Antwoorden op kamervragen van Leijten over de situatie op de arbeidsmarkt in de gehandicaptensector
De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG
MEVA-K-U-2914847
10 maart 2009
Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de situatie op de arbeidsmarkt in de gehandicaptensector (2080913910).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het feit dat er een cao is afgesloten in de gehandicaptenzorg waarmee alleen het CNV akkoord is gegaan? 1) 2)
Vraag 2
Bent u van mening dat er geen sprake is van een gedragen cao in de gehandicaptenzorg, wanneer die wordt afgesloten door slechts één vakbond? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u er aan doen om tot een akkoord te komen met instemming van de (meerderheid) van de vakbonden?
Vraag 3
Erkent u dat het behoud van personeel in de gehandicaptenzorg, en het zorg dragen voor goede arbeidsvoorwaarden die breed gedragen worden door de werknemers, nu uitermate belangrijk is om de kwaliteit en continuïteit van zorg in de gehandicaptenzorg te waarborgen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, vindt u deze arbeidsvoorwaarden – geaccordeerd door één vakbond – voldoende breed gedragen?
Vraag 4
Ziet u voor u zelf – en voor de minister van VWS – een rol weggelegd in deze situatie, en bij eventuele andere cao’s in de zorg, waarbij verdeeldheid tussen vakbonden dreigt te ontstaan? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid te bemiddelen om een einde te maken aan de huidige verstoorde verhoudingen tussen bonden onderling en de werkgevers in de (gehandicapten) zorg?
Vraag 5
Bent u van mening dat de ontwikkeling waarbij een cao wordt afgesloten die niet gedragen wordt door de meerderheid van de bonden schadelijk is voor de arbeidsmarkt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 6
Bent u van mening dat er sprake kan zijn van een vermoeden van belangenverstrengeling wanneer de cao-onderhandelaar van het CNV tegelijkertijd lid is de Raad van Toezicht van een grote gehandicapteninstelling? Kunt u uw antwoord toelichten? 3)
Antwoord 1, 2, 3, 4, 5 en 6
Het arbeidsvoorwaardenbeleid is primair een zaak van de sociale partners. De bewindslieden van VWS hebben dan ook geen formele plek aan de onderhandelingstafel voor de CAO. Voor VWS is op het punt van de arbeidsvoorwaardenontwikkeling alleen de rol weggelegd van het uitvoeren van het ova-convenant. Dat is het convenant dat VWS met de werkgevers in het VWS-veld heeft gesloten over de rekenregel om de jaarlijkse loonkostenindexering te berekenen en beschikbaar te stellen.
Sociale partners zijn mijns inziens zeer wel in staat om zelf waakzaam te zijn op de punten die u aandraagt (draagvlak, positie op de arbeidsmarkt, continuïteit en integriteit binnen de onderhandelingsdelegatie). Ook de procedure die sociale partners moeten doorlopen voordat zij hun CAO algemeen verbindend kunnen laten verklaren, draagt ertoe bij dat het draagvlak in de betreffende sector een belangrijk attentiepunt zal zijn aan de CAO-tafel.
Een bemoeienis met het proces van arbeidsvoorwaardenvorming zoals u in uw vragen voor VWS ziet weggelegd, acht ik dan ook te vergaand.
1) AD.nl, 13 februari 2009: “Actie tegen cao gehandicaptenzorg”
2) http://www.mijnvakbond.nl/Documenten%20MijnVakbond.nl/Zorg/Gehandicaptenzorg/Onderhandelaarsresultaat%20CAO%20GHZ%205%20okt%202009.pdf
3) http://www.linkedin.com/pub/dir/leon/vincken