Toespraak Balkenende bij gala Postcodeloterij

Minister-president Balkenende heeft een toespraak gehouden tijdens het Goed Geld Gala van de Nationale Postcodeloterij.

Vorige maand sprak ik op het Catshuis met een aantal inspirerende mensen. Mensen die ik eerder tijdens een werkbezoek had ontmoet en met wie ik graag verder wilde praten. Mensen ook die ik nog nooit had gezien, maar die zich onderscheiden door hun moed en betrokkenheid voor onze samenleving. Door het werk dat zij doen. Maar ook door zich vrijwillig in te zetten voor een ander. Mensen kortom die goed doen.

Eén van hen was Esther Groenendijk uit Rotterdam. Via de website Buurtlink is zij uitgeroepen tot Best Buur van 2008. En nu ik haar gesproken heb, weet ik dat deze uitverkiezing meer dan terecht is.

Ze staat dag en nacht klaar voor een ander. Ze organiseert de meest uiteenlopende activiteiten die haar en haar buren dichter bij elkaar brengen. En ze straalt daarbij een plezier uit die gewoon aanstekelijk is. Ze is als het ware een katalysator van betrokkenheid in haar buurt.

Mensen als Esther Groenendijk zijn goud waard. Daarom doet het mij deugd dat zij via Buurtlink in het zonnetje is gezet. Buurtlink is niet toevallig één van de 57 beneficiënten van de Nationale Postcodeloterij.

Al 20 jaar weet de Postcodeloterij het goede te vinden. Goede doelen die de leefbaarheid, solidariteit en duurzaamheid bevorderen. In Nederland, maar ook op andere plekken in de wereld.

Met veel plezier ben ik dan ook op uw uitnodiging ingegaan om tijdens dit vierde lustrum het woord tot u te richten. Het getuigt van kracht dat de Postcodeloterij het heeft aangedurfd bij deze gelegenheid iemand van de naaste concurrent - de Staatsloterij - uit te nodigen. Ter geruststelling: ik besef dat u niet zit te wachten op een betoog over de successen van één van de oudste loterijen van Europa, hoewel daar natuurlijk prachtige verhalen over te vertellen zijn.

Dames en heren,

Of we het nu willen of niet, we kunnen niet om de huidige economische situatie heen. De gevolgen van wat enkele maanden geleden begon als een Amerikaanse bankencrisis zijn wereldwijd, en zeker ook in Nederland, aanzienlijk. De stemming lijkt dagelijks grimmiger te worden. De woningmarkt stagneert, bedrijven zien hun orderportefeuilles slinken en zijn genoodzaakt honderden, zo niet duizenden mensen te ontslaan, pensioenfondsen kampen met hun dekkingsgraad en consumenten houden angstvallig de hand op hun knip.

We zullen alle zeilen moeten bijzetten om deze crisis het hoofd te bieden. Ik zeg nadrukkelijk: we. Zonder er al te diep op in te gaan, wil ik toch kwijt dat er in mijn ogen wel heel snel en heel veel naar de overheid wordt gewezen. Begrijp me goed: we doen als overheid wat nodig is en zullen dat blijven doen. Daarom hebben we fors ingegrepen in het financiële systeem om te voorkomen dat gezonde Nederlandse banken omvallen. Daarom bieden we bedrijven garanties om ervoor te zorgen dat ze kunnen blijven ondernemen. En daarom ondersteunen we burgers die hun baan hebben verloren bij het vinden van een nieuwe werkkring.

Maar de overheid kan deze crisis niet alleen bestrijden. Alle partijen zullen hun verantwoordelijkheid moeten nemen.

Voor definitieve conclusies is het nog te vroeg, maar één stelling durf ik wel aan: het korte termijn winstbejag heeft verloren. We zullen op zoek moeten naar nieuwe wegen. Wegen die leiden naar een nieuw moreel perspectief.

Wat betreft de economie betekent dat wat mij betreft oog houden voor de soliditeit en de gevolgen van maatregelen voor de lange termijn.

Herwaardering van een morele dimensie betekent voor mij ook meer oog de kwaliteit van de samenleving. De kranten staan bol van kreten als subprime, leveraged buy-out, schuldbubble, bad bank en back-up facility. Juist nu is denk ik de vraag naar de immateriële kant van het leven meer dan gerechtvaardigd.

Ik las laatst een uitspraak van schrijver Alain de Botton. Hij zei: "Een boek is pas af als het gelezen is." In navolging hiervan zou ik willen zeggen: Een samenleving is pas af als de mensen betrokken zijn bij elkaar.

Een mens leeft niet voor zichzelf alleen. Een samenleving heeft verbindingen nodig. Tussen mensen, tussen groepen, tussen religies, tussen culturen, tussen mens en milieu. De overheid alleen kan die verbindingen niet tot stand brengen. Verbondenheid kun je onmogelijk alleen met juridische en staatsrechtelijke middelen bereiken. Wetten en regels maken een land niet tot een goed land.

Mensen maken een samenleving. Mensen en organisaties die verder kijken dan het pure eigenbelang. Die meer doen dan het strikt noodzakelijke.

Kijk naar een bedrijf als Shell die hun medewerkers stimuleert taallessen te geven aan allochtone kinderen. Kijk naar de voetbalclubs die programma's opzetten om jongeren met achterstanden weer op het goede spoor te zetten. Kijk naar de ruim 1 miljoen actieve vrijwilligers die ons land rijk is.

En dat brengt me bij u, de goede doelen organisaties. Een bont palet aan ideële organisaties is hier vandaag weer vertegenwoordigd. Zo op het eerste oog hebben Stichting Kinderboerderijen Nederland, World Press Photo, Artsen zonder Grenzen, Vogelbescherming Nederland en Skanfonds weinig met elkaar gemeen. Maar dat is slechts schijn.

U beschermt wat kwetsbaar is. U stimuleert wat een boost kan gebruiken. U moedigt aan wat een zetje in de rug verdient. U laat mensen - waar ook ter wereld - opbloeien.

Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk dat is.

Goed doen geeft ontzettend veel voldoening, vraag dat maar aan Esther Groenendijk.

De vraag is dus hoe we de betrokkenheid van mensen vergroten. Betrokkenheid bij elkaar, bij de samenleving en bij u, de goede doelen. Hoe kunnen we - met andere woorden - de morele dimensie in de samenleving versterken.

Ik zie daarbij een grote rol weggelegd voor ideële organisaties. Dat zeg ik niet uit gemakzucht, maar uit overtuiging. De kracht van een samenleving ligt bij het maatschappelijk middenveld, de civil society. Als overheid moet je je zo min mogelijk bemoeien met de initiatieven, ideeën en idealen die daar opbloeien. Vrijheid en vertrouwen geven, dat is voor de overheid het adagium.

Natuurlijk doen wij ook wat we kunnen om een duurzame, leefbare samenleving dichterbij te brengen. Daarom werken we hard aan vergroening van het belastingstelsel. Daarom zetten wij ons actief in voor verbetering van onderwijs, gezondheidszorg, het milieu en een eerlijkere verdeling in die landen waar dat het hardst nodig is. Daarom investeren we in het vergroten van de leefbaarheid in wijken en buurten.

Een nieuw moreel perspectief vullen we samen in. Maar eerlijk is eerlijk, een belangrijk deel ligt in uw handen. Blijf daarom uw creativiteit aanboren zou ik willen zeggen. Blijf zoeken naar nieuwe wegen. Blijf innoveren.

U weet: ik ben een optimistisch mens. Ik geloof in het - de heer Poelmann refereerde er al aan - karakter van de Nederlanders. Ongetwijfeld zullen zij ook in 2009 via de Postcodeloterij een gokje willen wagen. Maar ik geloof ook zeker dat al die mensen beseffen dat in dit geval het gezegde 'meedoen is belangrijker dan winnen' van toepassing is. Want meedoen aan de Postcodeloterij betekent dat al die goede doelen kunnen blijven werken aan het vergroten van betrokkenheid. En dat is toch wat we allemaal willen. Een betrokken, leefbare samenleving. Een samenleving met een hart.

Dank u wel.