommige korpsen gebeurt dat ook, in andere korpsen minder, en in enkele korpsen vormen leidinggevenden juist een barrière. Vooral jongere, nieuwe leidinggevenden zijn wel in staat om oude, ingesleten cultuurpatronen en belemmerende omgangsvormen te doorbreken en hebben wel aandacht voor de positie van vrouwen en allochtonen.
- Als er al exit-gesprekken met vertrekkende politiemensen worden gevoerd, is daarin niet altijd aandacht voor de redenen waarom vrouwen en allochtonen weg gaan.
- Bij vacatures horen in sollicitatiecommissies ook vrouwen en allochtonen te zitten. Geen enkel politiekorps zorgt daar altijd voor. Bij vacatures voor leidinggevende functies moet de kandidatenlijst altijd voor een derde uit vrouwen bestaan, en er hoort minstens één allochtone kandidaat op te staan. Geen enkel korps komt die afspraak na. Alle korpsen horen een systeem te hebben om nieuw aangenomen vrouwen en allochtonen een eigen begeleider te geven. Slechts drie korpsen en de Politieacademie komen die afspraak na.
- Maar zes politiekorpsen houden zich aan de afspraak dat vrouwen en allochtonen via aanvullende opleidingen de mogelijkheid krijgen zich te scholen voor een leidinggevende functie.