Toespraak 2008 Eurocities Annual Conference
Toespraak minister-president Balkenende bij de opening van de jaarlijkse conferentie van Eurocities (Kurhaus, Scheveningen). De speech is in het Engels gehouden.
Dames en heren,
Het is voor mij een genoegen u te mogen begroeten in Nederland. Voor even heeft u uw eigen stad achter u gelaten om u hier in de Nederlandse regeringsstad met Europese collega's te buigen over een zeer relevante vraag: Hoe bouwen we actieve steden in Europa?
Zoals u wellicht weet, ben ik een hartstochtelijk voorstander van een sterk Europa. De afgelopen weken hebben eens te meer de kracht van Europa bewezen. Ik doel vanzelfsprekend op de gezamenlijke Europese aanpak van de financiële crisis. Samen hebben we afspraken gemaakt om het financiële systeem te redden. En samen laten we onze stem horen op het wereldtoneel. Alert en eensgezind samenwerken binnen Europa maakt sterk.
Zoals u wellicht ook weet, ben ik zestien jaar volksvertegenwoordiger geweest in Amstelveen, een middelgrote stad onder de rook van Amsterdam. De Europese, nationale en lokale politiek kennen voor mij geen geheimen. Op basis van al deze ervaringen durf ik de stelling aan dat actieve steden ondenkbaar zijn zonder een krachtig Europa. Het omgekeerde is overigens ook waar: een sterk Europa is niet mogelijk zonder sterke, actieve steden.
Steden zijn een onuitputtelijke bron van dynamiek. Cultureel, maatschappelijk en natuurlijk economisch. Dynamiek is van cruciaal belang voor een maatschappij. Zonder dynamiek geen innovatie, geen ontwikkeling, geen vooruitgang, geen leefbare samenleving.
Modern burgerschap en slagvaardig bestuur zijn zonder meer belangrijke bouwstenen voor het vergroten van dynamiek in steden. Terecht dus dat deze twee zaken tijdens deze conferentie uitgebreid aan bod komen. Graag wil ik hier kort een aantal opmerkingen over maken.
Als minister-president leg ik veel werkbezoeken af. Ik kom in buurten en wijken waar het goed gaat. Ik bezoek plaatsen waar alle problemen lijken samen te komen. Ik ontmoet mensen die zich cynisch en ontevreden terugtrekken achter hun voordeur. Maar ik spreek ook mensen die zelf de schouders eronder zetten. Burgers die zelf aan de slag gaan om hun eigen leefomgeving veiliger, leefbaarder en mooier te maken.
De creativiteit in buurten en wijken is ongekend. De effectiviteit van de activiteiten die van onderop ontstaan wordt enorm onderschat. Bewoners die zich vol trots en enthousiasme op verbetering van hun eigen wijk storten, lijken bergen te kunnen verzetten. Ze bereiken meer dan menig bestuurder of politicus.
We moeten dit soort burgerinitiatieven dan ook koesteren en stimuleren. Geef burgers de ruimte in hun buurt. Ik pleit niet voor een overheid die zich terugtrekt, maar voor een overheid die haar betrokkenheid toont door ruimte te geven. De ruimte en de middelen om zelf dingen tot stand te brengen met medewerking van maatschappelijke partners als scholen, sportverenigingen, politie, woningcorporaties en bijvoorbeeld huisartsencentra.
Op deze manier wordt de betrokkenheid van burgers bij het democratisch bestuur ook vergroot. Want meedenken over en meedoen aan de ontwikkeling van hun buurt, laat burgers kennismaken met bestuurlijke dilemma's. Besturen is afwegingen maken en niet het afwerken van een verlanglijstje. Mensen die in hun eigen omgeving betrokken zijn bij die afwegingen, krijgen daar meer begrip voor.
Steden en landelijke overheden kunnen hier samen aan werken. Burgers maken immers nauwelijks onderscheid tussen verschillende overheidslagen. Zij zien één overheid. Zij zien één overheid die goed of niet goed functioneert. Het is daarom aan ons - overheden - om met volle kracht te werken aan een optimale werkverdeling.
Wat mij betreft staat het begrip subsidiariteit daarbij centraal. Taken en verantwoordelijkheden dienen op het niveau neergelegd te worden waar zij het best uitgevoerd kunnen worden. Lokale overheden en steden komen daarbij dus nadrukkelijk in beeld. Niet als louter uitvoerders van landelijk beleid. Maar als partners in het oplossen van maatschappelijke problemen.
Dames en heren,
In Nederland hebben we als landelijke overheid goede ervaringen met het oppakken en aanpakken van problemen samen met onze steden. Maar ook in andere landen bestaan er ongetwijfeld mooie voorbeelden van vruchtbare samenwerkingsverbanden. Goed dus dat zoveel vertegenwoordigers van Europese steden hier in Den Haag bijeen zijn om ervaringen uit te wisselen. Ik hoop dat het deze week bruist van de ideeën in deze stad. Ideeën waarmee u volgende week verder kunt bouwen aan uw eigen actieve stad.
Ik wens u drie inspirerende conferentiedagen toe.
Dank u wel.