Bovenregionale recherche is succes
Met de invoering in 2004 van zes vaste, bovenregionale rechercheteams bij de Nederlandse politie is er een stevige organisatie van de grond gekomen voor de opsporing van bovenregionale middencriminaliteit, fraude en milieucriminaliteit. De teams hebben zaken opgepakt die anders zouden blijven liggen. De teams boekten ook succes: vrijwel alle zaken die de bovenregionale recherche heeft opgespoord, hebben geleid tot veroordelingen, waaronder veel vrijheidsstraffen. Het aantal onderzoeken nam in de loop van de eerste drie jaar wel iets af. Dit komt doordat bij zwaardere en ingewikkelde zaken het onderzoek langer duurde dan vooraf was gedacht.
Dit blijkt uit evaluatieonderzoek door de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid naar de bovenregionale recherche. De ministers Ter Horst (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Hirsch Ballin (Justitie) hebben het rapport van de inspectie naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij zullen later dit jaar hun reactie geven. De bovenregionale recherche draagt opgespoorde zaken niet alleen over aan het Openbaar Ministerie voor strafrechtelijke vervolging, maar maakt in sommige gevallen ook een bestuurlijk dossier over een zaak aan een gemeente, een provincie, het rijk, een specifiek bedrijf of een branche. Op die manier kunnen ook andere partijen – en niet alleen de politie – actie ondernemen om bepaalde vormen van criminaliteit te voorkomen. De Inspectie OOV constateert dat door betere coördinatie en communicatie deze aanpak nog meer effect kan hebben.