Toespraak minister-president voor Atlantic Youth Forum in Boekarest

Voorafgaande aan het begin van de NAVO-top heeft minister-president Balkenende jonge 'Atlantici' uit de NAVO-landen toegesproken.

(De toespraak is in het Engels uitgesproken)

Het is een genoegen in uw midden te zijn, aan de vooravond van de NAVO-top, hier in Boekarest. U voelt zich als jonge generatie betrokken bij de internationale politiek. Dat is van grote waarde. U vertegenwoordigt de toekomst. Het is van groot belang dat uw geluid gehoord wordt. Mede daarom ben ik hier.

U buigt zich vandaag en de komende dagen over de grote thema's van de wereldpolitiek. Vrede. Stabiliteit. Recht. Ontwikkeling. Het zijn soms abstracte begrippen. Daarom wil ik ze vanmiddag toespitsen op één concrete situatie. De situatie in Afghanistan. Daarover wil ik vanmiddag enkele gedachten met u delen.

Mijn land - Nederland - is met ongeveer 1600 militairen in Afghanistan aanwezig. We behoren per hoofd van de bevolking tot de grootste leveranciers van troepen. De meeste van onze mensen werken in Uruzgan, een arme, bergachtige provincie in het zuiden, grenzend aan Kandahar. Een provincie waarop het centrale gezag in Kabul nog weinig greep heeft en waarin de veiligheidssituatie fragiel is.

Waarom is Nederland daar aanwezig? Om dat te verklaren moet ik u heel kort iets vertellen over de geschiedenis van mijn land.

Nederland is met ruim 16 miljoen inwoners relatief klein in omvang. Maar onze horizon is wijd. We zijn van oudsher een volk van zeevaarders en ondernemers dat actief is over de hele wereld. Sinds 400 jaar is een internationale houding de basis van ons succes. Dankzij die open mentaliteit zijn we nu nog steeds de 16de economie ter wereld.

Landen als Nederland kunnen hun vleugels niet uitslaan zonder een stabiele internationale rechtsorde. In een internationaal klimaat zonder vrijheid, tolerantie en respect, krijgt Nederland geen lucht en geen ruimte. Als handelsnatie hebben we belang bij openheid en ontwikkelingskansen voor onze partners. Sinds de Tweede Wereldoorlog beseffen we bovendien dat we onze veiligheid alleen samen met anderen kunnen zekerstellen.

We hebben geleerd dat Nederland alleen sterk staat in samenwerking met anderen.Vandaar dat Nederland behoort tot de actiefste leden van de Verenigde Naties.
Vandaar dat we een van de zes founding fathers waren van de Europese Unie.
Vandaar dat Den Haag zich heeft ontwikkeld tot Legal Capital of the World.
Vandaar dat we in 1949 samen met elf andere landen aan de wieg stonden van de NAVO.

We geloven in de kracht van vrijheid, mensenrechten en democratie. En we weten dat die prachtige woorden niets waard zijn zonder actieve inzet. Niet alleen thuis, maar ook in internationaal verband. Ook op de plekken waar het moeilijk is.

Daarom werken we samen met onze partners in Afghanistan.

  • Om stabiliteit te helpen brengen en onze wereld een beetje veiliger te maken, ook voor onszelf.
  • Uit solidariteit met mensen die zoveel minder kansen hebben op een goed leven dan wij.
  • Om te voorkomen dat terroristen hun invloedssfeer uitbreiden en alles wat ons dierbaar is in gevaar brengen.
  • En tot slot: omdat we bondgenoten zijn en onze verantwoordelijkheid nemen. Als je samen een doel hebt waarin je gelooft, moet je ook samen op pad gaan om dat doel te bereiken. Oók als de weg moeilijk is.

Nederland is sinds de zomer van 2006 in Uruzgan actief, samen met de Australiërs. Zoals u misschien weet behoort Afghanistan tot de vijf armste landen ter wereld. En in dat straatarme land is Uruzgan een van de armste provincies. Alle problemen komen hier samen. Meer dan 90% van de mensen kan niet lezen en schrijven. De infrastructuur is slecht. Economische mogelijkheden zijn er nauwelijks, of het moest de teelt van papaver zijn. De regering Karzai heeft geen greep op de berggebieden, waarin de taliban op de loer ligt. Mensen zijn bang en apathisch. Vrijheid hebben ze tot voor enkele jaren nooit gekend.

Het is belangrijk dat we een reëel beeld geven van de ontwikkelingen in Afghanistan. Laten we ons bewust zijn van de voortgang die de afgelopen jaren is geboekt.

  • De kindersterfte is met 40% gedaald.
  • Vijf miljoen Afghaanse kinderen gaan naar school. Dat is meer dan vijf keer zoveel als in 2001. Meisjes doen volwaardig mee in het onderwijs.
  • Acht van de tien Afghanen heeft toegang tot basale gezondheidszorg. In Uruzgan alleen al zijn zo'n 100 gezondheidsposten opgezet.
  • Het inkomen per hoofd van de bevolking is in de laatste vier jaar verdubbeld. De economie groeit met 12% per jaar.

Dit alles maakt het dagelijks leven van gewone mensen beter.

Afghanistan is een van de meest democratische landen in de regio. Een land dat steeds beter samenwerkt met zijn buren. Sinds 2002 keerden 4 miljoen Afghaanse vluchtelingen terug naar hun vaderland. Het leger is steeds beter op haar taak berekend. Twee jaar geleden waren er nog twee keer zoveel ISAF-militairen als Afghaanse militairen in het land. Nu is de verhouding 1 op 1.

Goede ontwikkelingen. Maar ze nemen de grote zorgen niet weg die er óók zijn. Vorig jaar groeide het aantal aanslagen. Er waren meer burgerslachtoffers te betreuren. De taliban en warlords voeren hun gewelddadige en intimiderende activiteiten op naarmate ISAF en het Afghaanse leger zich dieper wagen in afgelegen gebieden.

De corruptie in het overheidsapparaat en de politie blijft een levensgroot probleem. Ook over de mensenrechten bestaan zorgen. Niet iedereen is bereid anderen de vrijheid te gunnen die men voor zichzelf vanzelfsprekend vindt.

We zijn nog ver verwijderd van onze droom. Een Afghanistan waarin alle mensen veilig zijn en samen zonder angst, in vrijheid hun land tot bloei brengen.

Velen gaat het niet snel genoeg. En dat begrijp ik ook wel. Zes jaar is lang op een mensenleven. Maar wie zich ook maar enigszins verdiept in de omvang van deze taak - een taak waarbij in feite een heel land vanaf de grond moet worden opgebouwd - komt met mij tot de conclusie dat dit een project is van tientallen jaren.

Dat vraagt vasthoudendheid van ons allemaal.

In de eerste plaats van de Afghaanse overheid. De primaire verantwoordelijkheid voor een veiliger Afghanistan waarin het recht zegeviert, ligt bij de regering Karzai. De strijd tegen corruptie en drugshandel verdient meer inzet. De opbouw van een overheid waarop de Afghaanse burger werkelijk kan vertrouwen verdient meer ambitie. Stammentwisten zijn niet altijd te vermijden, maar de regering moet daarboven staan. Het is nodig dat de Afghaanse overheid laat zien dat ze er is voor alle Afghanen van goede wil, waar ze ook wonen en tot welke stam ze ook behoren.

In de tweede plaats dragen de buurlanden van Afghanistan een belangrijke verantwoordelijkheid. Zij moeten doen wat in hun vermogen ligt om de stabiliteit in deze regio te vergroten.

Ten derde mag de internationale gemeenschap Afghanistan niet in de steek laten. Wat we de 3D-benadering, noemen - defense, diplomacy en development - werkt. De drie elementen kunnen niet zonder elkaar. Het een versterkt het ander.

Toch kan onze internationale inzet beter. Met dezelfde inzet van middelen kunnen we meer resultaten bereiken als we onze inspanningen beter coördineren. In totaal zijn 42 landen in Afghanistan actief onder de vlag van ISAF. De focus van veel landen is regionaal. Ieder is actief in zijn eigen regio, met zijn eigen programma's en projecten. Het wordt tijd dat we de stap gaan zetten naar een landelijke benadering. Afghanistan is één geheel. Laten we het dan ook zo behandelen.

Hier ligt een taak voor de Verenigde Naties. Zij moet een sterkere rol krijgen. Uiteindelijk moeten we toe naar een door de VN gecoördineerd ontwikkelingsprogramma.

Dames en heren, ik ben een aantal keren in Afghanistan geweest, niet alleen om te praten met president Karzai, maar ook om onze troepen te bezoeken.

U moet bedenken dat de meeste van onze mensen in Afghanistan van uw leeftijd zijn.

Ik heb diep respect voor wat de militairen - niet alleen de Nederlandse maar ook die uit andere landen - onder moeilijke omstandigheden klaarspelen.

U bent zelf begin 20. Stelt u zich eens voor wat uw leeftijdsgenoten in Afghanistan ontmoeten.

  • Een traditionele stammencultuur met stevig gewortelde waarden en normen;
  • Bittere armoede, met nauwelijks mogelijkheden daaruit te ontsnappen;
  • De voortdurende mogelijkheid van geweld.

Dan komt het aan op het winnen van vertrouwen.
Op het terugbrengen van het geloof van mensen in eigen kunnen.
Op het aanblazen van de vlam van de hoop.
Op het overbrengen van de boodschap dat niemand in deze wereld er alleen voor staat.
Op het versterken van die drijvende kracht, waar geen enkel mens en geen enkel volk buiten kan: geloof in de toekomst.

Om dat laatste gaat het uiteindelijk ook hier, in Boekarest. Tijdens deze Summit waar u uit zoveel verschillende landen naartoe bent gekomen om te praten over de Grote Thema's: Vrede, Stabiliteit, Recht.

Laten we nooit vergeten dat die grote thema's heel dicht bij huis beginnen. Bij ons eigen gevoel van verantwoordelijkheid, onze eigen inzet, ons eigen vermogen om bruggen te slaan naar de ander. Ik wens u daarbij veel succes.