Wetsvoorstel regels vervolg loopbaan (oud-)bewindspersonen naar de Tweede Kamer

Er komt meer duidelijkheid over de regels waar ministers en staatssecretarissen rekening mee moeten houden bij het vervolgen van hun loopbaan. In het wetsvoorstel ‘regels vervolgfuncties bewindspersonen’ staat dat (oud-)bewindspersonen die binnen twee jaar na hun ambtsperiode aan de slag gaan in een vervolgfunctie verplicht een advies moeten vragen. Ook komt er een draaideurverbod en wordt het al bestaande lobbyverbod wettelijk vastgelegd. Op voorstel van minister De Jonge van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft de ministerraad ingestemd met het sturen van het wetsvoorstel naar de Tweede Kamer.

Minister De Jonge: “Dit wetsvoorstel maakt duidelijk waar een bewindspersoon rekening mee moet houden als die zijn of haar loopbaan wil vervolgen. Dat is belangrijk want we willen dat ook deskundige mensen die nu in sectoren buiten de overheid werken blijven kiezen voor het ambt van minister of staatssecretaris. Zij zijn van grote meerwaarde in een kabinet. Tegelijkertijd moet ook duidelijk zijn hoe zij na hun ambtsperiode weer een carrièrestap kunnen zetten, op een zorgvuldige manier zonder risico’s op belangenverstrengeling.”

Verplicht advies over nieuwe baan

In het wetsvoorstel is geregeld dat elke (oud-)bewindspersoon in een periode van twee jaar na het ambt voor het aannemen van een vervolgfunctie advies moet vragen aan het Adviescollege rechtspositie politieke ambtsdragers. Het adviescollege toetst per geval of er een risico op belangenverstrengeling bestaat, kijkt naar geheimhoudingsverplichtingen en naar de reikwijdte van het lobby- en draaideurverbod. Het adviescollege brengt uiterlijk binnen twee weken één van de volgende drie adviezen uit: ‘geen bezwaar’, ‘aanvaardbaar onder nadere voorwaarden’ of ‘onaanvaardbaar wegens (een te groot risico op) belangenverstrengeling’. Als de (oud-)bewindspersoon de betreffende baan accepteert, wordt het advies binnen twee weken gepubliceerd op de website van het adviescollege zodat het voor iedereen kenbaar is.

Lobbyverbod en draaideurverbod

Met het wetsvoorstel wordt het al bestaande lobbyverbod wettelijk vastgelegd. Het verbod houdt in dat een bewindspersoon twee jaar na zijn ontslag geen zakelijke contacten mag hebben met ambtenaren van zijn voormalig ministerie als hij een baan heeft in de private of de semipublieke sector. Dat mag ook niet met ambtenaren op beleidsterreinen van andere ministeries waar de bewindspersoon nauw bij betrokken is geweest. Het draaideurverbod regelt dat (oud-)bewindspersonen twee jaar lang niet bij hun voormalige ministerie in dienst mogen treden. Ook mogen zij geen betaalde, commerciële opdrachten bij hun voormalige ministerie aannemen. Dat mag ook niet op aanpalende beleidsterreinen bij andere ministeries.

Vervolg

Hoewel het wetsvoorstel nog behandeld moet worden in de Tweede en Eerste Kamer en dus nog niet in werking is getreden, hebben de huidige bewindspersonen afgesproken zich vrijwillig aan de regels van het wetsvoorstel te houden. Dat geldt voor het al bestaande lobbyverbod en het draaideurverbod. Daarnaast zullen zij een vervolgfunctie die zij willen gaan uitoefenen, zelf toetsen aan de criteria in het wetsvoorstel. Dat doen zij tot twee jaar na hun aftreden. Hiervoor kunnen zij ook al op informele basis in gesprek met het adviescollege. Omdat er nog geen wettelijke grondslag is voor deze taak van het adviescollege zal er nog geen officieel advies worden uitgebracht en worden gepubliceerd. Met dit wetsvoorstel voldoet het kabinet aan een wens van de Tweede Kamer, de aanbevelingen van de Group Against Corruption (GRECO) en de rechtstaatrapporten van de Europese Commissie. Ook sluiten we zo aan bij andere landen die al een adviesverplichting voor vervolgfuncties van bewindspersonen hebben, zoals het Verenigd Koninkrijk en ook de Europese Commissie.