Europese regelgeving in verband met toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie
Implementatie in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië van richtlijn nr. 2006/84/EG (PbEG L 362/99) van de Commissie van 23 oktober 2006 tot aanpassing van Richtlijn 2002/94/EG en richtlijn nr. 2006/98/EG (PbEG L 363) van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van de richtlijnen 69/335/EEG, 77/388/EEG, 77/799/EEG, 79/1072/EEG, 83/182/EEG, 90/434/EEG, 90/435/EEG, 2003/48/EG en 2003/49/EG
11 juli 2007/Nr. AFP2007/527M, Stcrt nr. 134
Directoraat-generaal voor Fiscale Zaken; Directie Directe Belastingen; Directie Douane en Verbruiksbelastingen
De Staatssecretaris van Financiën deelt overeenkomstig aanwijzing 347 van de Aanwijzingen voor de regelgeving mee dat richtlijn nr. 2006/84/EG (PbEG L 362/99) van de Commissie van 23 oktober 2006 tot aanpassing van Richtlijn 2002/94/EG en richtlijn nr. 2006/98/EG van de Raad van 20 november 2006 tot aanpassing van de richtlijnen 69/335/EEG, 77/388/EEG, 77/799/EEG, 79/1072/EEG, 83/182/EEG, 90/434/EEG, 90/435/EEG, 2003/48/EG en 2003/49/EG zijn geï mplementeerd door middel van bestaande wetgeving dan wel geen implementatie behoeven.
De wijzigingen bedoeld in artikel 1 van richtlijn nr. 2006/84/EG tot aanpassing van de Richtlijn 2002/94/EG zijn geïmplementeerd door de in artikel 1, eerste lid, onder a j° artikel 2, onder a van de Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen opgenomen dynamische verwijzing.
De wijzigingen bedoeld in artikel 1 van richtlijn nr. 2006/98/EG tot aanpassing van de Richtlijn:
- 69/335/EEG (indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal) sorteren voor Nederland geen effect, aangezien Nederland geen indirecte belasting op het bijeenbrengen van kapitaal kent;
- 77/388/EEG (harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake de omzetbelasting – Gemeenschappelijk stelsel van belasting over toegevoegde waarde: uniforme grondslag) hebben geen gevolg, gelet op het bepaalde in artikel 411, eerste lid, van BTW-richtlijn 2006/112 (PB L 347) en bijlage XI, deel A. bij die richtlijn;
- 77/799/EEG (wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten op het gebied van de directe belastingen en heffingen op verzekeringspremies) zijn geï mplementeerd door de in de artikelen 1 en 2 van de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen opgenomen dynamische verwijzingen;
- 79/1072/EEG (harmonisatie van de wetgevingen der lidstaten inzake de omzetbelasting – Regeling voor de teruggaaf van de belasting over de toegevoegde waarde aan niet in het binnenland gevestigde belastingplichtigen) behoeven, gelet op de aard van de wijzigingen, geen implementatie in de Nederlandse regelgeving;
- 83/182/EEG (belastingvrijstellingen bij de tijdelijke invoer van bepaalde vervoermiddelen binnen de Gemeenschap) behoeven, gelet op de aard van de wijzigingen, geen implementatie in de Nederlandse regelgeving;
- 90/434/EEG zijn geïmplementeerd door de in artikel 3.55 Wet op de inkomstbelasting 2001 opgenomen dynamische verwijzing;
- 90/435/EEG zijn geïmplementeerd door de in artikel 23c Wet op de vennootschapsbelasting 1969 en artikel 4 Wet op de dividendbelasting 1965 opgenomen dynamische verwijzing;
- 2003/48/EG zijn geïmplementeerd door de in art. 9.2 Wet op de inkomstenbelasting 2001 opgenomen dynamische verwijzing;
- 2003/49/EG zijn geïmplementeerd door de in artikel 17a Wet op de vennootschapsbelasting 1969 opgenomen dynamische verwijzing.
De wijzigingen van de Richtlijnen nr. 2006/84/EG en 2006/98/EG gaan voor de toepassing van de hierboven genoemde regelgeving gelden met ingang van 1 januari 2007, de datum van toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie.
De Staatssecretaris van Financiën,
namens deze:
de plv. directeur-generaal voor Fiscale Zaken,
drs. M. Snel.