Wetsvoorstel implementatie accountantsrichtlijn
De Koningin
Ons kenmerk:FM 2007-02676 M
Blijkens de mededeling van de Directeur van uw kabinet van 2 augustus 2007 nr. 07.002477, machtigde Uwe Majesteit de Raad van State zijn advies inzake het bovenvermelde voorstel van wet rechtstreeks aan mij te doen toekomen. Dit advies, gedateerd 6 september 2007, nr. No.W06.07.0300/III, bied ik U hierbij aan.
Het voorstel geeft de Raad van State geen aanleiding tot het maken van inhoudelijke opmerkingen.
De redactionele opmerkingen van de Raad van State zijn overgenomen, met uitzondering van de opmerking met betrekking tot het in artikel I R opgenomen artikel 65 van de Wet toezicht accountantsorganisaties (Wta). De betreffende bepaling en toelichting sluiten aan bij artikel 1:95 van de Wet op het financieel toezicht. Het is onwenselijk als daarmee uit de pas zou worden gelopen.
Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om in het voorstel van wet en in de memorie van toelichting enkele wijzigingen aan te brengen. De belangrijkste zijn:
1. In de in artikel I P geregelde wijziging van artikel 54 van de Wta zijn verwijzingen naar bepalingen toegevoegd waarvan de overtreding beboetbaar is. Het betreft de artikelen 15, eerste lid, 18, eerste lid en 20, eerste en derde lid, van de Wta.
2. De samenloop met het bij koninklijke boodschap van 5 december 2005 ingediende voorstel van wet houdende nieuwe regels inzake tuchtrechtspraak ten aanzien van accountants (30 397) wordt in artikel IV en V op aanvullende punten geregeld.
Ik moge U, mede namens de Staatssecretaris van Justitie, verzoeken het hierbij gevoegde gewijzigde voorstel van wet en de gewijzigde memorie van toelichting aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal te zenden.
De minister van Financiën,
Wouter Bos