Voorontwerp Nota Ruimte schetst ruimtelijk beeld van Nederland in 2050

Minister Hugo de Jonge (Binnenlands Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft vrijdag namens het hele kabinet het zogeheten voorontwerp Nota Ruimte naar de Tweede Kamer gestuurd. Het voorontwerp is een eerste ruimtelijke vertaling van de opgaven voor Nederland richting 2050, met een doorkijk naar 2100. Het benoemt keuzes en geeft richting voor te maken keuzes over grote opgaven die allemaal om ruimte vragen, van landbouw en natuur tot woningbouw, economie en energiezekerheid.

Het voorontwerp volgt op de contourennotitie uit oktober en is een tussenstap op weg naar een ontwerp Nota Ruimte en vervolgens een definitieve Nota Ruimte, die een voor het Rijk bindende visie vormt. Het biedt een basis om met andere overheden en de samenleving het gesprek te voeren over te maken keuzes en hoe deze regionaal vorm krijgen. Publicatie van het voorontwerp is belangrijk om voortgang te houden op urgente ruimtelijke keuzes en doet recht aan het geleverde werk van provincies. Het voorontwerp is te zien als een overdrachtsdossier voor het nieuwe kabinet.

Heel Nederland

“De opgaven waar we voor staan zijn zo groot en urgent dat regie van het Rijk nodig is om hierin rechtvaardige keuzes te maken”, zegt minister Hugo de Jonge. “Zonder regie ontstaat een gevecht om de ruimte en geldt het recht van de sterkste. Dat zal tot verlies van zekerheden leiden. Dan komen onvoldoende woningbouwlocaties beschikbaar, vinden we niet de ruimte die nodig is voor Defensie en ontbreekt toekomstperspectief voor de landbouw. De boodschap van dit voorontwerp is glashelder. Niets doen is geen optie en er zijn keuzes nodig.”

Het voorontwerp wil recht doen aan alle regio’s en de onderscheidende kracht van alle delen van Nederland benutten. Op die manier levert heel Nederland een bijdrage aan de ruimtelijke opgaven en veranderingen en kan ook heel Nederland daarvan profiteren.

Rechtvaardige keuzes

Het voorontwerp bevestigt de drie breed gedragen principes voor een rechtvaardige verdeling van de ruimte:

  • Recht doen aan volgende generaties: niet afwentelen. Keuzes moeten niet zorgen voor het afschuiven naar volgende generaties of andere gebieden.
  • Recht doen aan schaarste: meervoudig ruimtegebruik. Waar mogelijk moeten functies slim en met kwaliteit worden gecombineerd.
  • Recht doen aan eigenheid: gebiedskenmerken centraal. Beschermen en benutten wat er is en toevoegen wat past bij de waarde en het karakter van het gebied

Drie bewegingen

De opgaven waar Nederland voor staat zijn gebundeld in drie ‘bewegingen’ die onderling sterk verbonden zijn en worden in het voorontwerp ondersteund met kaartmateriaal:

1. Beweging naar een toekomstbestendig evenwicht tussen landbouw en natuur

We willen dat de landbouw een sterke sector blijft en dat de kwaliteit van onze natuur verbetert. Daarvoor moeten we landbouw en natuur meer met elkaar verweven. En we moeten landbouw en natuur meer aanpassen aan de fysieke condities in een gebied. Daarbij moeten we zorgvuldig omgaan met landbouwgrond, om ervoor te zorgen dat we voldoende ruimte houden voor de landbouw.

2. Beweging naar een klimaatneutrale en circulaire samenleving

Om een sterke economie en onze energievoorziening ook in de toekomst te garanderen, moeten we energie besparen en energie zoveel mogelijk lokaal opwekken. In een sterke en circulaire economie moeten we in regio’s vraag en aanbod dichter bij elkaar brengen en bestaande werklocaties en milieuruimte intensiever benutten, wat vervoersstromen en ruimtegebruik beperkt. En we moeten nationaal functies clusteren en infrastructuur bundelen. De vijf haven- en industrieclusters (bijvoorbeeld Rotterdam of Chemelot) zijn hierin belangrijke schakels.

3. Beweging naar sterke regio’s, steden en dorpen in heel Nederland

We willen dat de demografische groei in alle regio’s in Nederland zo wordt ingepast dat nieuwe woningbouwlocaties in balans worden ontwikkeld met voldoende werklocaties en goede bereikbaarheid. We zetten daarom in op het versterken van ruimtelijk-economische ontwikkeling in regio’s in het oosten, noorden en zuiden van Nederland. Per regio zijn verschillende ontwikkelrichtingen. Zo stimuleren we de groei van regio’s als Groningen, Twente en Zuid-Limburg en richten we ons in regio’s als Zeeland en Friesland op het versterken van de leefbaarheid en beschikbaarheid van voldoende woningen en voorzieningen.

Water en bodem

De kwaliteit van ons water- en bodemsysteem werkt door in alle ‘bewegingen’ en beïnvloedt de te maken ruimtelijke keuzes. Dat geldt niet alleen voor landbouw en natuur, maar ook voor de woningbouwopgave of voor de industrie en bedrijven. De beschikbaarheid van drinkwater en zoetwater komt steeds meer onder druk te staan en klimaatverandering zorgt voor meer weersextremen met periodes van wateroverlast en grote droogte. Dit vraagt om acties om de robuustheid van ons land te versterken.