Toespraak bij opening tentoonstelling Maritiem Museum Rotterdam

De minister-president heeft een toespraak gehouden bij de opening van de tentoonstelling 'Macht en Glorie - Scheepvaart in de Gouden Eeuw'.

In het persbericht stond: 'Amsterdamse expertise is samengevloeid met Rotterdamse lef'. Daarin proef je toch een beetje rivaliteit. Maar ik wil niet stoken in een goed huwelijk. En in alle eerlijkheid: u heeft samen iets prachtigs gemaakt. Een klinkend eerbetoon aan onze maritieme expansie in de zeventiende eeuw.

Dames en heren, tussen 1600 en 1800 voeren zo'n tienduizend Europese schepen om Kaap de Goede Hoop naar het Oosten.

De helft daarvan kwam uit een jong, drassig landje aan de Noordzee: de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.

Ons land was een van de grondleggers van de globalisering. Vanaf 1600 weefden Hollanders en Zeeuwen een wereldwijd web over het water. Het water heeft ons groot gemaakt.

Water was - en is voor een groot deel nog steeds - onze nationale krachtbron.

Dat weet u hier in Rotterdam bij uitstek. De allereerste Nederlandse vloot die rond de wereld zeilde - onder leiding van Olivier van Noort - kwam immers uit Rotterdam. Een reis van drie jaar, van 1598 tot 1601.

Ik wil het vanavond in de context van deze tentoonstelling met u hebben over dynamiek.

Van het belang van dynamiek hebben sommigen een wat beperkt beeld.

Er zijn mensen die dynamiek zien als een puur economisch begrip: als groei van het Bruto Binnenlands Product.

Er zijn ook mensen die haar associëren met haast en gejaagdheid.

En anderen zijn er zelfs een beetje bang voor. Ze zien haar als brenger van onrust en onzekerheid en waarschuwen voor verlies van eigenheid.

Aan al die mensen zou ik willen zeggen: kom naar Rotterdam, kom naar het Maritiem Museum. En voel hoe dynamiek uitwerkt op een samenleving. In dit geval die van onze zeventiende-eeuwse voorouders.

Dynamiek is ten eerste: kansen voor gewone mensen

Een zoon van een zeilmaker kon admiraal worden. Zoals Jacob van Heemskerck bewees. Michiel de Ruyter bracht het zelfs tot admiraal-generaal. Zijn vader was een eenvoudige zeeman die ook een tijdje zijn brood verdiende als biersjouwer.

Antoni van Leeuwenhoek - de wereldberoemde microbioloog uit Delft - was de zoon van een mandenmaker.

Jan Leeghwater - de visionaire waterbouwkundige die niet alleen in Nederland maar ook in het buitenland als specialist werd ingezet bij droogmakerijen - was de zoon van een timmerman.

Natuurlijk hadden mensen van goede komaf een streepje voor en speelden regenten elkaar de bal toe. Maar door de open, ondernemende atmosfeer kreeg talent van eenvoudige komaf wel degelijk een kans. Initiatief lóónde. En ook voor wie niet veel talent had, was er vaak toch werk.

Dynamiek is ten tweede: spreiding van welvaart

Toen de VOC in 1602 werd opgericht, kon iedereen daarin participeren. Onder de aandeelhouders waren vanzelfsprekend veel rijke regenten. Maar ook: predikanten, boekbinders, kruideniers, zeepzieders, bakkers, vleeshouwers, kleermakers, timmerlieden en naaisters.

De kleinste aandeelhouder in de VOC was de dienstbode Grietgen Dirckxdochter. Met 60 gulden was zij mede-financier van onze Gouden Eeuw. En mede-belanghebbende.

Door de bloei van de buitenlandse handel groeide de Republiek uit tot een economische wereldmacht. En daar profiteerde brede lagen van de bevolking van mee. Zeker, er was armoede. Maar er was ook een uitgebreide armenzorg die voor die tijd bijzonder was.

Dynamiek is ten derde: kansen voor kunst en cultuur

Welvarende burgers versierden hun huizen graag met schilderijen en kunstvoorwerpen. Door die grote vraag werd de Republiek een creatieve hot spot van wereldformaat. De schilderijen van Rembrandt en Vermeer hebben na 350 jaar nog niets van hun magische glans verloren. Op deze tentoonstelling is te zien hoe bijzonder de Nederlandse zeegezichten uit de zeventiende eeuw waren.

En het was niet alleen de schilderkunst die bloeide. Ook architectuur, theater en muziek namen een hoge vlucht. Dynamiek heeft een grote aantrekkingskracht op creatieve mensen. En creatieve mensen zorgen weer voor nieuwe dynamiek.

Dynamiek is ten vierde: nieuwsgierigheid en vernieuwing

Heeft u ooit van de koopman Pieter van den Broecke gehoord? Waarschijnlijk niet. Toch was hij een heel speciale figuur in onze vaderlandse geschiedenis.

Pieter van den Broecke was - voor zover we kunnen nagaan - de allereerste Nederlander die een kop koffie aan zijn lippen zette. Dat gebeurde in 1616, toen hij in opdracht van de VOC de handelsmogelijkheden onderzocht aan de Rode Zee. Tijdens die reis kreeg hij van een Arabier een kop koffie voorgezet.

Van den Broecke schreef in zijn verslag: "een spetie van swarte boontjes, daer sij swart water van maken en warm indrinkcken". Zou hij toen hebben kunnen vermoeden dat dat vreemde spul later de nationale volksdrank zou worden?

Contact met andere volken leidt tot vernieuwing en innovatie, op grote en kleine schaal. In de handel èn de nijverheid. Dat Nederland vooropliep - ook in technologisch opzicht - was te danken aan een dynamische, open mentaliteit.

Dynamiek is ten vijfde: rijkdom aan ideeën; esprit

Ons land was in de 17de eeuw goed voor de helft van de mondiale boekproductie. Dat is veelzeggend.

Dynamiek, in combinatie met vrijheid van geweten, werkt als een magneet op denkers en wetenschappers. Dat zijn de mensen die een cultuur van debat en oriëntatie op de toekomst brengen. Erasmus van Rotterdam bewees dat al in de 16de eeuw, dus u weet precies wat ik bedoel.

Dames en heren, het boek van onze Gouden Eeuw kent ook zwarte bladzijden en hardvochtige hoofdstukken. De gouden handel werd vaak met ijzeren vuist gedreven. Slavernij en uitbuiting mogen nooit worden vergeten. Ook niet vandaag, op deze feestelijke opening.

Aan de andere kant was de Gouden Eeuw een fascinerende tijd, waarvan de toon tot in onze tijd wereldwijd doorklinkt:

Wie in Australië komt, hoort warme verhalen over het Duyfken, het Nederlandse scheepje dat in 1606 de allereerste verbinding legde met Europa.
Wie in Sint Petersburg komt, ziet de gelijkenis met Amsterdam en begrijpt waarom Tsaar Peter naar Holland kwam om zich te bekwamen in de scheepsbouw.
Wie in Brazilië komt, proeft nog steeds de waardering voor gouverneur Johan Maurits van Nassau.
Wie in Japan komt, verneemt met trots dat het Nederlands tot in de 19de eeuw de tweede taal was van dat land.
Wie in New York komt voelt de passie waarmee de New Yorkers hun bakermat - Nieuw Amsterdam - koesteren. Volgend jaar is het 400 jaar geleden dat het eerste Nederlandse schip - de Halve Maen - daar aankwam.
En wie vandaag de dag in Rotterdam komt? Die ervaart de geest van ondernemerschap en dynamiek. Die ziet de schepen varen. Die voelt de wind. Die ruikt de zee.

Wie dynamiek opzoekt in de Van Dale, vindt de betekenis vaart. Dat kan toch geen toeval zijn?

In dynamiek ligt onze kracht. In dynamiek ligt onze macht.
En glorie.

Ik wens iedereen bijzonder veel plezier met deze prachtige tentoonstelling.