Toespraak van staatssecretaris Vincent Karremans tijdens de jaarlijkse conferentie van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers
Beste mensen,
Beste gastsprekers!
Eén van jullie vertelde over een Syrische jongen die na afloop van een gastles met tranen in zijn ogen naar hem toekwam. En hem omhelsde.
Wij zijn broers
zei hij.
Deze jongen had ontzettend veel meegemaakt. Hij kon dat niet delen met zijn Nederlandse klasgenoten. Hoe zou je dat ook moeten doen?
Maar die joodse man die daar voor de klas stond, die verwoordde ook zijn gevoelens.
Die vertelde ook zijn verhaal.
Tijd, plaats, cultuur, leeftijd – het viel allemaal weg. Een mens herkende de pijn en het verdriet van een ander mens.
Josua Ossendrijver – U was het die voor die klas stond.
Josua werd geboren op een onderduikadres in Rotterdam. Zijn moeder werd vlak na de bevalling opgepakt en afgevoerd.
Josua - nog geen uur oud - werd meegenomen door een vrouw die vervolgens deed alsof hij haar eigen kind was. Klaas – noemde ze hem.
En zo zou hij bijna zijn hele leven blijven heten.
Josua heeft altijd gevoeld dat er iets niet klopte, dat hij er niet bij hoorde. Het tekende zijn leven.
Pas 14 jaar geleden ontdekte hij wie hij werkelijk is, hoe hij werkelijk heet.
Dat zijn echte ouders en zijn broertje door de nazi’s werden vermoord.
Net als 80 andere familieleden.
Voor Josua kon pas toen – op zijn 66ste - de verwerking van dit grote verlies beginnen.
Het is één van de vele verhalen.
U heeft allemaal een onvergetelijk verhaal.
En u maakt allemaal onvergetelijke dingen mee in de klassen en groepen waar u dat verhaal vertelt.
Want er gebeurt altijd iets als u voor de klas staat.
Echt contact, echt begrip, echte verbinding en ontroering.
Wat een ongelooflijk mooi cadeau geeft u daarmee aan onze kinderen en onze jongeren.
En wat een mooi cadeau geeft u aan Nederland:
U leert een nieuwe generatie wat er in Europa en Azië gebeurde toen haat, onverdraagzaamheid en complottheorieën voet aan de grond kregen.
Miljoenen doden, miljoenen op de vlucht. De vrijheid verloren.
Een geschiedenis die ver weg lijkt, maar dichtbij is. Een geschiedenis waar we van moeten leren.
Om elkaar beter te begrijpen. Om elkaar altijd als mens te blijven zien. Ook als we verschillen van mening. Juist als we verschillen van mening.
Dat is in deze tijd een heel belangrijke boodschap.
We weten dat de kennis over de Holocaust afneemt onder jongeren. En dat het aantal antisemitische incidenten toeneemt.
Dat ook de kennis over Nederlands-Indië afneemt. En daarmee ook begrip voor het traumatische verleden van heel veel Nederlanders.
En dat raakt mij.
Ik ben zelf opgegroeid met de verhalen van de Tweede Wereldoorlog. Mijn vader nam mij altijd mee naar de Open Joodse Huizen – waar mensen die ondergedoken hadden gezeten, hun verhaal vertelden.
Die ontmoetingen raakten me enorm. Ik ben ze nooit vergeten.
En het blijkt ook uit onderzoek: juist de persoonlijke verhalen maken diepe indruk op jonge mensen.
Veel meer dan boeken.
Veel meer dan geschiedenislessen.
Want voor een kind lijkt 80 jaar zo ontzettend lang geleden.
Maar niet als ze iemand voor zich zien die het heeft meegemaakt.
Niet als de geschiedenis voor hun ogen tot leven komt.
Dus heel veel dank!
Allereerst aan alle mensen van de eerste generatie die hier vandaag aanwezig zijn – U heeft aan den lijve de verschrikkingen ondervonden, hier in Nederland, in Europa, in Azië.
Uw verhaal is van onschatbare waarde.
En ik kan me voorstellen dat het u soms veel kracht en energie kost om de gastlessen te geven. Maar u staat er, elke keer weer. Gecertificeerd en wel – want gastspreker word je niet zomaar.
Heel veel respect!
En dank ook aan de nieuwe generatie gastsprekers.
Kinderen van oorlogsslachtoffers, kinderen van verzetsmensen, kinderen van mensen die de oorlog in Nederlands-Indië meemaakten, veteranen die dienden in de oorlogen van deze tijd.
U zorgt met elkaar dat het verhaal niet stopt.
U leert jonge mensen hoe ingrijpend en langdurig de gevolgen van een oorlog zijn.
Dat oorlog mensen voor het leven kan beschadigen. Dat de gevoelens van angst, eenzaamheid en onveiligheid niet verdwijnen als de wapens zwijgen.
En dat ook kinderen en kleinkinderen nog de last van dat verleden voelen.
En u leert jongeren hoe je veerkrachtig met een beschadigd verleden kunt omgaan. Dat je negatieve ervaringen kunt omzetten in een positieve kracht.
Ook dat is een onvergetelijke les.
Beste mensen,
Conflicten overal op de wereld vinden helaas ook hun weg naar onze klaslokalen.
Over een week is het een jaar geleden dat het conflict in het Midden-Oosten opnieuw oplaaide – en u merkt dat als u voor de klas staat.
Het maakt uw werk soms moeilijker. Het maakt uw werk ook:
nog belangrijker.
Als geen ander kunt u laten zien dat haat, vooroordelen en discriminatie nooit een oplossing zijn. Maar alleen maar meer lijden veroorzaken.
Dat we alleen samen kunnen leven als we elkaar als mens blijven zien.
Gaat u daar mee door – we hebben uw verhalen nodig.
Om te begrijpen wat oorlog is. En wat oorlog doet.
Zelf word ik daar elke dag aan herinnerd door drie struikelstenen om de hoek van mijn huis in Rotterdam.
Op die stenen staan de namen van Simon Ossendrijver, Roos Ossendrijver-Sanders en hun zoontje David – de vader, moeder en broer van Josua.
Niet anoniem, ver weg en lang geleden. Maar als mensen met een naam, die elke dag dichtbij ons zijn.
Zoals al die anderen.
Zoals de mensen die u in uw verhalen weer tot leven wekt.
We mogen hen niet vergeten
Het verleden niet vergeten
Blijven herdenken
En onze kinderen hier in onderwijzen.
Zoals u allemaal dat doet
Steeds weer, en met hart en ziel.
En daarvoor nogmaals:
heel veel dank!