Opening zeewaterwarmtecentrale wereldprimeur in duurzame energie

Minister Van der Laan opende maandag in de Haagse wijk Duindorp de eerste zeewaterwarmtecentrale ter wereld. Deze unieke duurzame energiecentrale gaat ruim 800 woningen voorzien van warmte die wordt gewonnen uit de Noordzee. 'Dit is een project waarbij zowel mens, markt als milieu winnaar zijn', aldus Van der Laan.

In de haven bij Duindorp is een speciale centrale gebouwd, die het water oppompt, filtert, bijwarmt en doorgeeft. Het gebouw heeft glazen wanden, zodat bezoekers naar binnen kunnen kijken om de werking van de zeewaterwarmtecentrale te zien. 'Deze centrale is een mooie stap in de richting van energieneutrale nieuwbouw die het kabinet als doel heeft voor 2020. Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen door meer energiebesparing en inzet van duurzame energie is een prioriteit voor het kabinet. Duurzaamheid is de rode draad binnen dit project in Duindorp, met de schijnwerper op energie', aldus de minister.

Hoe werkt het?
De zeewaterwarmtecentrale gebruikt het warme water uit de zee en geeft dit door aan de woningen in de omgeving. Is het zeewater warmer dan 11 graden, dan kan deze warmte met behulp van warmtewisselaars rechtstreeks worden overdragen op het water in het buizenstelsel. Is het zeewater 11 graden of lager, wat maar gedurende enkele maanden per jaar het geval is, dan wordt de temperatuur door een grote warmtepomp eerst op 11 graden gebracht. De warmte wordt via een ondergronds distributienet naar de woningen gebracht.

Ook krijgt elke woning een individuele warmtepomp, die de temperatuur verder omhoog brengt tot 45 graden voor vloerverwarming en 55-65 graden voor warm tapwater. De centrale heeft enorm hoog rendement en zorgt voor een CO2 reductie van 50 procent vergeleken met een gemiddelde nieuwbouwwoning. Ingenieursbureau Deerns uit Rijswijk is de bedenker van de zeewaterwarmtecentrale.

De zeewaterwarmtecentrale heeft 7,6 miljoen euro gekost. De Haagse woningcorporatie Vestia heeft hierin het meest geïnvesteerd. Verder hebben ook de gemeente Den Haag en het ministerie van Economische Zaken bijgedragen.