Kees Lunshof Lezing

'Alleen een overheid die eerlijk en open is over wat wel en niet kan, behandelt burgers als volwassen mensen.' Dat zei minister-president Balkenende bij de eerste Kees Lunshoflezing in Den Haag.

De Kees Lunshof lezing is een evenement dat vernoemd is naar de adjunct-hoofdredacteur en politiek commentator van De Telegraaf, die vorig jaar is overleden. De lezing vond plaats in perscentrum Nieuwspoort in Den Haag.

Hoofdspreker oud-AFM-topman Arthur Docters van Leeuwen hield de eerste Kees Lunshof Lezing, met als onderwerp 'Populisme in politiek en journalistiek'.

Minister-president Balkenende opende de lezing:

Dames en heren,

In april 2004 kreeg ik van Kees Lunshof het eerste exemplaar van zijn boek Van polderen en polariseren. Het resultaat van dertig jaar Binnenhof. Dertig jaar journalistieke bevlogenheid en passie, samengebald in één band. En dertig jaar Nieuwspoort natuurlijk, want dit was zijn tweede huis. Of was het toch zijn eerste?

Ik heb dat boek er voor vandaag nog eens bij gepakt en ik werd meteen geraakt door de twee openingszinnen. Kees schreef daar:

'Wie bijna dertig jaar journalist in politiek Den Haag is, kan veel vertellen. Maar het is hem niet gegeven het hele verhaal op te dissen.'

Toen ik die woorden opnieuw las, dacht ik: wat is het toch jammer dat het Kees Lunshof niet gegeven was zijn 'hele verhaal' op te dissen. Want hij was nog lang niet klaar met zijn werk.

Tot op het allerlaatst bleef hij columns schrijven die je gelezen moest hebben. Tot op het allerlaatst bleef hij een gepassioneerd liefhebber van het parlementaire debat. En tot op het allerlaatst bleef hij de goed ingevoerde en scherpe observator die hij was.

In de kern was Kees Lunshof een vakman die als geen ander in staat was om het ingewikkeldste politieke probleem in driehonderd woorden aan zijn lezers uit te leggen. Hij maakte de politiek toegankelijk, maar hij simplificeerde niet. Zo bracht hij de politiek - ook de nuances - dicht bij zijn lezers. Dat zag hij als zijn journalistieke plicht.

Wat hem dreef, was een groot respect voor het politieke bedrijf. Hij werkte vanuit de overtuiging dat een vrije en kritische pers onmisbaar is voor een levende democratie. Dat droeg hij ook uit en daar stond hij voor op de bres. Tegelijkertijd zag hij ook de verantwoordelijkheid die daarbij hoorde. De verantwoordelijkheid om als journalist recht te doen aan de feiten.

Daarom stond de inhoud voor Kees Lunshof altijd voorop en hij analyseerde die met veel kennis van zaken. Hij investeerde in zijn netwerk, las zijn stukken en beheerste het Nederlandse staatsrecht als weinig anderen. Daarnaast was hij als persoon hartelijk en innemend en beschikte hij ook nog over een kritische en onafhankelijke geest en een scherpe pen. Dat is een mooie combinatie van eigenschappen en kwaliteiten voor een parlementair verslaggever. Geen wonder dat hij zoveel gezag genoot, want ook als je het niet met hem eens was: de mening van Kees Lunshof dééd ertoe!

Persoonlijk mocht ik hem zeer. Ik vond hem een prettig en betrokken mens. Een man met een groot hart voor de parlementaire democratie, die als professional geen spelletjes speelde. Dat was zijn beroepseer te na. Je wist wat je aan hem had, ook als hij kritisch was.

Kort voordat Kees Lunshof vorig jaar in het harnas overleed, belde ik hem en spraken we indringend over vragen van leven en dood. We voelden beiden aan dat het wel eens ons laatste gesprek zou kunnen zijn. Ik koester de herinnering aan dat moment, want zijn overlijden voelde zonder meer als een groot verlies. En dat was het zeker ook voor het Binnenhof, voor zijn lezers én voor het publieke debat.

Juist daarom is het een goede en gelukkige gedachte van het bestuur van Nieuwspoort om dit gemis met een jaarlijkse Kees Lunshof Lezing voor een klein deel op te willen vangen. Waarschijnlijk zou hij die naam zelf trouwens 'onzin' hebben gevonden - een typisch Kees-Lunshofwoord -, want persoonsverheerlijking vond hij verschrikkelijk. Maar verdiend is het zeker.

Een van de doelstellingen van deze nieuwe traditie is om een bijdrage te leveren aan het 'Huis van de Democratie', waar Kees Lunshof zo'n warm pleitbezorger van was. Dat huis moet een etalage worden voor onze parlementaire democratie. Een plek waar de politiek letterlijk bereikbaar is voor elke geïnteresseerde. Zoals u weet steunt het kabinet dit initiatief van harte, ook financieel.

Ik kan niet genoeg onderstrepen hoe belangrijk het is dat zoveel mogelijk mensen zich betrokken voelen bij wat er in Den Haag gebeurt. Wat hier op en rond het Binnenhof wordt besloten, beïnvloedt hun leven direct. Daarom moet politiek niet over politici gaan, maar over de mensen die dit land samen maken. Dat lijkt mij ook helemaal in de geest van Kees Lunshof en het is dan ook een passend eerbetoon om de Kees Lunshof Lezing te verbinden met het Huis van de Democratie.

Het thema van vandaag ligt in het hart van zijn journalistieke werk. Het gaat vanmiddag over de verhouding tussen burger en overheid. Of, zoals de hoofdspreker dat noemt: over 'populisme, de kloof en de elite'. Hem kennende, weet ik zeker dat Arthur Docters van Leeuwen u aan het denken zal zetten met een prikkelend verhaal. Ik kan helaas niet blijven vanwege verplichtingen in Brussel, dus ik neem maar even de vrijheid om u alvast een enkele gedachte mee te geven voor de discussie.

De kern waar het voor mij om draait is vertrouwen. En dan bedoel ik niet de dagkoersen. U kent ze wel: het zoveelste rapportcijfer voor het kabinet. Elke week een nieuwe fictieve zetelverdeling. En elke dag wel ergens een peiling waaruit blijkt dat zoveel procent van de mensen ergens voor of tegen is. Het is allemaal interessant om te weten, maar je kunt er geen langetermijnbeleid op voeren, want volgende week zien de cijfers er weer anders uit.

Wat ik wel belangrijk vind, is dat mensen zich gehoord voelen door de overheid. Dat zij zich niet afkeren van het publieke domein, omdat 'ze' daar in Den Haag toch maar wat aanrommelen. Die vorm van vertrouwen is veel fundamenteler. De vraag is dus niet: hoe populair is de overheid, maar hoe houden we mensen betrokken? Daar gaat het om.

Het antwoord op deze vraag is natuurlijk ingewikkeld. Maar één ding staat voor mij als een paal boven water. Sjabloondenken en vluchten in eendimensionale oplossingen is niet de goede weg. Wie dat doet, miskent de complexiteit van de samenleving. Er is niet één groep verantwoordelijk voor alle problemen in Nederland. Er is niet één terrein waarop alles honderd procent goed of fout gaat. En er is dus ook niet één gemakkelijke oplossing voor alles.

Ik werd twee weken geleden nog eens in deze opvatting bevestigd toen ik het jaarlijkse rapport over De Nederlandse samenleving van het CBS in ontvangst nam. Dat bevat, zoals ik toen al zei, voor elk wat wils. Voor cynici en doemdenkers, maar ook voor eeuwige optimisten. Waar het mij vanmiddag om gaat, is dat politici dit soort rapporten niet moeten gebruiken om hun eigen gelijk te onderstrepen, maar om te weten wat er speelt en daar vervolgens zichtbaar iets mee te doen. Dus niet achter de Haagse hypes aanlopen, maar werken vanuit de dagelijkse realiteit van mensen, zodat ze zich inderdaad gehoord voelen.

Ik weiger dus te geloven dat mensen zitten te wachten op een 'u vraagt wij draaien'-overheid. Op een overheid die net doet alsof er voor elk probleem een instant oplossing is. Dat zou een enorme miskenning zijn van het beoordelingsvermogen van mensen. Alleen een overheid die eerlijk en open is over wat wel en niet kan, behandelt burgers als volwassen mensen. Op dat fundament groeit vertrouwen en betrokkenheid. Daar ben ik van overtuigd.

Dames en heren,

In dat mooie boek uit 2004 omschreef Kees Lunshof de relatie tussen parlementaire pers en politiek als 'samen tangoën onder de kaasstolp'. Een beetje afstand moest er zijn, maar ook weer niet te veel. Hij beheerste deze tango zelf als geen ander. Vanmiddag waagt u hier in zijn naam en in zijn geliefde Nieuwspoort een dansje rond een thema dat hem heel na aan het hart lag. Ik vind dat een mooie gedachte.

Nogmaals mijn complimenten aan het bestuur van Nieuwspoort. Laat dit het begin zijn van een prachtige nieuwe traditie. Ik wens u een aangename en prikkelende bijeenkomst toe.

Dank u wel.