Toespraak minister-president Balkenende in New York met als thema respect voor het kind
Speech ter gelegenheid van de sessie 'Our Childeren and our future' van de 'Global Creative Leadership Summit'.
De toespraak is in het Engels uitgesproken.
Respect for the child: bringing up children in a changing world
Dames en heren,
Op 8 mei 2002 tijdens de UN General Assembly's Special Session on Children luisterde de wereld aandachtig naar hen om wie het daar toen draaide: kinderen. En zij hadden een indringende boodschap voor ons: "We want a world fit for children, because a world fit for us is a world fit for everyone."
In een wereld geschikt voor kinderen is geen plaats voor armoede en honger.
In een wereld geschikt voor kinderen gaan alle jongens en meisjes naar school.
In een wereld geschikt voor kinderen zijn veilig drinkwater en goede sanitaire voorzieningen beschikbaar voor iedereen.
Laten we ons daarom tot het uiterste inspannen om de Millennium Ontwikkelingsdoelen te halen. Laten ook wij een boodschap afgeven: die wereldwijde afspraken uit 2000 komen wij na. Afspraak is afspraak. Iedere andere boodschap zou een verkeerd signaal zijn aan onze kinderen.
Het geven van het goede voorbeeld is een belangrijk aspect bij het grootbrengen van een kind. Ik ben vereerd dat ik hier vandaag met u mijn gedachten kan delen over wat er in mijn ogen voor nodig is om kinderen op te laten groeien tot evenwichtige en talentvolle volwassenen. Tot volwassenen bij wie de toekomst van onze wereld in vertrouwde handen is.
Wat ik u meegeef, heeft vanzelfsprekend een Westerse, Europese invalshoek. Het is mijn verhaal, niet zozeer het verhaal. Blauwdrukken bestaan nu eenmaal niet in dit soort situaties. Maar mijn verhaal levert hopelijk voldoende spraakmakende elementen op voor een vruchtbare discussie.
Om te beginnen wil ik kort iets zeggen over het recente rapport van Unicef "An overview of child well-being in rich countries". Voor dit rapport heeft het Kinderfonds van de Verenigde Naties ongeveer 40 indicatoren bekeken die te maken hebben met het leven en de rechten van kinderen in 21 rijke Westerse landen. In de uiteindelijke ranglijst staat Nederland bovenaan, gevolgd door Zweden en Denemarken.
Het spreekt voor zich dat ik zeer blij en dankbaar ben met dit resultaat. Maar voordat u nu besluit met uw kinderen in Nederland te komen wonen, is het denk ik goed na te gaan waar wij deze hoge klassering aan te danken hebben.
Uit het onderzoek blijkt dat Nederland met name goed scoort op indicatoren die de subjectieve gelukservaring van kinderen meten. Nederlandse kinderen voelen zich gelukkig en zijn tevreden met hun leven.
Dit houdt waarschijnlijk verband met de manier waarop we hen benaderen. We geven hen de ruimte om kind te zijn. We betrekken hen bij belangrijke beslissingen. We tonen respect.
Respect is een van de kernwaarden in een samenleving. Bij het overdragen van waarden is een belangrijke rol weggelegd voor het gezin. Hoe kinderen later zullen functioneren, welke waarden en normen ze hanteren, hoe ze omgaan met anderen en welke prioriteiten ze in het leven stellen, wordt voor een groot deel bepaald in de beginfase van het leven. De basis wordt gelegd in het gezin. Het gezin dat in deze 21e eeuw een veel grotere variëteit aan verschijningsvormen kent dan in vorige eeuwen.
In een gezin is het geheel veel meer dan de som der delen. Sterke gezinnen waarin kinderen in liefde worden opgevoed, zijn de bouwstenen van een sterke en sociale samenleving. Daarom mogen we het belang van het gezin nooit onderschatten.
Helaas is dit lange tijd wel gebeurd - in Nederland, maar ook daarbuiten. Sinds de jaren 60 van de vorige eeuw is in de samenleving de nadruk komen te liggen op het individu. Ook in het overheidsbeleid. Ik heb me altijd verzet tegen dit dominante denken waarin het individu centraal staat. Beleid dat zich uitsluitend richt op individuele zelfredzaamheid en economische zelfstandigheid is te beperkt.
De mens is immers geen solitair, maar een sociaal wezen. Mensen komen pas tot hun recht in relatie tot anderen. Mensen kennen grote waarde toe aan relaties en leefverbanden. Het merendeel van de bevolking leeft een groot deel van het leven in een gezinsverband - eerst als kind, later als ouder of verzorger.
Om deze reden is het niet meer dan logisch om bij beleidsvorming meer te kiezen voor een gezinsbenadering. En dat is wat we in Nederland nu ook doen.
Dames en heren,
In navolging van een oud Afrikaans gezegde, zei Hillary Clinton het jaren geleden al: It takes a village to raise a child. Opvoeden is niet eenvoudig. Ouders kunnen het niet alleen. Een heel netwerk in de directe omgeving van het kind heeft ook een rol: school, kinderopvang, sportverenigingen, kerken etcetera.
In Nederland zijn we ervan overtuigd dat ook de overheid één van de partners is bij het opvoeden van kinderen. Deze houding betekent een breuk met het verleden. Waar in het verleden de autonomie van het gezin bijna onaantastbaar leek, kiest de huidige regering voor een andere benadering. We zijn de vrijblijvendheid voorbij.
Omdat we onze ogen niet willen sluiten voor die kinderen die achter de voordeur van hun eigen huis in de knel komen.
Omdat kinderen die in de eerste fase van hun leven geen goede basis meekrijgen, als volwassenen vaak niet optimaal kunnen participeren in de samenleving.
En omdat we het belang van het kind voorop willen stellen.
Het belang van ieder kind. Dus van de 95% van de Nederlandse kinderen waar het goed mee gaat en die tevreden zijn met hun leven. Maar ook van de 5% die het moeilijk hebben.
Wat doen we dan zoal? Om te beginnen stellen we het kind centraal. Richtten de hulpverleners van een probleemgezin zich in het verleden op de ouders en hun belangen, tegenwoordig gaat het belang van het kind voor.
Daarnaast zorgen we dicht in de buurt van gezinnen - dus in 'the village' - voor toegankelijke centra waar ouders en kinderen met hun vragen over opvoeden en opgroeien terecht kunnen. Opvoedingsondersteuning en gezinscoaches kunnen veel problemen voorkomen of in ieder geval vroeg signaleren.
Maar wat we ook doen is sporten onder kinderen stimuleren. Niet alleen omdat sporten gewoon ontzettend leuk gezond is. Maar ook omdat op het sportveld kinderen spelenderwijs in aanraking komen met waarden en normen. En ze er allerlei vaardigheden opdoen die bijdragen aan hun ontwikkeling: samenwerken, het respecteren van spelregels, het omgaan met verschillende culturen.
Daarnaast zetten we ons als overheid ervoor in om alle jongeren onder de 18 jaar vertrouwd te maken met cultuur en kunst. Ook dat is een belangrijk aspect van de opvoeding. Niet alle kinderen krijgen dit van huis uit mee. Daar ligt dus een taak voor de overheid.
Dames en heren,
De verklaring van de kinderen tijdens de UN General Assembly's Special Sessions on Children eindigde in 2002 als volgt: "You call us the future, but we are also the present".
Om de toekomst met vertrouwen tegemoet te zien, moeten we nu investeren.
We moeten kinderen de ruimte geven om zich te ontwikkelen. De ruimte om te spelen. De ruimte om kind te zijn.
Dank u wel.