Aantal kinderen in armoede juist gedaald
Het aantal kinderen van 0 tot en met 17 jaar in gezinnen die moeten rondkomen van een uitkering is niet gestegen, maar iets gedaald. Dat blijkt uit een brief die minister Rouvoet naar de Tweede Kamer heeft gestuurd met een reactie op het rapport ‘Kinderen in Tel’.
Uit navraag bij het CBS en het Verwey-Jonker Instituut naar de cijfers van de laatste jaren blijkt dat de cijfers over kinderen die in Nederland in armoede leven niet kloppen. Nadat het aantal kinderen in gezinnen die van een bijstandsuitkering moeten rondkomen steeg van 6,71% in het jaar 2004 naar 6,82% in 2005, daalde het aantal in 2006 naar 6,76%.
Verbeterd
Het rapport Kinderen in Tel, dat 17 maart aan minister Rouvoet werd aangeboden, concludeert dat het welzijn van kinderen over het algemeen in de afgelopen twee jaar is verbeterd. Hij schrijft in zijn brief dat hij de kinderen voor wie dat niet geldt, eerder en beter wil helpen.
Rouvoet zei bij de inontvangstname van het rapport dat armoede bovendien niet alleen een financiële kwestie is. ‘Het heeft ook te maken met participatie, toekomstperspectief, gezondheid en andere factoren’, aldus Rouvoet.
Vasthouden
Om de dalende trend van het aantal kinderen dat in armoede leeft vast te houden, is zowel in 2008 als 2009 40 miljoen euro extra beschikbaar gesteld aan gemeenten. Het is hun taak ervoor te zorgen dat kinderen maatschappelijk kunnen participeren.
Daarnaast is per 2008 de kinderkorting omgezet in een kindertoeslag. Vanaf 1 januari 2009 gaat de kindertoeslag over in het kindgebonden budget. Dat budget is gebonden aan het kind en afhankelijk van het inkomen van het gezin.
Lange termijn
Ten slotte is er een onderzoek in voorbereiding naar de langetermijneffecten van armoede bij kinderen. Dit onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de ministeries voor Jeugd en Gezin en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.