Staatssecretaris Gräper spreekt bestuurders publieke omroep aan op verantwoordelijkheid voor veilige werkomgeving

Staatssecretaris Fleur Gräper spreekt alle verantwoordelijken bij de publieke omroep aan om voor een veilige werkomgeving te zorgen. Het Commissariaat voor de Media is gevraagd om invulling te geven aan zijn rol als extern toezichthouder. Zelf spreekt de staatssecretaris omroepen ieder kwartaal en vraagt ze jaarlijkse rapportages over de resultaten. De eerste rapportage komt in het najaar.

Dat staat in een brief aan de Tweede Kamer waarin staatssecretaris Gräper (Cultuur en Media) reageert op het rapport ‘Niets gehoord, niets gezien en niets gedaan’ van de Onderzoekscommissie Gedrag en Cultuur Omroepen van Martin van Rijn. Na het verschijnen van dit rapport over grensoverschrijdend gedrag bij de publieke omroep is de staatssecretaris in gesprek gegaan met alle relevante partijen zoals de NPO, omroepen en raden van toezicht van de omroepen. Op verzoek van de staatssecretaris hebben de NPO en omroepen op korte termijn een plan van aanpak opgesteld. De staatssecretaris heeft aan regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld, Mariëtte Hamer, gevraagd om een reflectie te schrijven over deze gezamenlijke aanpak.

Cultuuromslag is essentieel

Staatssecretaris Fleur Gräper: ,,Het rapport van Martin van Rijn geeft een onthutsend beeld van structureel, langdurig ongepast gedrag. Ik heb diep respect voor alle mensen die zo moedig waren zich uit te spreken. Organisaties die gefinancierd worden uit gemeenschapsgeld en die een essentiële functie binnen de samenleving hebben horen het goede voorbeeld te geven. Daarom is het heel belangrijk dat de publieke omroep voortvarend aan de slag gaat met een cultuuromslag.’’

Reflectie op handelen

Erkenning, nazorg en preventie staan in het gezamenlijke plan van aanpak van de NPO en de omroepen centraal dat ze vandaag hebben gepresenteerd. Daarnaast is het plan gericht op effectief bestuur en toezicht. De NPO zorgt ervoor dat de gezamenlijke acties ook worden uitgevoerd. De individuele omroepen zorgen voor uitvoering van maatregelen binnen de eigen omroep, zoals een verbeterde klachtenregeling en een beperking van het aantal termijnen van bestuurders.

Gräper: ,,Ik vind het belangrijk dat het plan effectief is en dat het door de omroepen en de NPO diep wordt doorleefd. Dat er niet alleen naar de toekomst wordt gekeken maar dat de NPO en de omroepen de moed hebben te reflecteren op het eigen handelen in het verleden en heden.’’

De staatssecretaris is stelselverantwoordelijke en bewaakt de randvoorwaarden zodat het plan als bedoeld wordt uitgevoerd. Ze heeft regeringscommissaris Mariëtte Hamer gevraagd te zorgen voor de validatie van het plan. Zij beoordeelt of het plan voldoende aandacht besteedt aan het verleden, heden en toekomst, of het compleet is en alle onderdelen bevat om de gewenste verandering binnen de omroepen te realiseren.

Daarnaast houdt het Commissariaat voor de Media toezicht op de uitvoering van het plan. Elk half jaar brengt de toezichthouder een rapportage uit over hoe ver het staat met het bereiken van een veilige werkomgeving bij de publieke omroep. Toezicht op gedrag en cultuur in de eigen organisatie ligt primair bij de publieke omroepen zelf. De staatssecretaris zal de raden van toezicht aanspreken op hun rol als interne toezichthouder op de werkgevers en als werkgever van de omroepbestuurders.

De Tweede Kamer wordt in het najaar geïnformeerd over de voortgang en resultaten van het plan van aanpak van de publieke omroepen.