Toespraak van minister Ollongren bij de Opening Conferentie Defensie en Samenleving
Geachte aanwezigen, goedemiddag,
Goed dat u er allemaal bent.
I want to extend a special welcome a Ukrainian friend: Mr. Tymofiy Mylovanov. He is the former minister of economic development, trade and agriculture of Ukraine and currently the head of the Kyiv school of economics. Mr. Mylovanov, I appreciate your presence and we look forward to hearing your views and suggestions later this afternoon. Allow me to continue in Dutch.
Dames en heren,
Decennialang was voor ons in Nederland een grootschalige oorlog in Europa ondenkbaar. Met het mantra ‘nooit meer oorlog’ als anker van die gedachte en de val van de muur als bewijs. Maar ‘nooit meer’ veranderde de afgelopen tien jaar langzaam in ‘misschien ooit’. En ‘misschien ooit’ lijkt nu heel dichtbij. Want dat de NAVO betrokken kan raken bij een grootschalig militair conflict is niet denkbeeldig.
Het Russische optreden in Oekraïne in de afgelopen tien jaar laat zien waar we rekening mee moeten houden. Politieke druk. Desinformatie en actieve inmenging. Economische dwangmaatregelen. Hybride aanvallen via cyber of sabotage. ‘Groene mannetjes’. Een grootschalige invasie. Massieve luchtaanvallen op civiele doelen. Het behoort allemaal tot de mogelijkheden en het gebeurt echt. In Oekraïne, maar ook vandaag de dag in Nederland.
Dames en heren,
Ik ben een optimist, maar ik ben ook een realist. En ik zie - net als jullie - elke dag waar Poetin toe in staat is. En het eerlijke antwoord op de vraag of we klaar zijn voor een grootschalig militair conflict, is nee. Maar de optimist in mij gelooft ook dat we daar wel kunnen komen, met vereende kracht en inzet. En dat brengt me bij het thema van vandaag.
Want de veiligheid en bescherming van Nederland rust niet alleen op schouders in uniform. Natuurlijk, iedereen in Nederland kan op Defensie rekenen als het erop aan komt. Om te vechten. En te winnen. Daarom werken we keihard aan het versterken van de Krijgsmacht.
We investeren. In materieel, in voorraden, in vastgoed en oefenlocaties. En bovenal: in mensen, ons kostbaarste kapitaal. Om klaar te zijn voor het gevecht van de toekomst.
Maar voor een geloofwaardige afschrikking en om het gevecht te winnen als het erop aankomt, moet de hele samenleving inzetgereed zijn. Weerbaar, schokbestendig en flexibel. Om dat te bereiken zie ik drie belangrijke sporen.
Als eerste, bewustwording. Ik zei al, ik ben een realist. We moeten helder zijn over de veelzijdigheid, complexiteit en realiteit van de dreiging om ons heen. De zorgeloze tijden van overvloed liggen achter ons. Die bewustwording, begint hier, in zalen zoals deze. En die moet ook naar buiten. Weerbaarheid begint bij het onderkennen van de dreiging.
Een machtspoliticus als Poetin verstaat alleen de taal van sterkte en zwakte. Van de formatietafel tot aan de keukentafel moet duidelijk zijn hoe reëel de dreiging is.
Daarom brengen we het als het enigszins kan naar buiten als Russische spionageschepen onze onderzeese infrastructuur in kaart brengen. Openbaren we cyberaanvallen op Nederlandse overheden of bedrijven. Berichten onze bondgenoten over Russische operaties op hun grondgebied, zoals afgelopen week in Duitsland.
Om te laten zien dat de dreiging niet fictief is. Hij is echt. We zitten al in de grijze zone tussen vrede en conflict. Hoe het vervolg eruit ziet ligt aan wat wij doen. Daarvoor hebben we u allen nodig.
En dat brengt me bij het tweede spoor. Onze nationale voorbereiding. Werkgevers, die personeel uitlenen om bijvoorbeeld als reservist als cyberexpert ook voor Defensie te werken. Bedrijven en organisaties die logistiek met de krijgsmacht samenwerken of de infrastructuur verbeteren voor militaire mobiliteit, zoals ProRail en Rijkswaterstaat.
Lokale bestuurders, die Defensie helpen in het creëren van ruimte om te oefenen, kazernes te moderniseren en uit te breiden. Energie- en telecombedrijven, netbeheerders, waterschappen en alle anderen die verantwoordelijk zijn voor de kritieke infrastructuur en basisbehoeften waar ook Defensie op vertrouwt.
Defensie industrie, met wie we hard werken aan opschaling, om te zorgen dat Defensie het materieel heeft voor het gevecht van de toekomst. Ziekenhuizen en de zorgsector, om de medische keten op orde te krijgen. Kennisinstellingen, voor de know-how, technologische edge, strategische visie en kritische blik om ons scherp te houden.
Allemaal essentiële schakels in de keten. Pijlers onder het fundament waar Defensie op kan bouwen. We moeten versneld die schakels - die pijlers - versterken. Aan elkaar verbinden. En oefenen, samen. Zodat iedereen weet wat hen te doen staat. Om voorbereid te zijn voor als het nodig is.
Maar Nederland kan het niet alleen. En dat hoeft ook niet. Want we zijn ingebed in de sterkste alliantie ter wereld. Verknoopt in het meest innovatieve internationale samenwerkingsproject dat ooit heeft bestaan. NAVO en EU. Trans-Atlantisch en Europees. Zwaard en schild tegen de agressieve en regressieve machtspolitiek.
Alleen samen met partners en bondgenoten kunnen we de dreiging het hoofd bieden en onze vrijheid, veiligheid en democratie beschermen. Het derde spoor, internationale samenwerking. Daar ligt een sleutelfunctie voor Nederland. Niet achter de dijken, maar de toegangspoort tot Europa, bruggenbouwer, aanjager en pragmaticus.
We moeten de Europese militaire slagkracht versterken en geloofwaardiger maken. Naast defence en deterrence ook reassurance. Samen inkopen, onderhouden en oefenen versterkt onze krijgsmachten en helpt de industrie met opschalen. Versnippering en fragmentatie maakt ons zwak. Het geheel moet sterker zijn dan de som der delen.
We denken verder. Voor een effectieve afschrikking en verdediging hebben we een militair Schengen nodig. Zodat troepen snel naar de Oostflank kunnen, zonder bureaucratische hordes, over daarvoor geschikte Europese sporen, bruggen en snelwegen.
Van Rotterdam naar Rukla in Litouwen in uren in plaats van dagen. De lappendeken moet een rode loper worden. Zodat militairen, voorraden, munitie en brandstof snel daarheen kunnen waar ze nodig zijn. Met een Europees luchtverdedigingsschild, om ons te beschermen. Want als doorvoerland is Nederland in een oorlogssituatie een logisch doelwit.
Breder, wat voor Nederland geldt, geldt net zo goed voor onze partners. De krijgsmacht kan niet opereren zonder de maatschappij. 90 procent van het transport voor grote militaire NAVO-operaties wordt door civiele partners verricht. 70 procent van de militaire satellietcommunicatie loopt via de commerciële sector. 95 procent van trans-Atlantisch internetverkeer loopt via onderzeese kabels van private partijen. 75 procent van de host nation support voor NAVO operaties wordt lokaal ingekocht bij commerciële partijen.
Het laat de verwevenheid van civiel en militair zien. En het laat zien wat u kunt doen. De noodzaak van internationale afspraken, samenwerking en ook weer oefenen. Als onderdeel van een geloofwaardige afschrikking en verdediging.
De afgelopen twee jaar ben ik vijf keer in Oekraïne geweest. Met eigen ogen heb ik gezien wat een hedendaagse oorlog doet met een land, met steden, met mensen, met kinderen. Met de krijgsmacht daar. Gewone mensen die vechten aan het front. Mensen die iets meer dan twee jaar geleden nog geen militair waren, maar bakker, leraar of advocaat. Dat kan ons ook overkomen.
We steunen Oekraïne, met wapens, trainingen, munitie – zolang als nodig. Maar we moeten ook lessen trekken voor onszelf. Voor Nederland. Voor vrede, vrijheid en veiligheid in ons eigen land. Ook wij moeten niet naïef zijn, niet vergeten hoeveel we te beschermen hebben, hoe ongelofelijk veel onze vrede, vrijheid en veiligheid waard zijn.
De afgelopen dertig jaar zijn we gewend geraakt aan vrede, vrijheid, veiligheid en overvloed. Het was er als een natuurverschijnsel. Als een warm bed, waaruit je moeilijk ontwaakt.
Mijn verhaal is dat we diezelfde vrijheid en veiligheid kunnen behouden, als we nu in actie komen. Als we nu opstaan om ons voor te bereiden. Dat gaan we samen doen. Samen, iedere dag.
Dank voor uw aanwezigheid en initiatief. Ik kijk uit naar een vruchtbare en inspirerende dag.
Dank u wel.