Toespraak bij onthulling standbeeld Abraham Kuyper
Toespraak van minister-president Balkenende bij de onthulling van het standbeeld van Abraham Kuyper, Maassluis
Mijnheer de burgemeester, professor Bouter, professor de Bruijn, leden van het stichtingsbestuur, dames en heren,
Het is voor mij een bijzonder voorrecht om vandaag in deze prachtige kerk te mogen spreken, op de plek waar Abraham Kuyper 171 jaar geleden door zijn eigen vader werd gedoopt. Het was het begin van een rijk en productief leven van een groot staatsman. Een man die zijn stempel drukte op de sociale, maatschappelijke én kerkelijke inrichting van Nederland. Maar ook de man die bepalend is geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling.
Mocht u er nog aan twijfelen: ik ben een Kuyperiaan in hart en nieren. Dat heeft te maken met mijn opvoeding, opleiding en carrièrepad. Maar ik ben het vooral uit overtuiging.
Ik groeide op in de gereformeerde traditie en studeerde aan de Vrije Universiteit. Ik herinner me nog goed dat ik in die tijd mijn dispuutgenoten al trakteerde op een lezing over Kuyper. Later promoveerde ik op een dissertatie waarin het gedachtegoed van Kuyper luid en duidelijk doorklonk. Ik was hoogleraar christelijk sociaal denken aan de VU en ik werkte in het Kuyperhuis, het voormalige partijbureau van het CDA. Een persoonlijk hoogtepunt beleefde ik in 2004, toen ik in Princeton de Abraham Kuyper Prijs in ontvangst mocht nemen. Kortom, Kuyper loopt als een rode draad door mijn leven.
In Princeton en ook bij veel andere gelegenheden heb ik niet onder stoelen of banken gestoken dat Kuyper voor mij een inspiratiebron is. Ik bewonder zijn op het geloof geïnspireerde gedachtegoed en waardeer zijn visie op staat en maatschappij. Niet dat Kuypers denkbeelden één op één toepasbaar zijn op het moderne Nederland. Maar de kern van zijn denken is nog steeds van grote betekenis voor de huidige samenleving.
Het belangrijkste wat Kuyper ons leert, is dat een samenleving niet goed kan functioneren zonder een moreel kompas en een juiste verdeling van verantwoordelijkheden. Het leven van Kuyper zelf laat dat als het ware zien. Alles wat hij tot stand bracht - en dat was heel veel - rustte op een paar pijlers: het anker van het geloof, maatschappelijk engagement, de overtuiging dat niemand alleen voor zichzelf leeft, en de wil om maatschappelijke verantwoordelijkheid te dragen.
Kuyper geloofde sterk in de kracht van maatschappelijke verbanden en de 'veerkracht van de burgerij', zoals hij dat zelf noemde. De staat moest daarvoor de voorwaarden scheppen. En de staat moest ook zorgen voor een goed functionerend rechtssysteem, gebaseerd op gemeenschappelijke waarden. Daarmee gaf Kuyper de overheid een afgebakende, maar belangrijke rol.
Zo moeten we het leerstuk van de 'soevereiniteit in eigen kring' ook begrijpen. Niet als een eenzijdig pleidooi voor afscheiding en isolement. Maar als een manier om vanuit de kracht van de eigen groep een bijdrage te leveren aan het grote geheel van de Nederlandse samenleving.
Vertaald naar onze tijd geeft dit richting aan de ideeënvorming over 'eenheid in verscheidenheid'. Voor mij persoonlijk is dat een kernthema. Een pluriforme samenleving kan alleen bestaan bij de gratie van vier dingen: verantwoordelijke burgers, een krachtig maatschappelijk middenveld, gemeenschappelijke basiswaarden en rechtsstatelijkheid. Dat is het fundament onder een sterke samenleving. Zonder dat fundament slaat tolerantie al snel om in vrijblijvendheid of - nog erger - in vervreemding. Dat is een heel actueel Kuyperiaans standpunt.
Vandaag, dames en heren, voegen we nieuw hoofdstuk toe aan het Nachleben van een groot staatsman. Twee hoofdstukken eigenlijk. Een beeld én een beeldbiografie. Wat mij betreft is dat niets minder dan een daad van historische rechtvaardigheid. Er zijn maar weinig mensen die zoveel hebben bereikt als Kuyper. Zijn werkkracht en ijzeren discipline zijn legendarisch. Hij deed veel en hij deed veel tegelijk. Zoveel dat het menselijkerwijs gesproken bijna niet is voor stellen.
- Hij was predikant in Beesd, Utrecht en Amsterdam.
- Hij stichtte nog voor zijn vijftigste De Standaard, de Antirevolutionaire Partij, de Gereformeerde Kerken in Nederland en de Vrije Universiteit.
- Hij was hoogleraar en universiteitsbestuurder, partijleider, Kamerlid en minister-president, hoofdredacteur en journalist.
- En hij schreef een onwaarschijnlijk aantal artikelen, brochures en boeken. Alleen al zijn theologische werk omvat meer dan tienduizend pagina's.
Een deel van de verklaring voor deze indrukwekkende opsomming ligt in de sterke overtuigingen van Kuyper en in zijn gedrevenheid die uit te dragen. Een van de mooiste verhalen die daarover de ronde doen, is dat hij als negenjarige jongen in Middelburg een groep matrozen het vloeken wilde afleren. Hij deed dat met in de ene hand een Bijbeltekst en in de andere enkele sigaren van zijn vader. Zo wist hij zijn publiek al op jonge leeftijd aan zich te binden. Mij lijkt dat we hier ook meteen iets terugzien van de latere politicus Kuyper: gedreven door idealen, maar ook pragmatisch en gericht op resultaat.
Een ander deel van Kuypers succes ligt in zijn onverzettelijke karakter. Zijn strijdvaardigheid en scherpe pen zijn bijna net zo legendarisch als zijn werklust. Daardoor was Kuyper een man die emoties opriep en ook verzet. Piet Kasteel, Kuypers eerste biograaf, formuleerde dat het mooist. Hij schreef: 'Kuypers persoonlijkheid sneed als een ploeg door harten en hersens.'
Kuyper is ook wel eens getypeerd als een 'man van overtuiging' met driedubbele moed. 'Moed om tot de kern door te dringen, moed om te beginnen en moed om te volharden.' En zo was het. Het woord 'bang' kende hij niet. Kuyper heeft dat zelf ooit mooi geformuleerd, toen er kritiek kwam op het feit dat er bij het openingsfeest van de VU alcohol was geschonken. Hij schreef toen: 'Bij den chocoladeketel en de water- en melkkaraf kweekt ge geen geslacht van kloeke calvinisten.' Calvinisten zoals hij dus, die stonden voor hun zaak en daarbij de antithese overigens niet schuwden.
Dames en heren,
Mijn conclusie is dat Kuyper zelf heeft aangetoond dat juist onverzettelijke mensen tot uitzonderlijke prestaties in staat zijn. Voor die prestaties verdient hij zonder meer een standbeeld.
Het beeld dat ik zo mag onthullen, is in de beste Kuyperiaanse traditie tot stand gekomen. Dat wil zeggen: niet zonder strijd en polemiek en zonder één cent overheidssubsidie. Kuyper zelf zou dat prachtig hebben gevonden!
Uw nieuwe boek, professor de Bruijn, beschouw ik als een extra cadeau. We krijgen vandaag niet alleen een beeld van Kuyper, maar ook een toegankelijke beeldbiografie. Dat is zonder meer een aanvulling op alles wat er al over hem is verschenen. Veel dank daarvoor. Ik verheug me erop dit fraaie boek te bekijken en te lezen.
Mijn complimenten aan u mijnheer Hogeweg, aan de leden van uw stichtingsbestuur en aan al die anderen die zich sterk hebben gemaakt voor het standbeeld van Kuyper. U mag er trots op zijn dat het is gelukt. Het beeld staat er. Mijn dank dat u mij de eer gunt om het te onthullen. En mijn dank aan u allen, dames en heren, voor uw aandacht.