Oorlog Oekraïne: € 2 miljoen voor DNA-onderzoek vermiste personen
Nederland heeft € 2 miljoen vrijgemaakt voor het International Center for Missing Persons (ICMP) in Den Haag. Nederland wil zo helpen om vermiste en overleden personen in Oekraïne via DNA-onderzoek sneller op te sporen of te identificeren.
ICMP in Den Haag
In juli maakte minister Veldkamp van Buitenlandse Zaken tijdens zijn bezoek aan Kyiv al bekend de € 2 miljoen voor Oekraïne beschikbaar te stellen, om de forensische capaciteit uit te breiden en DNA-materiaal te verzamelen.
Op dinsdag 17 september 2024 werd de overeenkomst daarvoor met het International Center for Missing Persons (ICMP) in Den Haag ondertekend. Het ICMP is gespecialiseerd in grootschalige analyses van DNA-onderzoek en databestanden. Ook onder andere Duitsland, Noorwegen en de Verenigde Staten steunen het ICMP-programma in Oekraïne.
Wat gebeurt er met de € 2 miljoen?
Met de € 2 miljoen voor het ICMP draagt Nederland bij aan:
- Het oprichten van een nationaal forensisch onderzoekscentrum in Oekraïne. Het centrum helpt met het sneller identificeren van vermiste of overleden personen. Hiermee kunnen Oekraïners herenigd worden met overleden of vermiste familieleden en duurt de onzekerheid over het lot van een vermist familielid korter.
- Het verzamelen van DNA in twee (buur)landen waar Oekraïners naartoe gevlucht zijn. Dat helpt de databanken completer te maken, zodat personen sneller geïdentificeerd kunnen worden. Maar ook bijvoorbeeld om bewijzen te verzamelen voor schendingen van mensenrechten.
- Extra aandacht voor door Rusland gedeporteerde en ontvoerde kinderen. Onder andere door samen te werken met de Kinderombudsman in Oekraïne om kinderen te herenigen met hun familie, door het verzamelen en beter delen van DNA-data.