Toespraak minister-president in New York
Minister-president Balkenende heeft bij de 'World Creative Leadership Summit' een toespraak gehouden over onderwijs en creativiteit.
De minister-president heeft zijn toespraak gehouden voor het Panel 'Education, Creativity and the Mind', georganiseerd door de Louise T. Blouin Foundation. De toespraak is in het Engels uitgesproken.
Minister-president Balkenende:
Dames en heren,
Graag wil ik u voorstellen aan twee Nederlandse kinderen: Zahra en Reinier. Beiden zijn dertien jaar oud. Ze wonen in Hoogezand, een stadje van 20.000 inwoners in het noorden van Nederland.
Reinier en Zahra waren tot vorig jaar klasgenoten op basisschool De Schakel - The Link. Een kleine school met 130 leerlingen. Een school die de creativiteit en het leervermogen van kinderen prikkelt via… ondernemerschap.
De klas van Zarah en Reinier kreeg de opdracht een bedrijf op te zetten en tot een succes te maken. Vanaf het allereerste begin. Dus: samen een product of dienst bedenken. Een bedrijfsplan maken. Een begroting opstellen. Financiering regelen. Het product ontwerpen en produceren. De marketing. De verkoop. De aftersales.
Onder begeleiding van meester Van der Veen gingen de kinderen aan de slag. Zo ontstond het bedrijf Multiflex. Producent van placemats. En inmiddels is er nauwelijks meer een huis in het stadje Hoogezand te vinden waar geen placemats van Multiflex onder de borden liggen.
Zahra zegt over haar ervaringen:
"Het was heel erg leuk. Je leert van alles door te ondernemen. Mensen aanspreken, reclame maken, verkopen. Het is vooral belangrijk dat je een goed plan hebt. En dat iedereen zich daaraan houdt natuurlijk!"
Dames en heren, dit is een concreet voorbeeld uit mijn land. Een voorbeeld van hoe kinderen uitgedaagd worden om creatief te zijn en tegelijkertijd nieuwe dingen te leren. Want heel veel vaardigheden komen samen in het ondernemerschap:
- Samenwerken.
- Plannen.
- Onderzoeken.
- Ontwerpen.
- Rekenen.
- Communiceren.
Mijn punt is niet dat elk kind ondernemer moet worden. Mijn punt is dat een andere manier van denken en doen in het onderwijs - buiten de boekjes om - de creativiteit van kinderen kan prikkelen.
En dat is van het allergrootste belang. Want voor de positie van landen in de wereld geldt steeds sterker: 'To be creative or not to be'.
Een aantal van u is deskundig op het gebied van de werking van de hersenen. Anderen hebben jarenlange ervaring in het onderwijs aan creatieve toptalenten in de kunsten. Zelf heb ik tien jaar met studenten mogen werken als bijzonder hoogleraar 'Christelijk sociaal denken over maatschappij en economie'. Maar misschien nog belangrijker: ik ben ervaringsdeskundige, als vader van een dochter van negen.
Elke keer weer valt me op hoe open kinderen de wereld tegemoet treden. Hoe nieuwsgierig ze zijn naar wat net om de hoek ligt. Hoe enthousiast ze zijn als ze worden aangesproken op hun talenten. En hoe serieus ze kunnen werken aan ontwikkeling daarvan. Mijn dochter bijvoorbeeld heeft een passie voor paarden en droomt al van Olympische medailles. Alhoewel… Ze is inmiddels met grote inzet begonnen aan pianoles. Wie weet…?
Het talent van de kinderen moet centraal staan in het onderwijs. Ik denk dat we het daarover eens zijn. De vraag is hoe we al die verschillende talenten vleugels kunnen geven.
In Nederland proberen we dat te bereiken door scholen zelf een grote verantwoordelijkheid te geven. Scholen hebben een grote vrijheid bij het kiezen van hun methoden van onderwijs.
De eindtermen staan vast, maar de weg daarheen is vrij.
Zo kunnen scholen zelf op zoek gaan naar onderwijsvormen die het best aansluiten bij hun leerlingen. Dat schept ruimte voor creativiteit. Zo ontstaat diversiteit in het onderwijsaanbod, waardoor ouders, leerlingen en studenten iets te kiezen hebben. Sommige scholen doen veel met digitale leermiddelen. Andere profileren zich op het gebied van kunst en cultuur. Weer andere willen een uitdaging zijn voor toptalent.
Een voorbeeld van dit laatste is de Design Academy in Eindhoven, door Time Magazine uitgeroepen tot 'School of Cool'. De academy is gevestigd in een oud fabriekspand van Philips en staat in de lange traditie van het Dutch Design. De ambitie van deze opleiding is: vorm geven aan de wereld van morgen. Dat betekent dat studenten 'vrij' moeten kunnen denken. Maar zich ook rekenschap moeten geven van de behoeften van mens en samenleving. Studenten zijn bezig met vragen als: hoe creëren we een ziekenhuisomgeving waarin mensen sneller beter worden? Of: hoe kunnen we het openbaar vervoer zo vormgeven dat mensen de auto vaker laten staan?
Dames en heren,. iedereen draagt de kiem van creativiteit in zich. Iedereen heeft recht op onderwijs dat die kiem laat groeien en bloeien.
Een voorbeeld. Vorig jaar was ik op bezoek bij een school voor beroepsonderwijs in Arnhem. Die leidt leerlingen op die vooral praktische talenten hebben, bijvoorbeeld in de techniek.
Een van de studierichtingen heet 'Sound & Vision'. Daar gaan jongeren heen die belangstelling hebben voor geluids- of videotechniek. De school heeft een partnerschap gesloten met een van de grootste evenementenbedrijven van ons land. Leerlingen hebben in dat bedrijf de beschikking over een eigen ruimte. Daar mogen ze met de modernste apparatuur theaters en decors bouwen en lichtplannen maken. Bij echte evenementen - popconcerten bijvoorbeeld - doen de leerlingen mee als hulpkracht. U begrijpt wat een enorme stimulans dit is voor de creativiteit en de motivatie van deze jongens en meisjes.
Dames en heren, creativiteit is een zeer belangrijke, maar niet de enige waarde in het onderwijs. Kinderen zullen ook gewoon dingen moeten leren. Schrijven zonder fouten, rekenen, basiskennis van de samenleving waarin je leeft, zijn noodzakelijk voor een goede start in het leven.
Sommige kinderen krijgen van huis uit al veel mee. Anderen hebben het moeilijker, bijvoorbeeld omdat hun ouders immigrant zijn en de taal en cultuur van hun nieuwe land nog niet goed kennen.
We hebben in Nederland geleerd dat kinderen die beginnen met een achterstand, een veel grotere kans hebben later zonder diploma van school te gaan. Het verminderen van het aantal drop outs blijft voor Nederland een voortdurende opgave. Daarom investeren we onder meer in educatie aan heel jonge kinderen, tussen de 2 en 4 jaar. Spelenderwijs proberen we hun de startpositie te geven die nodig is om op school succesvol te kunnen zijn.
Gelijke kansen ontstaan niet vanzelf. Het ene kind is van huis uit gewend te bewegen en te sporten. Het andere niet. Het ene kind heeft ouders die voorlezen. Het andere kind heeft ouders die zelf het lezen niet machtig zijn. Het ene gezin trekt erop uit naar musea en concerten. Het andere komt niet verder dan de afstandsbediening van de televisie.
Natuurlijk kan de school niet alles opvangen wat ouders laten liggen. Maar met betrekkelijk eenvoudige middelen is wel heel veel mogelijk. Veel Nederlandse scholen werken samen met sportverenigingen, bibliotheken, muziekscholen, culturele instellingen en bedrijven in de buurt. Zo krijgen de kinderen - ook na schooltijd - de kans nieuwe ervaringen op te doen. Als overheid stimuleren we dit door alle kinderen tot 12 jaar gratis toegang te geven tot musea.
Dames en heren, Franklin Roosevelt zei: "Happiness lies in the joy of achievement, in the thrill of creative effort."
Daarmee legt hij een direct verband tussen creativiteit en geluk.
Elk kind verdient dat geluk.
Ieder kind draagt een kiem van creativiteit in zich. Het is aan ons, volwassenen, om die kiemen tot bloei te helpen brengen. Met al onze liefde, aandacht en betrokkenheid.
Ik denk even terug aan die twee kinderen uit Hoogezand: Zahra en Reinier.
Reinier wil later als hij groot is architect worden. Zahra droomt van een eigen kapsalon.
Eén ding staat vast: deze dromen - en die van miljoenen andere kinderen - staan of vallen met het vermogen creatief te zijn. Aan ons de prachtige taak dat vermogen te helpen ontwikkelen.
Dank u wel.