Korte toespraak minister-president Mark Rutte bij het gesprek met burgemeesters in Leipzig
Beste dames en heren,
Of eigenlijk zou ik willen zeggen: beste collega’s.
Want ik weet dat ik mij hier onder gelijkgestemden bevind.
Natuurlijk, als je vluchtig kijkt, zie je misschien alleen verschillen.
Nederland versus Duitsland.
Verantwoordelijk voor een gemeente of voor een land.
Maar in alle eerlijkheid: politiek is politiek.
En besturen is besturen.
Overal kom je dezelfde dynamiek tegen.
Dat we elkaar hier vandaag ontmoeten, is dan ook omdat onze overeenkomsten vele malen groter zijn dan onze oppervlakkige verschillen.
Bijvoorbeeld onze overtuiging dat politiek iedereen aangaat.
En dat het dus ook belangrijk is dat iedereen meedoet.
Hoe logisch dat ook klinkt, u weet als geen ander dat de praktijk weerbarstiger is.
En ik kan u vertellen: dat is ook in Nederland zo.
Voor veel gemeenten in Nederland geldt dat het lastig is om raadsleden te vinden.
En wie denkt dat alle zorgen verdwenen zijn als de raad gevuld is, komt bedrogen uit.
De grote tijdsinvestering die het raadswerk vraagt, lijkt soms op een baan naast de eigenlijke baan.
Dat hoeft geen probleem te zijn, maar voor veel politici, lokaal, nationaal en Europees, is het een dagelijkse evenwichtsoefening tussen werk, privé en openbaar bestuur.
En voor alle evenwichtsoefeningen geldt: hoe langer je ze doet, hoe groter de kans dat je vroeg of laat een keer onderuit gaat.
Dat is op zichzelf al genoeg reden tot zorg.
En sinds een paar jaar is daar iets veel ergers bijgekomen.
Bijna de helft van u, lokale politici, raadsleden en burgemeesters, krijgt te maken met bedreigingen.
Meestal online, maar helaas soms ook fysiek.
Die bedreigingen nemen toe, en helaas is ook die trend in Nederland duidelijk te zien.
Dat is ernstig.
In de eerste plaats natuurlijk voor degene die het betreft en zijn of haar naasten, daar weet u alles van.
Maar het is evengoed ernstig voor de maatschappij.
Want hoe verleidelijk het ook is te denken dat het om een handjevol boze mensen gaat, de realiteit is dat het vaak heel normale mensen zijn die politici bedreigen.
Gewone mensen, die je buren kunnen zijn.
Die je kent van de bakker op de hoek, of uit het café.
Hoe kan het dat zij in hun vertegenwoordigers een vijand zijn gaan zien?
Waar hebben we elkaar uit het oog verloren?
Waar hebben we ons oor afgewend?
Het zijn vragen die we onszelf moeten stellen.
In Duitsland en in Nederland.
In Europa.
En op veel meer plekken in de wereld.
Maar behalve dat we onszelf die vraag moeten stellen, moeten we elkaar die vraag stellen.
En dan niet alleen als politici onderling, maar samen met de mensen voor wie wij allemaal ooit besloten in de politiek te gaan.
Met je buren.
Met je kiezers.
Maar ook: met die ander.
Want juist als het lastig is, moeten wij pal staan voor onze vrije en open samenleving, die gebouwd is op tolerantie en respect voor de ander.
In deze missie komen we elkaar tegen.
Burgemeesters en gemeenteraadsleden spelen een hoofdrol in het aangaan van deze dialoog.
U kent uw wijken.
Uw buurten.
Uw inwoners.
En andersom kennen uw inwoners u.
Het is meestal in hun eigen gemeente, dat zij hun eerste ervaringen opdoen met hoe politieke beslissingen uitpakken in de praktijk.
Het is de plek waar de lijnen het kortst zijn.
Waar invloed soms direct resultaat kan hebben.
En de plek waar vertrouwen het snelste kan groeien.
We weten allemaal hoe belangrijk dat is.
Want meedoen kan pas beginnen als je je gehoord en gezien voelt.
In 2024 gaat wereldwijd een historisch aantal mensen naar de stembus en komt het er voor de democratie op aan.
Laten we er daarom samen voor zorgen dat iedereen aan boord is.
Door af en toe eens achterom kijken, om te zien of iedereen nog meekomt.
Want als wij dat niet doen, doen anderen het.
Beste collega’s, een weerbare democratie komt niet vanzelf.
Daar heeft iedereen een rol in, en wij als politici nog het allermeest.
Het is de ongeschreven opdracht bovenaan onze takenlijst.
Ja, u hoort het: nog een taak in de agenda.
Maar u weet ook: het is het waard.
Dank u wel.