Toespraak Balkenende bij de Calvijnherdenking

'Het Calvinistische verantwoordelijkheidsbegrip kan ons helpen om de balans te hervinden. Om de mens, de verantwoordelijke burger, weer centraal te stellen.' Dat zei minister-president Balkenende bij de nationale herdenkingsbijeenkomst '500 jaar Calvijn' in Dordrecht.

Dames en heren,

De vierhonderdste geboortedag van Calvijn in 1909 werd beduidend minder uitbundig gevierd dan zijn vijfhonderdste. In Nederland verschenen er enkele artikelen in de gereformeerde pers en dat was het wel zo'n beetje. Bij het internationale hoogtepunt van de Calvijnherdenking in Genève - een week vol officiële toespraken en deftige diners - lieten mannen als Abraham Kuyper en Herman Bavinck zelfs verstek gaan. Te feestelijk en te veel neigend naar persoonsverheerlijking, vonden zij, en dus niet passend in de geest van Calvijn.

Vergelijk dat eens met de rijke oogst van dit herdenkingsjaar. Die is nauwelijks te overzien. Om te beginnen staat er een hele rij nieuwe boeken over het leven en werk van Calvijn in de schappen. Het ene nog toegankelijker geschreven en rijker geïllustreerd dan het andere. De aandacht voor Calvijn in de media is overweldigend en tienduizenden mensen onderzochten op de website van Trouw hun eigen C-factor. Begin dit jaar verscheen zelfs een Calvijn-glossy die letterlijk de winkels uitvloog.

In deze kerk is er de drukbezochte tentoonstelling die door Hare Majesteit de Koningin werd geopend. Voor de liefhebbers is er Calvijnwijn, Calvijnpepermunt, Calvijnbonbons en Calvijnjenever - vier eerste levensbehoeften voor de ware Calvinist. En voor de fijnproevers en kenners is er ook nog een goedgevulde kalender met wetenschappelijke symposia en serieuze debatten.

Het kan bijna niet op, lijkt het wel. En we zijn pas halverwege.

Mij heeft al deze aandacht voor Calvijn in positieve zin verrast. In het huis waarin ik opgroeide, stonden Calvijns Institutie, de Statenbijbel en de Heidelbergse Catechismus broederlijk naast elkaar in de kast - en daar werden daar ook regelmatig uitgehaald. Het gereformeerde geloof van mijn jeugd is en blijft voor mij een inspiratiebron en een anker in moeilijke tijden. Dus ja, ik durf mijzelf 'Calvinist' te noemen. Net als velen van u, vermoed ik.

Ik las laatst zelfs ergens dat ik de 'oppercalvinist' van Nederland zou zijn. Maar daar past mij bescheidenheid - een van de vele Calvinistische deugden. De term 'oppercalvinist' is trouwens ook helemaal niet Calvinistisch.

Het bijzondere is dat Calvijn anno 2009 kennelijk ook buiten de direct kerkelijke kring brede groepen mensen aanspreekt en nieuwsgierig maakt. En misschien nog wel opvallender: die belangstelling overstijgt de bekende en hardnekkige clichés van overdreven soberheid, star dogmatisme en kleinburgerlijke benepenheid. Natuurlijk horen en lezen we die ook terug. Maar meer dan ooit staan de historische figuur van Calvijn en de werkelijke betekenis van zijn werk in dit herdenkingsjaar in het volle licht.

Dat vraagt om een dieperliggende verklaring, want het is te gemakkelijk om het enorme verschil tussen de herdenkingsjaren 1909 en 2009 volledig toe te schrijven aan de veranderde tijdgeest en het moderne medialandschap. De kranten, internetpagina's en nieuwsrubrieken moeten vol, dat is waar. Maar in de media woedt ook een dagelijkse strijd om aandacht waarin 500 jaar Calvijn het naar mijn waarneming bijvoorbeeld glansrijk wint van 200 jaar Darwin.

De vraag is: welke betekenis mogen we daar aan hechten? Waarom maakt de man uit Genève in onze geseculariseerde wereld op zijn vijfhonderdste verjaardag zo'n opvallende comeback? 'Calvijn is de Obama van de 16e eeuw' las ik zelfs ergens - dat zijn bijna idols-achtige proporties.

Het antwoord ligt naar mijn volle overtuiging in de morele kracht van de religieuze en intellectuele erfenis die Calvijn ons heeft nagelaten. Hij was niet alleen kerkhervormer, maar ook maatschappijhervormer. Zijn werk heeft invloed gehad op alle terreinen van het leven.

Velen, waaronder ikzelf, hebben bijvoorbeeld in de achter ons liggende maanden al gewezen op Calvijns opvattingen over het renteverbod en de omgang met geld. Daar zat een sterk morele dimensie aan. Géén focus op korte termijnwinsten, niet jezelf verrijken ten koste van anderen en als een goed rentmeester werken voor volgende generaties - dat is de morele economische les die Calvijn ons in deze crisistijd leert.

Het zijn waarden die nauw aansluiten bij de grote vragen van deze tijd. Onderzoek op onderzoek bevestigt dat mensen een grote behoefte hebben aan houvast en normstelling. Aan 'samen' in plaats van 'ieder voor zich'. Aan geestelijke verdieping in plaats van materiële vervlakking. In brede lagen van de bevolking overheerst het gevoel dat de balans zoek is, omdat we de immateriële kant van het leven hebben verwaarloosd ten gunste van alsmaar 'méér, méér, méér' en 'ik, ik, ik'.

Ik geloof dat dit diepgevoelde sentiment veel van de huidige populariteit van Calvijn verklaart. Mensen herkennen in hem de authenticiteit van een man met hoogstaande ethische en morele principes. Principes waar hij vanuit zijn rotsvaste geloof over schreef en preekte, maar die hij zelf ook beginselvast naleefde. Matigheid, een hoog arbeidsethos en een dienende verantwoordelijkheid voor de ander en de wereld van overmorgen - het zijn Calvinistische waarden die stuk voor stuk actueler zijn dan ooit.

Het is zoals Abraham Kuyper in 1898 zei in zijn zesde Stone lezing over 'Het Calvinisme en de toekomst': 'Niet in het comfort om ons heen, niet in het lichaam aan ons, maar in de geest, die ons innerlijk drijft, bestaan we als personen, als burgers, als mensen.'

Voor mij draait het vooral om dat ene woord: verantwoordelijkheid. Om de persoonlijke verantwoordelijkheid van ieder mens ten opzichte van God. Maar vooral ook om de maatschappelijke dimensie die Calvijn eraan verbond. Mensen hebben in het denken van Calvijn een grote persoonlijke verantwoordelijkheid voor de keuzes die zij maken en de morele plicht die keuzevrijheid te gebruiken om het goede te doen.

Die opvatting van verantwoordelijkheid raakt naar mijn diepste overtuiging aan een van de belangrijkste opgaven waar de huidige samenleving voor staat. De eigen verantwoordelijkheid van mensen is in de achter ons liggende decennia langzaam maar zeker 'weggeorganiseerd'. Opgelost in ideologisch gedreven structuren en processen. Denk maar aan de doorgeschoten verzorgingsstaat van de jaren '70 van de vorige eeuw. Of denk aan het heilige geloof in de markt uit de jaren '80 en '90, dat tot de excessen heeft geleid waar we nu de wrange vruchten van plukken.

Het zijn vormen van bureaucratisch systeemdenken waardoor overheid, markt en georganiseerde burgersamenleving te veel losgezongen zijn van het individu - en andersom. Het Calvinistische verantwoordelijkheidsbegrip kan ons helpen om de balans te hervinden. Om de mens, de verantwoordelijke burger, weer centraal te stellen.

Ik geloof daarin.

Ik geloof daarin omdat burgers die zich verantwoordelijk voelen voor zichzelf, ook betrokken zijn op elkaar.

Ik geloof daarin omdat eigen verantwoordelijkheid leidt tot een respectvolle samenleving waarin niet het 'ik' maar het 'wij' de norm is.

En ik geloof daarin omdat verantwoordelijk gedrag van mensen de basis legt voor een dynamische samenleving die sterk genoeg is om iedereen te laten delen in welvaart en welzijn.

Dames en heren,

Het motto van de tentoonstelling in deze kerk is 'Wie zouden wij zijn zonder Calvijn?' Het antwoord op die vraag laat ik graag aan de deskundige sprekers na mij. Maar één ding staat vast: zonder Calvijn zou Nederland er inderdaad anders uitzien. Hij is en blijft de grondlegger van een van de tradities die de Nederlandse geschiedenis en cultuur diepgaand hebben beïnvloed.

Ik werd laatst getroffen door een observatie van Kader Abdolah, die als nieuwe Nederlander een extra scherpe blik heeft op het wezen van de Nederlandse samenleving. Hij noemde Calvijn '(…) de verbindende ziel die de Nederlandse taal, religie, literatuur en politiek tot een eenheid heeft gesmeed. Maar ook: (…) een rebel, een vernieuwer, een onrustige kerel die het gauw benauwd kreeg van de gevestigde orde'.

Die authenticiteit, die volledige overgave aan een religieus gefundeerd maatschappelijk ideaal, die moedige manier van leven blijft inspireren.

Calvijn is na 500 jaar nog springlevend.

Dank u wel.

Dordrecht, 30 mei 2009: Minister-president Balkenende houdt een toespraak bij de nationale herdenkingsbijeenkomst '500 jaar Calvijn' in de Grote Kerk © ANP; foto Robin Utrecht