Toespraak Vereniging van Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945
Toespraak van staatssecretaris Van Ooijen (VWS) bij het 35-jarig Jubileum Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945. Het jubileum vond plaats op 20 april 2024 in Nunspeet. Het gesproken woord geldt.
Beste mensen,
Wat bijzonder om vandaag in jullie midden te mogen zijn en iets te mogen zeggen.
Laat me beginnen met het verhaal van één van jullie.
De geschiedenis van Hein de Vries Robles, die hier vandaag ook aanwezig is.
In 2016 klopte Hein aan bij het Sinaï centrum voor een traumabehandeling.
Hij liep al jarenlang tegen dingen aan in zijn leven, en had van alles geprobeerd.
Hein was toen 60 jaar, bijna net zo oud als zijn vader was toen hij stierf.
Zijn vader, Bert de Vries Robles, werd maar 62 jaar.
Bert overleed in 1968, na een leven dat getekend werd door oorlog en verzet.
Bert had een huisartsenpraktijk in Amsterdam West toen de oorlog uitbrak.
Zijn beste vriend werd bij de eerste razzia in 1941 gedeporteerd naar kamp Schoorl.
Bert reisde hem achterna. Hij verbleef een week in zijn auto nabij het kamp, maar kon niks doen.
Het structurele verzet moest toen nog op gang komen.
Maar duidelijk was: Bert kon niet wegkijken. Zeker niet toen hij zijn praktijk moest sluiten.
Voor hij het wist was hij een belangrijke spil in het Joodse verzet in Amsterdam Oost.
Hij werkte bij de Joodse Raad en de Hollandse Schouwburg.
Daar deed hij medische keuringen en vervalste allerlei documenten.
Hij was betrokken bij de redding van ruim 600 Joodse kinderen uit de crèche aan de overkant.
En hij werd aangesteld als lijfarts van Duitse oorlogsmisdadiger Ferdinand Aus der Fünten.
Voor de buitenwereld leek het alsof hij collaboreerde.
Maar in werkelijkheid gaf deze rol hem toegang tot moeilijk te krijgen spullen en informatie.
In 1943 werd Bert met zijn gezin opgepakt en opgesloten in Westerbork.
Maar SS-er Aus der Fünten haalde hem terug naar Amsterdam.
Hij kon niet zonder de morfine die Bert hem gaf.
Het gezin van Bert bleef achter in Westerbork.
Ze werden op het laatste transport naar Bergen-Belsen gezet, maar werden vlak voor vertrek uit de trein gehaald.
Ze overleefden. Maar geen van hen kwam ongeschonden uit de oorlog.
Integendeel. Wat Bert in vijf jaar Joods verzet meemaakte, was te veel voor een mensenleven.
Veel vrienden en familie waren vermoord.
Zijn huwelijk liep stuk.
Bert hertrouwde, en uit dat huwelijk werden Hein en zijn broer Bernard geboren.
Bij Hein thuis werd niet gesproken over de oorlog.
En toch merkte Hein aan alles dat er iets aan de hand was met zijn vader.
Bert was lichamelijk verzwakt en had verschrikkelijke nachtmerries.
Als kind mocht Hein niet stampen op de trap, omdat zijn vader dan het geluid van Duitse laarzen hoorde.
Het maakte hem woedend.
Hein was nog maar 6 jaar toen hij in de studeerkamer van zijn vader begon te neuzen.
Hij trof er talloze boeken over de oorlog.
Persfoto’s van Canadezen, Amerikanen, foto’s van stapels lijken en tot op het bot vermagerde mensen.
Dat gaat de fantasie te boven, zeker als kind.
Mensen uit het verzet zeggen vaak: ik deed dit omdat ik het moest doen.
Of: zo bijzonder was het niet.
Maar dat was het wel.
Het was een kleine groep mensen die tegen de stroom in durfde te zwemmen.
Die hun blik niet afwendden van het leed dat zich om zich heen voltrok, maar die deden wat zij konden.
Ze werden er niet voor beloond.
Sterker nog, de prijs die zij voor hun verzetswerk betaalden was hoog.
Ook na de oorlog.
Praten deed men weinig of niet, voor verwerken was geen plaats.
De volgende generaties werden opgezadeld met een mysterie.
Trauma’s werden onbewust doorgegeven.
Voor een gesprek was het soms te laat.
En in sommige gevallen konden puzzelstukjes alleen gelegd worden na zoektochten door archieven.
Ik realiseer me dat u hier in deze zaal allemaal een verhaal zoals dat van Hein heeft.
Dat u de verzetspijn van uw ouders of grootouders voelt of heeft gevoeld.
En dat dit ook op uw leven van grote invloed is.
Het verzetswerk van uw voorouders was heldhaftig, maar ook traumatisch.
En op een zeker moment in uw leven heeft u gedacht: hier moet ik iets mee.
Daarom bestaat uw vereniging.
Daarom bent u hier vandaag.
Uw vereniging is van groot belang.
Om elkaar te ontmoeten en om naar elkaar te luisteren.
Maar ook om het verhaal van verzetsdeelnemers en de generaties na hen levend te houden.
En dat alles doet u als vrijwilliger.
Want de gehele vereniging draait op vrijwillige inzet. Al 35 jaar lang.
Hein zet zijn ervaring nu in om anderen te helpen.
Hij doet dit in Brabant, waar hij een groep met lotgenoten leidt.
Daarnaast zet hij zich in om het verhaal van zijn vader levend te houden.
Om aan de jongere generaties door te geven: loop niet zomaar met de kudde mee.
Wees niet stil. Kijk niet weg.
Blijf zelf nadenken, zeker met alles wat er op dit moment speelt in de wereld.
Dat is een moedige boodschap, zeker als je weet hoe het verleden zijn leven getekend heeft.
Ik ben hem, en u allemaal, zeer dankbaar voor deze inzet.
En ik wil u, als bestuur en leden van de Vereniging van Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945, feliciteren met het 35-jarig bestaan.
Dank u wel.