Fiscale nieuwsflits 23 juli 2007
Int: Implementatie van richtlijnen in verband met toetreding van Bulgarije en Roemenië
• In verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de EU zijn de richtlijnen 2006/84/EG en 2006/98/EG geïmplementeerd.
Volgens de staatssecretaris zijn de richtlijnen 2006/84/EG en 2006/98/EG geïmplementeerd door middel van bestaande wetgeving.
De wijzigingen van deze richtlijnen gelden met ingang van 1 januari 2007, de datum van toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de EU.
Dit besluit is gepubliceerd in Staatscourant nr. 134.
Besluit van 11 juli 2007, AFP2007/527M, Int
WBR: Economsiche eigendom van aandelen na overdracht onroerende zaak
• Het hof oordeelde dat wel sprake was van een overdracht binnen concernverband en dat de onderneming drie jaren binnen concern was voortgezet. In een toelichting geeft de staatssecretaris aan waarom hij afziet van het instellen van cassatie.
X bv houdt middellijk alle aandelen in belanghebbende (A bv) en B bv. Deze laatste vennootschap heeft indirect een 100%-belang in C bv. Op 16 maart 2001 verkoopt X alle aandelen in B bv aan een derde. Op 20 juni 2001 om 18.15 uur verkrijgt A van C de eigendom van een onroerende zaak. Op diezelfde datum, om 19.00 uur, levert X de eigendom van de op 16 maart 2001 verkochte aandelen in B bv aan de derde.
Terzake van de verkrijging van de onroerende zaak wenst A aanspraak te maken op toepassing van de interne reorganisatievrijstelling. De inspecteur weigert dit.
Anders dan de inspecteur is het hof van oordeel dat de economische eigendom van de aandelen in B bv is overgegaan op de derde, eerst ná de overdracht van de onroerende zaak aan A bv, zodat wel sprake is van een overdracht binnen concernverband. Voorts is het hof van oordeel dat de inspecteur ten onrechte een verband legt tussen het voor rekening en risico drijven van de onderneming en het voor rekening en risico komen van de aandelen. Hier is de onderneming drie jaren binnen concern voortgezet zodat de uitzondering van art. 5b, vierde lid, Uitv. Besl. WBR zich niet voordoet.
De staatssecretaris gaat niet in cassatie en geeft een toelichting, zie onderstaande doorklik.
Toelichting staatssecretaris van 16 juli 2007, nr. DGB 2007-3180, n.a.v. uitspraak Hof Arnhem M III van 31 mei 2007, 2004/01406, 20-06-2003, WBR 15 en Uitv besl WBR 5b