Adviesvraag over straffen jeugdige delinquenten
Minister Weerwind (Rechtsbescherming) gaat de rechter vragen om de openstaande straffen te beoordelen van een groep jeugdige delinquenten die door een stapeling van factoren hun straf nog niet hebben uitgezeten. Dat schrijft hij in een brief aan de Tweede Kamer.
Op dit moment wachten nog 36 jeugdige delinquenten al ruim 3 tot 5 jaar op tenuitvoerlegging van hun celstraf. In verreweg de meeste gevallen bedraagt de openstaande straf minder dan een maand. Het vaakst betreft het een veroordeling voor vermogensdelicten zoals diefstal en heling.
Minister Weerwind: “Deze jongeren moeten ook door met hun leven. Het is niet meer uit te leggen dat sommigen nu al bijna vijf jaar deze straf als een zwaard van Damokles boven hun hoofd hebben hangen zonder duidelijkheid. Ik wil van de rechter horen of het nu alsnog tenuitvoerleggen van deze straffen nog enig strafdoel dient en daarmee deze 36 jongeren duidelijkheid bieden. En die duidelijkheid kan ook zijn: je moet alsnog je straf uitzitten.”
De minister wil van de rechter weten of het alsnog tenuitvoerleggen van de straf passend is. Alle zaken worden daarom opnieuw voorgelegd aan de rechter; zes zaken voor omzetting van de straf en 30 zaken voor een advies over de wenselijkheid van het alsnog tenuitvoerleggen, verminderen, veranderen of kwijtschelden van de oorspronkelijke straf.
De rechter kijkt bij de beoordeling onder meer naar de huidige omstandigheden waarin de delinquent verkeert, vergeleken met de omstandigheden die bekend waren tijdens de veroordeling. Waar nodig wordt voor de beoordeling van de zaken advies ingewonnen bij de Raad voor de Kinderbescherming of de reclassering. Ook het slachtofferbelang kan door de rechter worden meegewogen. Zoals gebruikelijk is het advies van de rechter richtinggevend voor het definitieve besluit van de minister.