Ruim € 1,5 miljard beschikbaar voor boeren en natuur in provincies
Het kabinet wil € 1,54 miljard beschikbaar stellen voor zogenoemde ‘koplopersmaatregelen’ in de regio. Het gaat om maatregelen voor bijvoorbeeld verduurzaming van veehouderijen of natuurherstel die snel uitgevoerd kunnen worden. De provincies hebben hier vorig jaar plannen voor ingediend. Die plannen zijn vervolgens meermaals getoetst en dragen bewezen bij aan toekomstbestendige landbouw en de doelen voor natuur, water en klimaat. Nu de toetsing is afgerond, kunnen de provincies – samen met alle betrokkenen – verder met de uitvoering.
Maatregelen voor landbouw en natuur
Het kabinet vindt het belangrijk om koplopersmaatregelen mogelijk te maken, zodat de provincies concrete voorstellen uit de gebieden kunnen realiseren en voortgang blijven boeken. De plannen zijn heel divers. Ongeveer de helft van deze provinciale maatregelen is gericht op toekomstbestendige landbouw. Denk bijvoorbeeld aan maatregelen gericht op innovaties, op extensivering, en op advies en ondersteuning voor ondernemers. Daarnaast zijn er ook maatregelen goedgekeurd die zich richten op natuur, water en klimaat, zoals het creëren van nieuw bos en natuurherstel, het aanpassen van het waterpeil in veenweidegebieden en beekherstel.
Voorbeelden koplopersmaatregelen
Fieldlab voor innovatiesIn een Fieldlab gaan veenweidenprovincies samen met verschillende partijen, waaronder boeren, aan de slag met diverse innovaties. Het betreft zowel managementmaatregelen, zoals minder eiwit voeren, meer beweiden en verdund uitrijden van mest, als technische stalmaatregelen om de uitstoot uit stallen, mestopslag en mestgebruik te verminderen. Dit is onderdeel van een integrale gebiedsaanpak waarbij ook wordt ingezet op het opzetten van het waterpeil met behulp van waterinfiltratiesystemen en de inpassing van groenblauwe dooradering. De resultaten worden gemeten en gemonitord. Meer en sterkere natuurMet dit maatregelpakket worden groenblauwe verbindingen, natuurvriendelijke oevers en overstroombare bosgebieden gecreëerd. Ook worden er beschermingsmaatregelen voor de otter genomen en wordt er nieuw bos aangelegd. Hierdoor wordt bestaande natuur versterkt en nieuwe natuur gecreëerd. ExtensiverenMet deze maatregel kunnen boeren hun gronden afwaarderen en extensiveren (meer grond per dier). Zo kan men maatregelen tegen onder meer droogte treffen in overgangsgebieden, maar ook in N2000-gebieden, natte natuurgebieden en beekdalen. Hierdoor wordt het makkelijker om te kiezen voor blijvend grasland. Met deze maatregel wordt gewerkt aan minder intensieve, natuurvriendelijke landbouw, én aan het telen van nieuwe gewassen voor bijvoorbeeld biobased producten. Innovatieve teeltenMet deze maatregel wordt op kleine schaal gestart met het belonen van prestaties van melkveehouders, zoals weidegang en het stimuleren van innovatieve teelten. Denk daarbij aan biologische lupine, soja en veldbonen teelt. Hierdoor verminderen we stikstofemissies, broeikasgassen, en het gebruik van bestrijdingsmiddelen en biociden, evenals de uitspoeling van nitraat. Dit leidt tot meer biodiversiteit, een gezonder bodemleven, circulair veevoer, en verbeterde diergezondheid en welzijn. |
Het geld voor de koplopersmaatregelen is al gereserveerd op de LNV-begroting. Minister Van der Wal publiceert een regeling (SPUK) om € 1,23 miljard naar de provincies over te kunnen maken. Het resterende bedrag is opgenomen in de Voorjaarsnota, en kan na vaststelling daarvan via diezelfde regeling worden uitgekeerd.
Van voorstellen tot goedgekeurde plannen
Om tot een verantwoorde besteding van middelen te komen, is Wageningen Economic Research (WEcR) vorig jaar gevraagd advies uit te brengen over de ingediende koplopersmaatregelen. Alleen maatregelen die volgens WEcR een aannemelijk doelbereik en voldoende risicobeheersing hebben, worden gefinancierd. Dat wil zeggen dat de maatregelen een duidelijke bijdrage leveren aan het bereiken van de water-, natuur- en klimaatdoelen en toekomstbestendige landbouw. WEcR heeft verbeterpunten meegegeven voor de maatregelen, en ook het Rijk en de Ecologische Autoriteit hebben adviezen gegeven. De provincies hebben hun plannen hierop aanpast en hun verbeterde maatregelen begin april opnieuw ingediend. Aangezien het verbeteren van de plannen voorwaardelijk was voor de financiering, heeft er de afgelopen weken een laatste toets plaatsgevonden. Nu deze laatste stap klaar is, is financiering mogelijk. De provincies ontvangen zo snel mogelijk het geld, zodat ze verder kunnen met de uitvoering.