Toespraak staatssecretaris Tuinman bij perspresentatie Defensienota 2024 op 5 september
Goedemiddag allemaal,
Nieuw materieel, voorraden en munitie – als oud-militair weet ik hoe belangrijk dat is om je missie te volbrengen. Om het vol te houden.
En ook aan deze Bernardkazerne koester ik warme herinneringen. Na de KMA doorliep ik hier de Vaktechnische Opleiding tot officier van de infanterie. Ik begon hier op de YPR, het pantserrupsvoertuig dat nu een cruciale rol speelt in Oekraïne – ook Nederlandse YPRs. Daarna kwam de CV90, die we samen met de Nederlandse defensie-industrie tot een toonaangevende gevechtsmachine hebben opgewerkt.
De Bernardkazerne is het ‘thuis’ van de cavalerie – vroeger de paarden, nu de tanks. Geen betere plek dus om de aanschaf van eigen Nederlandse tanks aan te kondigen! De krijgsmacht kan snel weer beschikken over een volledig Nederlands tankbataljon.
En dat is belangrijk. Want als ik terugdenk aan mijn eigen ervaringen hier, en aan mijn missies in Afrika en Afghanistan, dan denk ik dat we allemaal voelen dat dat een andere tijd was.
Het waren, zoals wij dat bij Defensie noemen, ‘wars of choice’: conflicten waarbij Nederland ervoor koos een bijdrage te leveren. Met strategische doelen: het bestrijden van terroristen, het verwerven van invloed, het voorkomen van vluchtelingenstromen. Indirecte dreigingen voor Nederland.
De tijd dat de politiek oorlogen kon ‘kiezen’, is echt voorbij. De huidige dreiging is direct: Nederland kan betrokken raken bij een oorlog op NAVO-grondgebied. Een ‘war of necessity’: een oorlog waarbij we geen andere keus hebben dan te vechten, omdat Nederland en haar bondgenoten worden aangevallen.
En dat vergt echt een andere mindset: een ‘warrior mindset’. De krijgsmacht moet leveren. Vandaag vertellen we u hoe we dat de komende jaren gaan doen.
In de krijgswetenschap heb ik 1 ding geleerd: bij Defensie gaat het om mensen, ideeën en machines – in die volgorde. Mensen zijn ons belangrijkste kapitaal: de militairen en burgermedewerkers die de keus maken op te staan voor Nederland en te werken aan uw en mijn veiligheid. Zij zijn het goud van de krijgsmacht.
We kunnen een hele hoop materieel aanschaffen, maar zonder mensen rijden er geen tanks. Zonder mensen krijgen we de F-35’s niet in de lucht. Zonder mensen krijgen we de fregatten niet van de kade.
Daarom trekken we structureel 260 miljoen euro per jaar uit voor werving en behoud van personeel. We werken aan een schaalbare krijgsmacht. Dat wil zeggen: een krijgsmacht die in aantallen mensen meebeweegt met de dreiging.
Met nieuwe plannen werven we meer reservisten, die we inzetten als volwaardige militairen in vaste en schaalbare eenheden. We breiden het vrijwillige Dienjaar uit, met opties voor minder vrijblijvendheid en vrijwilligheid als de dreiging oploopt.
Om al die mensen hun belangrijke werk te laten doen, investeren we extra in vastgoed, in ruimte om te oefenen, in operationele bedrijfsvoering en beveiliging. Geoefendheid is cruciaal voor al onze eenheden. En om goed te kunnen trainen is ruimte nodig: op de grond én in de lucht.
De komende maanden ga ik bij alle provincies langs om met belanghebbenden te praten en samen deze moeilijke puzzel te leggen. De boodschap zal soms hard zijn: we vinden onze veiligheid belangrijk en moeten dus bereid zijn tot concessies.
Hier in Amersfoort bewijzen we de meerwaarde van een kazerne voor de regio. Onze relatie met de gemeente is uitstekend en onze militairen voelen vanuit de gemeenschap een groot draagvlak. Recent werden hier op de Bernardkazerne de Koningsspelen georganiseerd. Dat is vrijheid, dat is wat ons dierbaar is. Het toonbeeld van een kazerne die middenin de samenleving staat.
Dan kom ik bij punt ‘ideeën’, innovatie. War is a battle of adaptations. De technologische ontwikkelingen op het slagveld gaan razendsnel en wie zich het snelst aanpast, wint het gevecht. In alle projecten en plannen nemen we daarom de laatste inzichten en vernieuwingen mee. Defensie is een lerende organisatie.
Ook hierbij staat de mens centraal: de mensen in het veld hebben eigenlijk altijd gelijk. Zij nemen op cruciale momenten beslissingen. Zij hebben de beste ideeën.
We zetten in op vijf innovatiegebieden waarin Nederland tot de wereldtop behoort: ruimtetechnologie, sensoren, intelligente systemen, kwantumtechnologie en slimme materialen.
En dan zijn we bij mijn 3e punt: machines, de hardware. Een sterke Nederlandse defensie-industrie is een voorwaarde voor een sterke krijgsmacht. Om Nederlandse defensiebedrijven sneller te laten investeren, te laten innoveren en op te schalen, maken we 1 miljard euro extra vrij. Want ook een sterke Nederlandse defensie-industrie schrikt af.
De minister beschreef al de partnerschappen met defensiebedrijven en kennisinstellingen, zoals BITS in Brabant. Innovatie komt niet uit Den Haag; innovatie komt uit de regio’s. Radars uit Twente, fregatten uit Zeeland, slimme materialen uit Limburg. Elke regio telt.
Daarbij moeten we niet blijven hangen in start-ups. Nu de dreiging toeneemt, moet de productie omhoog. Van idee naar realisatie en groter industriebeleid. Over een aantal jaar moeten de spullen gewoon in de schappen liggen. Daar is nog een wereld te winnen.
Dames en heren,
Deze tijd vraagt iets bijzonders van ons allemaal. We moeten wennen aan het idee dat ook wij bij een gewapend conflict betrokken kunnen raken. De aanvallen op digitaal, cognitief, informatie- en cyberniveau zijn er al – het is aan ons allemaal om voorbereid te zijn en oorlog te voorkomen. En mocht het dan toch zo ver komen, dan moeten we winnen. We hebben geen andere keuze.
De minister en ik zijn ervan overtuigd dat we met deze nieuwe Defensienota de juiste stappen zetten naar een toekomstbestendige krijgsmacht. Sterk – omdat afschrikking alleen werkt als we het gevecht ook daadwerkelijk kunnen winnen. Slim – omdat we de vijand steeds een stap voor moeten zijn. En samen – omdat geloofwaardige afschrikking staat of valt met samenwerking en een veerkrachtige samenleving en industrie.
We presenteren u de meest ambitieuze krijgsmachtagenda in de moderne Nederlandse geschiedenis. Maar het echte werk begint nu pas: de mensen, de ideeën en de machines in de praktijk.
Dank u wel.