Toespraak minister Bruins bij Avond van Wetenschap & Maatschappij

Minister Eppo Bruins hield op maandag 7 oktober 2024 een toespraak tijdens de Avond van Wetenschap & Maatschappij in de Pieterskerk in Leiden. 

Het gesproken woord geldt. 

Goedenavond allemaal.

Het voelt heel erg dubbel om hier op deze dag te staan. In feestelijke kleding, in een prachtige kerk. Ik sta hier, en probeer woorden te vinden. Woorden om te omschrijven wat precies een jaar geleden plaatsvond ver buiten Nederland, bij de terreuraanval door Hamas. En u mag gerust weten: dat valt mij zwaar.

De haat die vrijkwam en het onvoorstelbare leed zijn niet te vangen in woorden. Zoveel levens zijn op deze donkere dag weggenomen of voor altijd beschadigd geraakt. En in de 364 dagen die daarop volgden, hebben we de ellende en het verdriet gezien bij Palestijnse gezinnen, het gemis in Israëlische families en de onzekerheid over het lot van de bijna honderd gijzelaars die nog steeds niet thuis zijn. We zagen het afgelopen jaar hoeveel pijn en leed er ontstaat als wapens spreken. Oorlog is vreselijk en blijft hevige emoties losmaken. Bij mijzelf, en vast ook bij u.

Het conflict in het Midden-Oosten zorgt ook in Nederland voor grote verdeeldheid. Dat zien we vandaag, maar ook het hele afgelopen jaar.

Binnen onze bedrijven, woonkamers en studentenhuizen. Op straat, sportvelden en redactievloeren. En ook binnen - en vlak buiten - de universiteitsmuren.

Protesten liepen soms uit op intimidatie, geweld en vernieling. Dat is onacceptabel en tegelijk ook pijnlijk om te zien. Want universiteiten zijn van oudsher plekken waar we naar elkaar luisteren, zonder elkaar te veroordelen. Waar we openstaan voor elkaars standpunten. Waar we discussiëren op basis van kennis, feiten en argumenten. Waar we hartstochtelijk met elkaar van mening kunnen verschillen, en elkaar daarna alsnog kunnen omhelzen. Die universiteit is een groot goed, juist in deze tijd.

Net zoals academische vrijheid. Ik zie de oproepen aan universiteiten om institutionele samenwerkingen te verbreken, terwijl wetenschap juist iets is tussen mensen vanwege hun persoonlijke merites. Wetenschappers moeten zelf kunnen bepalen in welke onderzoeksvragen de meeste meerwaarde zit voor de wetenschap en de maatschappij. En onderzoekers hebben daarbij de vrijheid om te werken met wie zij willen. De kunsten en het wetenschappelijk onderzoek zijn vrij, zegt het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. En daar sta ik voor.

Dat brengt mij bij u, en bij het thema van deze avond: Wetenschap en Maatschappij. In deze kerk zijn onder meer de top van de wetenschap, cultuur, media en sport samengekomen. En wat ben ik blij dat u er bent. In onze samenleving fungeert u als lichtpunten. U laat uw licht schijnen op de feiten. U weet mensen uit hun bubbel te halen. Bijvoorbeeld als kritische journalist, of als creatieve maker. Ik wil vanavond met u ingaan op de rol van de wetenschappers, die op zoek zijn naar waarheidsvinding.

Want waar zouden wij zijn zonder de wetenschap? Dan zou er sprake zijn van een geheel andere wereld. Een wereld zonder smartphones, zonder vaccins, zonder mogelijkheid om het microscopisch leven om ons heen te zien en te benutten. De wetenschap heeft ons veel gebracht. Ze is vervlochten met ons dagelijks leven, want we gebruiken vaak gedachteloos wetenschappelijke uitvindingen om de weg te vinden, iemand te appen of de tijd te bepalen.

Wetenschap is overal om ons heen. We hebben haar hard nodig. Niet alleen nu, in het dagelijks leven, maar ook in de toekomst. Want als wetenschappers kijken jullie vooruit en laten jullie je licht schijnen op mogelijke wegen die we kunnen bewandelen.

Een lichtbundel die ook de grote transities van deze tijd beter in beeld brengt, zoals klimaatverandering, het op peil houden van de voedselproductie en verantwoordelijk omgaan met kunstmatige intelligentie. De wetenschap is het beste gereedschap om deze uitdagingen te lijf te gaan. Haar innovatieve kracht moeten we aanslingeren, in Nederland én – Mario Draghi was daar onlangs heel duidelijk over – ook in Europa, om deze vraagstukken mogelijk op te lossen. Daar komt bij dat wetenschappelijke innovaties zuurstof geven aan onze economie.

Wij weten dat. Dus ik hoor u haast denken: waarom bezuinigt deze minister dan op de wetenschap? Ik begrijp die vraag volledig. In het hoofdlijnenakkoord zijn scherpe keuzes gemaakt. Er gaat meer geld naar defensie, naar de lastenverlichting voor gezinnen en naar de ondersteuning van groepen in de knel. Het doet pijn om toe te geven dat we in deze periode niet alles kunnen doen. En dat we dus bezuinigen op onderwijs en wetenschap.

Toch ga ik daarbij niet over één nacht ijs. Ik wil verstandige beslissingen nemen, en daarvoor heb ik u nodig. We moeten met mensen uit de wetenschap, maar ook uit het onderwijs, de cultuursector en de media, kijken hoe we behouden wat goed is. Waar we voor moeten strijden, en welke kansen we in deze tijd kunnen benutten.

Beste mensen,

Ik wil ook vanavond iets aan de bijeengekomen wetenschappers vragen. Ik weet hoe waardevol de wetenschap is. Hoe hard we haar nodig hebben. Toch doen veel Nederlanders de wetenschap af als ‘ook maar een mening’. Of als een hobby voor de elite. Dat beeld mag nooit de overhand krijgen.

Ik doe daarom graag een oproep aan u: toon nóg meer mensen de meerwaarde van de wetenschap. Laat zien dat wetenschap veel méér is dan maar een mening. Laat zien dat het een systematische, rigoureuze manier is om met hard werk feiten boven tafel te krijgen. Door nieuwsgierig te zijn, vragen te stellen en op betrouwbare en geordende wijze op zoek te gaan naar antwoorden. Dat is wetenschap. Dat is zwaar werk, en lang niet altijd zichtbaar werk.

Laten we daar dan gezamenlijk verandering in brengen. Door te laten zien wat er gebeurt in laboratoria, practicumzalen en tijdens veldonderzoek. Daar werken we ook als ministerie aan, doordat we bijvoorbeeld initiatiefnemer zijn van het Weekend van de Wetenschap.

Afgelopen weekend openden wetenschappelijke instellingen door heel Nederland hun deuren voor bezoek. Jong en oud sprak met onderzoekers, stelde hun vragen en zag met eigen ogen wat wetenschappers doen. Wat hen bezighoudt, hoe zij te werk gaan, hoe zij op ideeën komen. Dat is ontzettend waardevol, want in de kern is wetenschap mensenwerk. Laten we dat zo goed mogelijk zichtbaar maken.

We vieren vanavond de Avond van Wetenschap en Maatschappij. Dat klinkt alsof die twee tegenover elkaar staan. Laten we kijken of we kunnen gaan van Wetenschap en Maatschappij, naar Wetenschap in de Maatschappij.

Kijk hoe je als onderzoeker meer mensen aan je kunt verbinden. Hoe je de soms zo gepercipieerde kloof tussen wetenschap en samenleving kunt overbruggen, door vaker aan mensen uit te leggen wat je werk inhoudt. Maar kijk ook hoe je burgers, hoe je de maatschappij, kunt betrekken bij je onderzoek.  Maak meer mensen deelgenoot van al dat prachtige werk. Laat ze uit eerste hand ervaren wat onderzoek inhoudt. Hoe het ons kan helpen, hoe het ons kan leiden en hoe het onze samenleving kan versterken. Zelfs in financieel krappere tijden.

Want wetenschap is mensenwerk. Toon dat aan zoveel mogelijk mensen. Laat zien dat we niet zonder kunnen. Zodat wanneer nieuwe tijden, nieuwe politieke tijden én wellicht financieel ruimere tijden aanbreken, het weer de normaalste zaak van de wereld is dat de wetenschap vooraan staat om haar bijdrage te ontvangen.

Dank u wel!