Omvang rijksdienst 2002-2006 gekrompen
De omvang van de rijksoverheid is in de periode 2002-2006 met 6.543 personen gekrompen. De taakstellingen van de kabinetten Balkenende I en II hebben duidelijk effect gehad. Tussen 2002 en 2005 is de rijksdienst met 10.200 medewerkers afgenomen, hetgeen overeenkomt met een daling van 8,2% in fte’s. Deze krimp heeft zich in 2006 niet doorgezet.
De omvang van de rijksdienst is afgelopen jaar met 3,3% in fte’s gestegen (3.666 personen). De groei komt onder meer door beleidsintensiveringen en een grotere vraag naar dienstverlening op bepaalde terreinen. Dit staat in het Sociaal Jaarverslag Rijk 2006, dat minister Ter Horst vandaag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer.
Diverse redenen voor groei
De stijging van de omvang van de rijksdienst in 2006 heeft verschillende oorzaken. Op een aantal taakvelden is sprake van een bewuste en ook politiek gewenste intensivering van taken, onder meer in de veiligheidsketen en bij het jeugdbeleid. Daarnaast is op een aantal terreinen de vraag naar dienstverlening toegenomen. De groei komt verder onder meer door overheveling van een aantal taken van andere delen van de publieke sector naar de rijksdienst.
Er zijn in het Coalitieakkoord nieuwe afspraken gemaakt over de verdere afslanking van de rijksoverheid. In het kabinet is afgesproken dat de ministeries hun plannen voor de invulling van de ‘operatie vernieuwing rijksdienst’ op 15 juni zullen aanleveren aan de minister van BZK. Zij geven in deze plannen aan hoe ze voor hun eigen ministerie tot de beoogde betere, kleinere en goedkopere organisatie komen.
Uitstroom aanzienlijk gedaald
In 2006 zijn zo’n 7.300 medewerkers vertrokken. Ter vergelijking: in 2005 ging het nog om ruim 10.000 mensen. Het aantal 55-plussers dat afscheid nam, daalde zeer fors tot ongeveer 1.100. Daarentegen zijn wel meer medewerkers tot 55 jaar weggegaan dan in 2005. Hiermee is het normale vertrekpatroon hersteld. In 2004 en 2005 maakten veel medewerkers van 55 jaar en ouder gebruik van een tijdelijke vertrekregeling (FPU-plus-regeling).
Diversiteit belangrijk thema
Een belangrijk thema in het personeelsbeleid is diversiteit. Het aandeel van allochtonen bij het Rijk groeide in 2006 naar 9,5 procent. Ook het aandeel van vrouwen stijgt gestaag en ligt nu op 41,1 procent. De re-integratie van (ex-)werknemers met een arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt gestimuleerd door het 400 banenplan, waaraan alle ministeries deelnemen. In het kader van de bestrijding van de jeugdwerkloosheid wilde het Rijk 850 werkervaringsplaatsen op (v)mbo-niveau tussen 2004 en 2006 realiseren. Dat zijn er veel meer geworden: 1.881 plaatsen.
Een ander onderwerp: het stimuleren van scholing van medewerkers. De ministeries gaven bijna 1.300 euro per arbeidsjaar aan opleidingen uit. Dat is het hoogste niveau van de laatste vijf jaar.
Meer schendingen integriteit geregistreerd
De ministeries registreerden vorig jaar 170 gevallen van inbreuk op de integriteit door een of meerdere medewerkers. Daarbij is 22 keer aangifte gedaan bij het Openbaar Ministerie. In 25 gevallen is tot ontslag overgegaan. Het aantal geregistreerde gevallen van inbreuk op de integriteit is gestegen ten opzichte van 2005, toen er 136 werden geregistreerd. Een belangrijke oorzaak is de nog steeds toenemende aandacht voor integriteit en de daaruit volgende completere registratie.
Externe inhuur gestegen
In 2006 hebben de ministeries in totaal zo’n 570 miljoen euro uitgegeven aan externe inhuur. Dat is een stijging met ruim 10 procent ten opzichte van 2005. Deze ontwikkeling is niet vanzelfsprekend verkeerd, omdat het inschakelen van externen juist een oplossing kan zijn om een kleinere, flexibelere en betere rijksdienst te bereiken. Uitzendwerk is goed voor 60 procent van de inhuur. Als uitzendkrachten worden ingezet bij piekwerkzaamheden wanneer de reguliere formatie te klein is, draagt dat bij aan een kleinere rijksdienst.
Beperkt aantal medewerkers met jaarloon boven ministerssalaris
Afgelopen jaar hadden 32 medewerkers een inkomen boven het gemiddelde belastbare jaarloon van ministers. Het jaarloon van ministers is voor 2006 vastgesteld op 171.000 euro. In 15 gevallen is de overschrijding veroorzaakt door een ontslagvergoeding. Bij de overige 17 medewerkers zijn de verlengde werkweek en het toekennen van variabele beloning de belangrijkste redenen voor het overschrijden van de norm. Het gaat daarbij voornamelijk om leden van de topmanagementgroep (13). De specifieke verantwoording van deze beloningen vindt plaats in de financiële jaarverslagen van de ministeries.