Gelijkere kansen voor leerlingen door doorstroomtoets
Leerlingen krijgen door de nieuwe doorstroomtoets gelijkere kansen bij de overgang van de basisschool naar de middelbare school. Dat blijkt uit onderzoek naar de eerste afname van deze toetsen, dat staatssecretaris Mariëlle Paul (Funderend Onderwijs en Emancipatie) vandaag aan de Tweede Kamer stuurde. Bij maar liefst driekwart van de leerlingen bij wie het voorlopig schooladvies kon worden bijgesteld, is dat ook daadwerkelijk gebeurd. Zo draagt de doorstroomtoets bij aan gelijkere kansen voor leerlingen in de overgang naar de middelbare school. Daarnaast wijst onderzoek uit dat de resultaten van de diverse doorstroomtoetsen goed vergelijkbaar zijn.
Staatssecretaris Paul: “Leerlingen uit gezinnen die het financieel moeilijk hebben of leerlingen met een migratieachtergrond en meisjes werden lange tijd onderschat. Terwijl leerlingen gelijke kansen verdienen bij gelijke resultaten. Het moet voor je schooladvies niet uitmaken waar je woont of hoeveel diploma’s je ouders hebben. Ik ben heel blij dat de doorstroomtoets daar sterk aan blijkt bij te dragen, precies zoals we voor ogen hadden met de nieuwe wetgeving.”
Passend advies voor iedere leerling
Uit DUO-cijfers over de definitieve schooladviezen blijkt dat 75 procent van de leerlingen die in aanmerking kwam voor een bijstelling, die ook daadwerkelijk kreeg. Scholen moeten het schooladvies in principe bijstellen als de toets laat zien dat een leerling meer uitdaging aankan, maar ze kunnen bij dat definitieve schooladvies uiteindelijk wel hun eigen, professionele afweging maken. Doel is om iedere leerling een passend advies te geven, een plek waar je kunt laten zien wat je in je mars hebt. Daarbij is nadrukkelijk de ene leerroute niet beter dan de andere.
Definitieve schooladviezen
Er zijn dit jaar minder schooladviezen voor het praktijkonderwijs gegeven. Bij een leerling met voorlopig schooladvies ‘praktijkonderwijs’ die het toetsadvies ‘praktijkonderwijs/vmbo-bb’ krijgt hoeft het schooladvies niet te worden bijgesteld. Er kan uit de toets namelijk geen enkelvoudig advies praktijkonderwijs (pro) komen, omdat de kenmerken voor dat advies niet getoetst kunnen worden met de doorstroomtoets. Maar zo’n bijstelling blijkt wel voor te komen. Daarnaast laten scholen voor praktijkonderwijs horen dat het aantal aanmeldingen voor komend schooljaar op sommige plekken flink lager is. Staatssecretaris Paul: “Praktijkonderwijs kan een heel passende vorm van onderwijs zijn voor veel leerlingen. Ik overleg met het veld over wat er nodig is om de schooladvisering richting het praktijkonderwijs nog beter in te richten.”
Er zijn ook minder vmbo-adviezen gegeven dan vorig jaar. Verder waren er vooral meer dubbele adviezen (met name havo/vwo) en bleef het aantal definitieve schooladviezen vwo min of meer gelijk.
Vergelijkbare toetsen
Het College voor Toetsen en Examens (CvTE), die de kwaliteit en normering van deze toetsen bewaakt, heeft gekeken naar de resultaten op de diverse doorstroomtoetsen. Scholen kunnen kiezen voor een toets die past bij hun onderwijsvisie, een wens vanuit zowel het onderwijsveld als de politiek. Het CvTE constateert dat de resultaten op de zes toetsen goed vergelijkbaar zijn en dat ze recht doen aan de prestaties van de leerlingen op de toets.
Verbeteren overgangsmomenten
De staatssecretaris wil er ten slotte voor zorgen dat leerlingen ook daadwerkelijk een passende plek vinden in het voortgezet onderwijs en dat ze daar genoeg ondersteuning krijgen. Ook is het belangrijk dat ze op de middelbare school nog van leerroute kunnen wisselen. Later dit jaar stuurt ze hierover een brief aan de Tweede Kamer.