Radio gesprek minister-president na de ministerraad (Radio 1, Met het Oog op Morgen)
In het radio-gesprek na afloop van de wekelijkse ministerraad gaat minister-president Balkenende in op het coaliteberaad inzake de economische crisis.
VULLINGS:
Komt het allemaal nog wel goed?
BALKENENDE:
Daar heb ik het vaste vertrouwen in.
VULLINGS:
Maar het loopt niet zo lekker, toch?
BALKENENDE:
Deze week was natuurlijk een week waarin het ging om hele belangrijke vragen, moeilijke vragen ook. We praten over een economie die wegzakt, maar bovenal gaat het om mensen die hun baan kunnen verliezen of denken: kan ik mijn hypotheek wel betalen? Of, een andere vraag: wat gebeurt er met mijn kinderen? Wat gebeurt er eigenlijk met Nederland? Zie bijvoorbeeld de staatsschuld. Dat zijn vragen die mensen bezighouden. Dan is het nu een kwestie van wat zijn de antwoorden van het kabinet.
VULLINGS:
Ja, want een vraag die de mensen ook bezighoudt is: wanneer komt het kabinet met een antwoord?
BALKENENDE:
Ja, maar ik heb vandaag bij mijn persconferentie nog eens aangegeven: pas nu even ook op met het beeld dat het kabinet nu een week intensief aan het spreken is, dan komt het met maatregelen en dan hebben we de oplossingen. We moeten oppassen dat we…
VULLINGS:
Dat heet verwachtingsmanagement hè?
BALKENENDE:
Wat ik wil zeggen is dit: wij kunnen bijdragen aan versterking van de economie op de korte termijn, maar we kunnen niet de hele economie gaan overnemen. Dat is mijn boodschap steeds geweest.
VULLINGS:
Het kabinet kan niet alle banen redden?
BALKENENDE:
Nee. Daarom hebben we elkaar ook nodig. Werkgevers, werknemers, medeoverheden en rijksoverheid. En te midden van al die verantwoordelijkheden heeft het kabinet natuurlijk een eigen verantwoordelijkheid. Daar zijn we nu druk mee bezig. Dat zijn pittige gesprekken. Dat heeft u ook gemerkt deze week.
VULLINGS:
Ik hoorde dat het maandagavond heel constructief was. Toen is e vooruitgang geboekt. En dan ergens op dinsdag gaat het fout. Wat gaat er dan fout?
BALKENENDE:
Laten we nou niet praten over de inhoud van het gesprek zelf. Dat hoort ook helemaal niet. Daar schieten we niet zoveel mee op. Alleen zien we natuurlijk wel bij dit soort processen dat de politieke smaldelen - PvdA, CU, CDA - natuurlijk ook wel zo hun eigen accenten leggen. Dat betekent dat iedereen voor zijn standpunt opkomt en dan kan het er wel eens even fors aan toegaan. Dat hoort ook bij moeilijke discussies die je voert. Kijk, want er zijn tal van zaken waarbij het een kwestie is van iets meer of iets minder, of je maakt een compromis. Maar het gaat hier om veel ingewikkelder keuzes. Dan is het niet zo gek dat je toch even wat tijd er voor nodig hebt. Dan is het ook niet zo gek dat er dan eens een keer een meningsverschil is.
VULLINGS:
Maar een meningsverschil is wat anders dan onderlinge irritatie en ministers die bij het inlopen bij het Torentje dingen zeggen waarop anderen reageren. Daar wordt het allemaal zo lelijk van. Het is een beetje kinderachtig.
BALKENENDE:
Nou ja, u bent journalist. Het valt mij wel op, u staat er altijd allemaal met elkaar.
VULLINGS:
Dat is mijn werk inderdaad. Maar die ministers hoeven niet de antwoorden te geven die ze geven natuurlijk.
BALKENENDE:
Maar goed, we weten een beetje hoe dat gaat. Dat is natuurlijk ook de reden geweest waarom wij de laatste kabinetsformatie hebben gezegd - dat is ook mijn voorstel - van: laten we nu gewoon eens een aantal dagen bij elkaar gaan zitten en dan kunnen we een kabinetsformatie doen. Want dan heb je ook een aantal weken om dat soort dingen aan te pakken. Ik herinner me ook nog toen ik in 2003 - dat was een tijd waarin we nog steeds naar binnen en buiten liepen in de Eerste Kamer, en eigenlijk is dat een goede methode. Het kan nu even niet anders, want ons werk gaat door als bewindslieden. De ministers en staatssecretarissen zijn elke dag met hun eigen onderwerpen bezig. Daarnaast hebben we natuurlijk deze belangrijke gesprekken te voeren. Ach, dat er een keer wat wordt gezegd tegen een journalist, dat hoort erbij. Dat leidde ook begin deze week soms tot irritatie. Nou, in het geval van minister Donner, die heeft toen ook in de media…
VULLINGS:
Met een hele grote glimlach heeft hij 'het spijt me' gezegd. Met gekruiste vingers achter zijn rug, of niet?
BALKENENDE:
De volgende dag heeft hij het ook nog eens aan tafel herhaald. Daarmee is zo'n discussie afgelopen. Dat gebeurt aan alle kanten wel eens.
VULLINGS:
Maar voor u als insider zijn dit soort dingen normaal. U bent dat soort processen gewend. Ik begin inmiddels ook door te krijgen dat het er bij hoort. Maar voor de buitenstaander, de mensen in het land, die denken: wat zijn die politici daar aan het doen?
BALKENENDE:
Ja, maar ik geloof dat Nederlanders tegelijkertijd ook zien dat het niet zomaar gaat om een politiek spel of het even naar binnen of naar buiten lopen. Nederlanders weten heel goed dat het hier gaat om hele fundamentele keuzes die gemaakt moeten worden. Nederlanders weten heel goed dat je de economie wel kunt ondersteunen, maar dat je niet een hele economie kunt gaan stimuleren met miljardenoperaties. Dat kan natuurlijk niet. Nederlanders begrijpen heel goed dat datgene wat we nu aan oplopende staatsschuld hebben, dat het vroeg of laat betaald moet worden. Waar we nu voor staan is om een goede mix te krijgen van maatregelen die je op korte termijn kunt nemen, maar dat je evenzeer ook oog hebt voor de lange termijn. Dat zijn ingewikkelde vraagstukken. Ik denk dat Nederlanders ook heel goed weten dat je dit soort keuzes niet zo maar eventjes maakt.
VULLINGS:
Ik denk dat mensen ook wel begrijpen dat het niet in twee dagen praten is opgeslokt, maar ze willen die show eromheen misschien niet zien?
BALKENENDE:
Maar goed, dat is een beetje inherent wanneer je camera's ziet. Ach, dat hoort er ook bij. Daar moet je niet heel zenuwachtig van worden.
VULLINGS:
Hoe is het om onafhankelijk voorzitter te zijn?
BALKENENDE:
Dat is natuurlijk een rol die ik in principe elke vrijdag heb, of elke dinsdag bij de onderraden. Vrijdag hebben we in de Trêveszaal de ministerraad. De minister-president staat boven de partijen. Natuurlijk heb ik mijn eigen opvattingen, alleen je probeert steeds met elkaar te komen tot de oplossingen waarin iedereen zich kan vinden. Dat is ook nu mijn rol. Maar het is, denk ik, wel heel goed dat we ook die scheiding hebben gemaakt tussen steeds een bewindspersoon en de fractievoorzitters. Er zijn drie teams, om het zo maar even te noemen, en dan ben ik de onafhankelijk voorzitter. Ik denk dat het goed is om op deze manier te doen.
VULLINGS:
U krijgt in die rol als onafhankelijk voorzitter ook te maken met het fenomeen Piet Hein Donner. Is hij echt zo lastig?
BALKENENDE:
De heer Donner is iemand die weet waarover hij spreekt. Hij heeft glasheldere opvattingen. Donner is ook iemand die voor zijn eigen mening duidelijk uitkomt.
VULLINGS:
Hij schijnt toch zo eigenwijs te zijn? Dan zijn de argumenten gewisseld en dan begint hij er weer opnieuw over.
BALKENENDE:
Het is natuurlijk zo dat wanneer er sprake is van een onderhandelingsproces, dan maakt elke partij zijn punt. Soms krijg je direct gelijk en soms kost het wat meer tijd. Ach, dat geldt eigenlijk voor iedereen. Dat is niet zo bijzonder.
VULLINGS:
Hij is niet de lastigste, of wilt u iemand anders nomineren?
BALKENENDE:
Het gaat niet om wie er het lastigste is, want…
VULLINGS:
Voor een onafhankelijk voorzitter kan het natuurlijk best wel lastig zijn als iemand heel erg aan zijn eigen standpunt vasthoudt.
BALKENENDE:
Lastig, dat wordt door tal van factoren bepaald. Lastig kan te maken hebben met karaktereigenschappen, met de vorm, maar kan evenzeer te maken hebben met de inhoud, de inhoudelijk keuze die mensen maken.
VULLINGS:
Is de kern van het probleem eigenlijk niet dat het CDA twijfelt aan de financiële degelijkheid van de PvdA?
BALKENENDE:
Zo zou ik het niet willen zeggen.
VULLINGS:
U mag ook andere woorden kiezen.
BALKENENDE:
Ik vind dat ik helemaal niet moet gaan spreken over beelden die over en weer bestaan. Het is natuurlijk altijd zo geweest dat partijen - ook in het verleden, afgelopen decennia - verschillende visies hebben gehad over een fenomeen als lastenverlichting. Het is bekend dat een PvdA de afgelopen decennia meer had met uitgavenverhoging dan met lastenverlichting.
VULLINGS:
Dat heet toch financiële degelijkheid?
BALKENENDE:
Ja, nou, ook daar wordt verschillend over gedacht, hoe je die definities precies invult. Maar laten we oppassen voor stereotypen. We hebben te maken met partijen die hun eigen karakter hebben, die hun eigen opvattingen hebben en ook nu voor de taak staan er samen uit te komen. Dat is ook mijn taak, om alles te doen om te zorgen dat het mogelijk wordt.
VULLINGS:
Wanneer staat u volgende week met de bende van zes op een trap te glunderen met een heel mooi akkoord?
BALKENENDE:
Die vraag werd ook gesteld aan minister Bos toen hij vandaag het ministerie verliet. Toen zei hij: ik weet het niet. Ik geloof dat ik me daar bij aan moet sluiten.
VULLINGS:
Is het wel volgende week?
BALKENENDE:
De inzet van iedereen is om eruit te komen, maar tegelijkertijd hebben we ook vorige week gezien dat er wordt gespeculeerd over wanneer de besprekingen zijn afgerond. Ik geloof niet dat het echt zinvol is om daarover te gaan speculeren. In dit proces geldt toch steeds dat het gaat om het maken van verantwoorde keuzes. Daarbij staat zorgvuldigheid op de eerste plaats.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, TO)