Brief aan Tweede Kamer over WODC rapport "Georganiseerde criminaliteit en de rechtshandhaving op St. Maarten"

Bijgaand zend ik u ter informatie het WODC-rapport “Georganiseerde criminaliteit en de rechtshandhaving op St. Maarten”. Het rapport is geschreven in opdracht van de toenmalige Antilliaanse minister van Justitie en schetst een zorgwekkend beeld van de rechtshandhaving op St. Maarten. Aangezien de rechtshandhaving een autonome aangelegenheid is van het Land de Nederlandse Antillen, is het primair aan de huidige minister van Justitie, dhr. David Dick, om invulling te geven aan de aanbevelingen uit het rapport.

Dhr. Dick heeft aangegeven dat het rapport zijn zorgen over de rechtshandhaving op St. Maarten onderstreept. Het heeft betrekking op de problemen die hij met Nederlandse ondersteuning aanpakt binnen het Plan Veiligheid Nederlandse Antillen (PVNA). Minister Dick benadrukt het belang van een duurzame versterking van de rechtshandhaving op St. Maarten met name ten aanzien van de politie, het Openbaar Ministerie en de immigratiedienst.

Op 8 oktober heb ik een indringend gesprek gevoerd met de minister-president en de minister van Justitie van de Nederlandse Antillen over de situatie op St. Maarten. In dit gesprek heb ik nadrukkelijk de aandacht gevraagd voor de aanbevelingen in het WODC-rapport.

Door Nederland is en wordt een forse bijdrage geleverd aan de rechtshandhaving op de Nederlandse Antillen. Sinds 2005 ondersteunt Nederland via het PVNA de duurzame verbetering van de rechtshandhaving. De afgelopen jaren heeft Nederland deskundigheid en geld (euro 24 miljoen) ter beschikking gesteld.

Onlangs is besloten het PVNA te verlengen met twee jaar. Hiervoor heeft Nederland in totaal euro 21 miljoen ter beschikking gesteld. Een plan van aanpak voor 2008 en verder is momenteel in voorbereiding. Het WODC-rapport levert daarvoor belangrijke input.

Samenwerking op het gebied van de rechtshandhaving vindt echter niet alleen plaats in het kader van het PVNA. Op specifieke terreinen wordt al langere tijd samengewerkt binnen het Koninkrijk. Te denken valt daarbij aan het Recherche Samenwerkingsteam, belast met de bestrijding van zware, georganiseerde en grensoverschrijdende criminaliteit. Ook de Kustwacht voor de Nederlandse Antillen en Aruba is daarvan een goed voorbeeld. Tot slot wil ik niet onvermeld laten dat Nederland ter ondersteuning van het Openbaar Ministerie en het gemeenschappelijke Hof van Justitie officieren van justitie respectievelijk rechters ter beschikking stelt aan de Nederlandse Antillen.

Naar aanleiding van het rapport heb ik de gouverneur van de Nederlandse Antillen verzocht een appreciatie van het rapport te geven en te rapporteren over de situatie op St. Maarten.

DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,

drs. A.Th. B. Bijleveld-Schouten